Kostenbesparing
Afwachtend beleid leidt tot een daling van ongeveer 60% van het aantal operaties. Dat kan resulteren in een besparing aan directe medische kosten van € 541,- per kind. De berekening en toelichting vindt u in de pdf (zie Downloads).
Implementatie van de onderzoeksresultaten
Richtlijnontwikkeling en -herziening
De onderzoeksresultaten worden momenteel meegenomen bij de revisie van de huidige richtlijn voor Ziekten van Adenoïd en Tonsillen in de Tweede lijn (ZATT-richtlijn) uit 2007. Daarin werd destijds geconcludeerd dat er te weinig onderzoek is verricht naar de effectiviteit van adenotomie bij kinderen met recidiverende BLWI. Het is nog niet bekend wanneer de herziene richtlijn wordt verwacht.
Naleving van de richtlijn en effectmeting in de praktijk
Over de te verwachten afname van het aantal neusamandeloperaties kan de KNO vereniging geen betrouwbare schatting geven (bron: website KNO vereniging).
Wie zijn aan zet
Het is op dit moment aan de KNO artsen en de Nederlandse Vereniging van Keel-, Neus- en Oorheelkunde om de resultaten van bovenstaand onderzoek om te zetten in praktijk. Het onderwerp is geagendeerd binnen het Convenant Gepast Gebruik van Zorg. Het onderwerp wordt ook vermeld in het Signalement Verstandig Kiezen (zie Downloads). Gewenst resultaat is ten aanzien van:
- KNO artsen: Conservatievere uitvoeringspraktijk conform de richtlijn door de beroepsgroep: minder operaties.
- Patiënten(organisatie): Het ontwikkelen van patiëntinformatie en cultuuromslag bij patiënten.
- Zorgverzekeraars: Aandacht voor inkoopbeleid.
KNO Wetenschapsagenda Op 25 april 2013 ontving ZonMw directeur Henk Smid uit handen van Peter Paul van Benthem (bestuurslid KNO vereniging) de KNO wetenschapsagenda. De wetenschapsagenda past in het kwaliteitsbeleid van de vereniging. De KNO-artsen willen werken vanuit de kwaliteitsverbeteringscyclus. Hiaten in kennis worden geëxpliciteerd en vervolgens benoemd als onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek. Wanneer er al wel kennis voor handen is, worden aanbevelingen gedaan voor richtlijnontwikkeling. Het Verloskundig Consortium van de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie is hierin reeds voor gegaan.
