Interview met projectleider
3 vragen aan Dineke Feenstra
januari 2021
Dineke Feenstra is projectleider van het project 'The effectiveness of early intervention (MBT-early) versus standard protocolized treatment (CBT) for emerging borderline personality disorder in adolescents: a randomized controlled trial'. Wat gaat het project onderzoeken en waarom? Op welke wijze gaat het onderzoek uitgevoerd worden? En welke resultaten hoopt ze te behalen? Op deze 3 vragen geeft zij ons antwoord.
Kunt u uitleggen waar u onderzoek naar doet en waarom u dat doet?
In deze studie gaan we onderzoek doen naar de effectiviteit van het vroegtijdig signaleren en behandelen van borderline problemen bij jongeren. Heel wat onderzoek laat immers zien dat een borderline-persoonlijkheidsstoornis niet alleen tijdens, maar ook na de puberteit, zeer ernstige gevolgen kan hebben. Deze mensen hebben als volwassene vaak nog erg veel behandeling nodig. Ze blijken bovendien vaker na een behandeling maar matig sociaal en professioneel te herstellen. Door vroeg in te grijpen zou je zulke negatieve gevolgen kunnen voorkomen. Nu gebeurt dat vaak niet of te laat. Dat komt omdat veel hulpverleners de diagnose niet goed herkennen, mede omdat deze jongeren zich vaak melden met een reeks van andere klachten, zoals angst en depressie. Daar wordt de behandeling dan vaak eerst op gericht. Nochtans blijkt uit eerder onderzoek dat dit niet zo effectief is bij jongeren die naast deze angst- en stemmingsklachten ook last hebben van borderline problemen. Het zou kunnen dat een behandeling die meteen deze problemen aanpakt, beter werkt. In deze studie onderzoeken we zo’n vroege-interventiebenadering, MBT-early. MBT-early is een korte behandeling, gebaseerd op Mentalization-Based Treatment (MBT), waarin de focus ligt op de persoonlijkheidsproblematiek. Die benadering willen we vergelijken met de reguliere behandeling die door de richtlijnen voor angst en depressie wordt voorgeschreven: Cognitieve Gedragstherapie (CGT).
Op welke manier gaat u dat onderzoek uitvoeren?
Jongeren die in aanmerking komen voor het onderzoek en bereid zijn om deel te nemen worden gerandomiseerd tussen MBT-early en CGT. Het onderzoek zal bij verschillende instellingen plaatsvinden: Mentaal Beter en GGz Breburg. We zullen bij start, tijdens en na de behandeling vragenlijsten afnemen om de effectiviteit in kaart te brengen. Daarbij onderzoeken we niet alleen de werkzaamheid op het gebied van borderline symptomen en angst- en stemmingsklachten, de respectievelijke focus van beide behandelingen, maar ook op sociaal functioneren, zoals de kwaliteit van de vriendschappen van deze jongeren en hun functioneren op school. Dat past helemaal binnen onze visie dat het voorkomen van uitval op deze gebieden cruciaal is voor de uiteindelijke prognose.
Welke resultaten hoopt u te behalen?
We hopen dat de resultaten bij gaan dragen aan het beter afstemmen van de behandeling op de specifieke kwetsbaarheid van deze jongeren. Voor heel wat jongeren volstaan de huidige richtlijnen wellicht, maar mogelijk bestaat er een subgroep van angstige en depressieve jongeren die meer gebaat zijn bij een directe behandeling op hun persoonlijkheidsproblemen. Als dat zo is, dan richt dat de aandacht op het belang van het tijdig signaleren en behandelen van beginnende borderline persoonlijkheidsproblematiek.