Aanvraag aanvullingsronde infectieziektebestrijding 2018 ‘Optimaliseren van de behandeling van chronische Q koorts: nieuwe diagnostische technieken’
Q-koorts is een bacteriële infectieziekte die van dieren kan overgaan naar mensen. De ziekteverschijnselen van deze infectieziekte zijn vergelijkbaar met die van griep. Q-koorts heeft ook een chronische vorm. Hierbij blijft de bacterie langer in het lichaam en zorgt dan voor een langdurige ontsteking. Chronische Q-koorts is een vrij zeldzame ziekte en daardoor is het nog niet helemaal duidelijk hoe de ziekte het beste gediagnosticeerd, behandeld en gemonitord moet worden. Dit kan er toe leiden dat de ziekte laat wordt vastgesteld, waardoor behandeling te laat gestart wordt en patiënten bij de diagnose al complicaties hebben. Daarnaast is het moeilijk om het effect van de behandeling te beoordelen: hiervoor moeten antistoffen bepaald worden, maar de hoogte daarvan komt niet altijd overeen met het daadwerkelijke effect van de behandeling.
Doel
Dit project borduurt voort op de kennis die is opgedaan in een eerder onderzoek naar de effectiviteit van verschillende behandelstrategieën voor Q-koorts. Uit dit onderzoek werd duidelijk hoe slecht de prognose van chronische Q-koorts is en dat er nog veel vragen onbeantwoord blijven. Het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) en Radboudumc hebben verder onderzoek verricht naar het optimaliseren van de behandeling van chronische Q-koorts. De bovengenoemde partijen hebben in het onderzoek onderzocht of het voorzetten van behandeling kan worden gebaseerd op diagnostische waardes. Daarnaast is de waarde van een nieuwe diagnostische methode, fluorescentie in-situ hybridisatie (FISH), als alternatief voor het gebruikelijke methode Polymerase Chain Reaction (PCR) onderzocht. De resultaten van dit onderzoek kunnen richting geven aan de verbetering van de diagnostiek en behandeling van patiënten met chronische Q-koorts.
Resultaten
Uit het onderzoek blijkt dat de waarde van de antistoffen niet de basis moet vormen voor de keuze om de behandeling door te zetten, omdat deze waarde de infectie of therapie-falen niet voorspelt. Daarnaast laten de resultaten zien dat de FISH-diagnostiek geen beter alternatief is voor de huidige PCR diagnostiek. Echter, er waren twee placentaweefsels met de FISH-methode duidelijk positief, terwijl de PCR een negatieve test uitwees. Op basis van de opgedane kennis word het onderzoek voortgezet.
Verslagen
Eindverslag
Tussen 2007 en 2010 beleeft Nederland de grootste Q-koortsuitbraak ooit beschreven. Bij zo’n één tot vijf procent van de mensen die besmet raken met de Q-koorts bacterie blijft de ziekte chronisch aanwezig en infecteert dan de aorta of hartklep. Patiënten met chronische Q-koorts moeten minimaal anderhalf jaar worden behandeld met antibiotica en nog jaren worden gemonitord. Chronische Q-koorts is een vrij zeldzame ziekte en daardoor is het nog niet helemaal duidelijk hoe de ziekte het beste gediagnosticeerd, behandeld en gemonitord moeten worden. In dit onderzoek hebben we gevonden dat antistoffen testen tijdens de behandeling en monitoring van chronische Q-koorts patiënten een slechte afloop niet voorspelt. Er kan beter gekeken worden naar andere factoren van ziek zijn. Ook hebben we gekeken hoe de bacterie het best kan worden opgespoord. Een relatief nieuwe techniek met de afkorting FISH lijkt het niet beter te doen dan de huidige diagnostische techniek (PCR), maar mogelijk kan FISH wel in specifieke gevallen een toevoeging zijn.