Hoe nu verder

Kostenbesparing

Indien huisartsen routinematig nieuwe potentiële patiënten met COPD gaan opsporen, kan het werken met de onderzochte diagnostische strategie een besparing opleveren van € 194,- per patiënt. De berekening en toelichting vindt u in de pdf (zie Downloads).

Implementatie van de onderzoeksresultaten

Richtlijnontwikkeling en –herziening

Op basis van het onderzoek is de richtlijn nog niet aangepast (bron: projectleider) Algemene informatie over relevante richtlijnen en zorgstandaarden: 
  • Richtlijn Ketenzorg COPD: In 2004 hebben acht landelijke organisaties, waaronder de NHG en de Vereniging Astmacentra Nederland (VAN), de Stichting Ketenkwaliteit COPD opgericht. Doel is de groeiende groep mensen met COPD betere zorg te bieden. In 2005 is de richtlijn “Ketenzorg COPD” ontwikkeld (cbo.nl).
  • Zorgstandaard COPD: In 2010 ontwikkeld door de Longalliantie Nederland (LAN) in samenwerking met de beroepsverenigingen. De inhoud van de zorg voor mensen met COPD is gebaseerd op de meest recente richtlijnen, protocollen en relevante afspraken. In 2011 kwam de patiëntenversie van de Zorgstandaard COPD uit. Uit onderzoek van TNS NIPO blijkt deze bij ruim de helft van de huisartsen en driekwart van de praktijkondersteuners bekend te zijn. Niet iedereen blijkt er mee aan de slag te gaan (Longalliantie.nl).

Naleving van de richtlijn en effectmeting in de praktijk

Hoewel in toenemende mate spirometrie wordt gebruikt in de huisartspraktijk zijn er geen exacte gegevens bekend over het naleven van de resultaten van het onderzoek (bron: projectleider). De aanbevolen strategie (Anamnese, lichamelijk onderzoek, spirometrie in de 1e lijn) én het oordeel van de longarts kan leiden tot verdere kwaliteitsverbetering in combinatie met kostenreductie (bron: NVALT). Algemene informatie over de naleving van richtlijnen en effectmeting in de praktijk:
  • Nationaal Actieprogramma Chronische Longziekten 2011 (NACL): Het NACL heeft een looptijd van vijf jaar en kent vijf doelen: 25% minder opnamedagen in het ziekenhuis; 15% vermindering verloren werkdagen; 20% meer rendement in kwaliteit van leven per euro die aan inhalatiemedicatie wordt besteed; 25% minder kinderen onder de 18 jaar die beginnen met roken; 10% minder doden door chronische longaandoeningen. Deze doelen kunnen worden bereikt door verbetering van preventie en zorg voor longpatiënten, meer doelmatigheid en meer arbeidsparticipatie.
  • Raming kosten COPD: In 2013 heeft het RIVM in haar rapport “Maatschappelijke kosten voor astma, COPD en respiratoire allergie” aangegeven dat de kosten voor mensen met COPD de komende 20 jaar stijgen met 28%. De belangrijkste kostenposten hierbij zijn geneesmiddelen,  ziekenhuisopnames en langdurige zorg.

Wie zijn aan zet

  • De beroepsgroepen, LHV/NHG en de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT), kunnen een betekenisgevende rol spelen in de naleving van de richtlijn. Afgaand op de doelen van het NACL kunnen o.a. huisartsen, longartsen, NHG, OMS, LAN en de NVALT  een betekenisgevende rol  spelen in het vergroten van de doelmatigheid van de COPD zorg. Op dit moment is niet bekend welke concrete plannen er bij deze partijen liggen.
  • Zorgverzekeraars: Inkoopbeleid gericht op gecoördineerde COPD zorg; de zorgstandaard COPD (waar o.a. kwaliteitsindicatoren onderdeel van uitmaken) vormt de basis voor het inkopen van ketenzorg.
N.B. Er is in het algemeen nog veel onduidelijkheid over waar verantwoordelijkheden liggen omtrent naleving van richtlijnen: op microniveau (instelling / zorgprofessionals) dan wel meso-, macroniveau (systeem / wetenschappelijke vereniging). Een belangrijke rol wordt toegedacht aan netwerken en consortia.