Mobiele menu

Vervolg

Onderzoek

Het retrospectieve onderzoek laat zien dat patiënten met kanker, patiënten met cardiovasculaire problemen, patiënten met digestieve problemen en patiënten met metabole problemen hebben een grotere kans om tijdens waarneemdiensten verwezen te worden naar het ziekenhuis. Patiënten die thuis verpleegkundige zorg krijgen en patiënten wiens eigen huisarts gegevens heeft overgedragen aan de waarneemdienst hebben een kleinere kans om verwezen te worden naar het ziekenhuis tijdens waarneemdiensten.
Ziekenhuisopnames blijken lang niet altijd ongewenst (69% van de patiënten wilde op het moment dat moest worden besloten over ziekenhuisopname wel naar het ziekenhuis). Eenmaal in het ziekenhuis kreeg 84% nog een of meerdere behandelingen. Voor 70% was de laatste ziekenhuisopname maximaal één maand voor het overlijden.
Achteraf gezien vond een kwart van de huisartsen dat de ziekenhuisopname van hun patiënt vermeden had kunnen worden door een pro actieve houding van de arts zelf en betere communicatie tussen artsen onderling en artsen en verpleegkundingen.

De kans op opname in het ziekenhuis neemt af als in de laatste levensfase vijf strategieën in samenhang worden uitgevoerd:

  • markeren dat de dood nadert en een omslag maken in het denken
  • in staat zijn om acute behandelingen en zorg te geven aan het levenseinde
  • anticiperende gesprekken en interventies uitvoeren voor het omgaan met te verwachten problemen
  • op een holistische wijze patiënten en familie begeleiden en monitoren gedurende het ziekteproces
  • continuïteit in zorg en behandeling thuis garanderen

Belangrijke interventies die ziekenhuisopname kunnen voorkomen zijn:

  • tijdig bespreken van wensen aan het levenseinde (advance care planning)
  • de inzet van multidisciplinaire thuiszorgteams
  • gestructureerde overdracht naar de huisartsenpost
  • standaard “zo nodig” medicatie in de koelkast bij de patiënt thuis bewaren
  • een zorgplan bij de patiënt thuis leggen (voor betere overdracht, maar ook voor meer regie)
  • een landelijke informatiecampagne over palliatieve zorg om zo kennis van burgers te verhogen over wat mogelijk is in de laatste levensfase
  • aandacht voor mantelzorgers.

Aanbevelingen

De meest voorkomende voornaamste redenen voor ziekenhuisopnames in de laatste levensmaanden zijn symptomatische problemen, die mogelijk ook thuis behandeld kunnen worden. Om te voorkomen dat deze symptomen leiden tot ziekenhuisopnames moeten huisartsen en wijkverpleegkundigen hierop anticiperen door patiënten en familie tijdig hierover te informeren en regelmatig te bezoeken om de toestand te monitoren. Een “medicatiekit” met “zo nodig” medicatie bij de patiënt thuis kan uitkomst bieden.
Daarnaast is een meer pro actieve houding nodig ten aanzien van het plannen van de laatste levensfase, met advance care planning (tijdig bespreken van wensen aan het levenseinde) en tijdige overdrachten tussen artsen.

Onderwijs

Deze aspecten zouden in initiële opleidingen en bijscholingen van artsen en verpleegkundigen aan de orde moeten komen. Ook zijn er meer artsen en verpleegkundigen nodig met een specialisatie in palliatieve zorg, die collega’s kunnen trainen en ondersteunen.

Kenmerken

Projectnummer:
11510005
Looptijd: 100 %
Looptijd: 100 %
2009
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc