SARS-CoV-2 transmission in secondary schools and the influence of indoor environmental conditions
Wij kwantificeerden pre-vaccinatie (2020/2021) SARS-CoV2 transmissie in het voortgezet onderwijs en onderzochten de associatie met binnenklimaat en COVID19 mitigatie maatregelen. Hiertoe combineerden we omgevings-en virologische metingen in experimentele settings en veldstudies in 18 VO-scholen, aangevuld met 4 gedetailleerde SARS-CoV2 uitbraak onderzoeken. Tijdens een periode met lage populatie-immuniteit en beperkte maatregelen in het onderwijs, bleek er sprake van onopgemerkte SARS-CoV2 transmissie op scholen. Voorts bleken de landelijke overheidsmaatregelen gericht op vermindering van contacten effectief in het verlagen van de SARS-CoV2 incidentie in scholen, maar een additioneel positief effect van zelf-geïnitieerde lokale maatregelen door scholen werd niet gevonden. Tijdens het onderzoek werden aanpassingen in ventilatiepraktijken doorgevoerd hetgeen de generalizeerbaarheid van de condities enigszins beperkt. Echter, een effect van hogere CO2-concentratie in klaslokalen op de SARS-CoV2 incidentie in scholen werd niet gevonden en er was geen bewijs voor grootschalige omgevingscontaminatie met SARS-CoV2, ook niet tijdens uitbraken. De gezamenlijke resultaten suggereren een beperkte rol voor transmissie via de lucht over langere afstanden onder de heersende condities in scholen tijdens het onderzoek. Het onderzoek heeft ook bijgedragen aan optimalisatie van bemonsteringstechnieken voor virus bevattende aerosolen en CO2 metingen in klaslokalen.
Producten
Auteur: I.M Wouters
Auteur: S. Herfst
Auteur: S. Herfst
Auteur: P.M. Bluyssen
Link: https://www.ucjc.edu/webinar-aerosols/
Auteur: P.M. Bluyssen
Auteur: Kutter JS, de Meulder D, Bestebroer TM, van Kampen JJA, Molenkamp R, Fouchier RAM, Wishaupt JO, Fraaij PLA, Herfst S
Magazine: Antimicrobial Resistance and Infection Control
Verslagen
Eindverslag
Wij kwantificeerden pre-vaccinatie (2020/2021) SARS-CoV2 transmissie in het voortgezet onderwijs en onderzochten de associatie met binnenklimaat en COVID19 mitigatie maatregelen. Hiertoe combineerden we omgevings-en virologische metingen in experimentele settings en veldstudies in 18 VO-scholen, aangevuld met 4 gedetailleerde SARS-CoV2 uitbraak onderzoeken. Tijdens een periode met lage populatie-immuniteit en beperkte maatregelen in het onderwijs, bleek er sprake van onopgemerkte SARS-CoV2 transmissie op scholen. Voorts bleken de landelijke overheidsmaatregelen gericht op vermindering van contacten effectief in het verlagen van de SARS-CoV2 incidentie in scholen, maar een additioneel positief effect van zelf-geïnitieerde lokale maatregelen door scholen werd niet gevonden. Tijdens het onderzoek werden aanpassingen in ventilatiepraktijken doorgevoerd hetgeen de generalizeerbaarheid van de condities enigszins beperkt. Echter, een effect van hogere CO2-concentratie in klaslokalen op de SARS-CoV2 incidentie in scholen werd niet gevonden en er was geen bewijs voor grootschalige omgevingscontaminatie met SARS-CoV2, ook niet tijdens uitbraken. De gezamenlijke resultaten suggereren een beperkte rol voor transmissie via de lucht over langere afstanden onder de heersende condities in scholen tijdens het onderzoek. Het onderzoek heeft ook bijgedragen aan optimalisatie van bemonsteringstechnieken voor virus bevattende aerosolen en CO2 metingen in klaslokalen.
Om vast te stellen welke rol middelbare scholen spelen in de verspreiding van SARS-CoV-2, zijn 20 middelbare scholen voor 4-6 maanden gevolgd. In deze periode is wekelijks data verzameld over het aantal absenties vanwege thuis quarantaine,ziekte in het algemeen en de bevestigde SARS-CoV-2 infecties. Daarnaast zijn zogenaamde EDCs (electrostatic dust collectors) geïnstalleerd in de diverse ruimtes binnen de deelnemende scholen, om passief lucht te bemonsteren en vast te stellen of het virus ook in de lucht aanwezig is. Tegelijkertijd is in de scholen informatie verzameld over de bezetting van de ruimtes en de getroffen ventilatie maatregelen in de scholen. Als laatste zijn er dezelfde ruimtes CO2- en luchtvochtigheidsmetingen verricht om te bepalen hoe goed de scholen daadwerkelijk ventileren. Na afloop van het onderzoek zal de aanwezigheid van SARS-Cov-2 in de EDC monsters onderzocht worden, waarna, indien aanwezig, relaties met o.a. ventilatie regime, bezettingsgraad en SARS-Cov-2 incidentie wordt onderzocht.
Additioneel zijn er binnen het prospectieve onderzoek 4 uitbraak onderzoeken verricht. Indien er een cluster van besmettingen plaatsvond, werden alle schoolcontacten van deze index cases uitgenodigd voor een keel-neus-wat en speekselmonster afname en werden deze monsters middels een PCR-test getest op de aanwezigheid van het virus. Na ongeveer een week werd deze procedure herhaald en kon de mate van verspreiding in kaart worden gebracht. Additioneel zijn er lucht- en oppervlaktemonsters afgenomen en deze zijn getest op de aanwezigheid van het virus.
De dataverzameling van het prospectieve onderzoek zal lopen tot medio juni.
Ter ondersteuning van de schoolstudies zijn er diverse lab-studies uitgevoerd. Met behulp van nevel wordt de weg van aersolen/druppels onder verschillende ventilatie regimes in kaart gebracht. Daarnaast zijn er metingen uitgevoerd om te bepalen hoeveel CO2 meters er in lokalen nodig zijn om de CO2 gehaltes zo nauwkeurig mogelijk te bepalen. Als laatste zijn er experimenten in een frettenmodel uitgevoerd waarbij de efficiëntie van verschillende air samplers om virussen uit de lucht op te vangen is bestudeerd. De beste samplers werden tijdens het uitbraak onderzoek ingezet om een zo betrouwbaar mogelijk resultaat te verkrijgen.