Microsatellite instability as a marker of poor survival in patients with resectable gastric cancer when treated with perioperative chemotherapy
Projectomschrijving
Samenvatting na afronding
In deze studie is onderzocht wat het effect van chemotherapie met 5-FU is op de behandeling van maagkanker met een MSI-subtype.
Resultaten
Uit analyse is gebleken dat de MSI-subtype maagkanker alleen een gunstige prognostische factor is voor vrouwen en na de behandeling werd maar in zeldzame gevallen een goed effect van de chemotherapie met 5-FU vastgesteld.
Echter, met deze studie is nog niet bewezen dat deze patiënten geen voordeel zouden hebben als ze niet met chemotherapie behandeld zouden worden. Het voordeel van chemotherapie bij deze patiëntengroep blijft dus onzeker.
Er is verder gebleken dat een deel van de patiënten met MSI-maagtumoren die wel goed op de chemotherapie reageerden ook kenmerken van sterke slijmvorming vertoonden. Dit zou een potentiële nieuwe biomarker kunnen zijn om MSI-maagtumorpatiënten te kunnen differentiëren die mogelijk wel goed op chemotherapie zouden reageren. Dit moet verder onderzocht worden.
Ten slotte, bij kwetsbare patiënten met MSI-maagkanker voor wie chemotherapie lastig is om vol te houden, zou overwogen kunnen worden om af te zien van chemotherapie.
Samenvatting bij start
De standaardbehandeling voor niet uitgezaaide maagkanker bestaat uit een operatie en perioperatieve chemotherapie. Het lijkt er echter op dat patiënten, waarbij de tumor een specifiek genetisch kenmerk heeft (namelijk microsatelliet instabiliteit (MSI)), eerder overlijden als zij chemotherapie ondergaan. Daarbij worden zij ook blootgesteld aan eventuele bijwerkingen. De beschikbare data zijn op dit moment nog onvoldoende zeker om deze patiëntengroep de chemotherapie te onthouden.
Doel
Het doel van dit project is om vast te stellen of patiënten met een MSI-tumor inderdaad geen baat hebben van chemotherapie, en mogelijk door de chemotherapie juist een veel kortere overleving hebben.
In dit project wordt een grote serie maagkankers onderzocht op MSI en wordt gekeken of de overleving in deze groep inderdaad zo kort is als verwacht en vergeleken met de overleving van patiënten met een tumor zonder MSI.
Verwachte uitkomst
Deze analyses zullen bijdragen om elke patiënt met maagkanker de optimale behandeling te kunnen bieden.
Producten
Auteur: H. Biesma, K. Sikorska, D. Hoek, H. van Essen, B. Ylstra, E. Meershoek - Klein Kranenbarg, C. van de Velde3 H. van Laarhoven, J. van Sandick, M. Nordsmark, M. Jespersen, M. Verheij, A. Cats, N. van Grieken
Auteur: H.D. Biesma, A.T.T.D. Soeratram, K. Sikorska, I.A. Caspers, H.F. Van Essen, J.M.P. Egthuijsen, A. Mookhoek, D.M. Hoek, W. Vos, H.W.M. Van Laarhoven, M. Nordsmark, D.L. Van der Peet, F.A.R.M. Warmerdam, M.M. Geenen, O.J.L. Loosveld, J.E.A. Portielje, M. Los, E. Meershoek -Klein Kranenbarg, H.H. Hartgrink, J. Van Sandick, C.J.H. Van de Velde, M. Verheij, A. Cats, B. Ylstra, N.C.T. Van Grieken.
Auteur: H. Biesma, K. Sikorska, D. Hoek, H. van Essen, B. Ylstra, E. Meershoek - Klein Kranenbarg, C. van de Velde3 H. van Laarhoven, J. van Sandick, M. Nordsmark, M. Jespersen, M. Verheij, A. Cats, N. van Grieken
Auteur: Hedde D. Biesma, Alexander Quaas, Anna D. Wagner, Marcel Verheij, Mark I. van Berge Henegouwen, Birgid Schoemig-Markiefka, Aylin Pamuk, Thomas Zander, Janna Siemanowski, Karolina Sikorska, Jacqueline M. P. Egthuijsen, Elma Meershoek-Klein Kranenbarg, Cornelis J. H. van de Velde, Reinhard Buettner, Hakan Alakus, Annemieke Cats, Bauke Ylstra, Hanneke W. M. van Laarhoven, Nicole C. T. van Grieken.
Link: https://gastriccancerconference.com/program/preliminary-schedule/
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
BACKGROUND: Perioperative chemotherapy is considered the standard of care for patients with resectable gastric cancer (GC). Still, there is large variability in response to the treatment among patients. Also, the majority of these patients encounter severe chemotherapy-induced side effects. Microsatellite instability (MSI) is a distinct molecular subtype that is present in approximately 10-20% of GCs. The positive prognostic value of MSI has been well established. Data on the predictive value are still limited. HYPOTHESIS: These limited data however suggest that MSI tumours show poor histopathological response to neoadjuvant chemotherapy and have worse overall survival compared to surgery alone. AIM of this study is to gain evidence that patients with MSI-GC have worse overall survival when treated with perioperative chemotherapy compared to MSS-GC PATIETNS & METHODS: Tumor tissues from patients treated in the phase III clinical trial (CRITICS) that compared perioperative chemotherapy with preoperative chemotherapy, surgery and postoperative chemoradiotherapy, will be analysed for MSI status. MSI status will be correlated to survival and histopathological response. SAMPLE SIZE CALCULATION: Assuming 10% prevalence of MSI tumours 155 events are required to detect a hazard ratio (MSI/MSS) of 2.0 with 80% power at the two-sided alpha level 0.05. A total of 250 patients from each treatment arm (N=500 in total) will be included in this study. ANTICIPATED RESULTS: We expect that patients with MSI-GCs do not benefit from perioperative chemotherapy and have limited or no histopathological response. If we can confirm our hypothesis this would indicate that all resectable GCs should be tested for MSI and that patients with MSI-GCs no longer should be treated with perioperative chemotherapy. We estimate that this would save 50-100 lives annually in the Netherlands. Testing of all resectable GCs for MSI status in the Netherlands would be cost-effective.