Mobiele menu

Antacid use as facilitating factor for acquisition of Extended-Spectrum Beta-Lactamase-producing Enterobacteriaceae

Projectomschrijving

Sommige bacteriën worden resistent tegen antibiotica door stoffen, ESBL, te produceren die antibiotica afbreken. Eerder toonden wij aan dat ruim 8% van gezonde mensen dergelijke bacteriën bij zich heeft in de ontlasting (=dragerschap). Daarnaast vonden wij aanwijzingen dat mensen die maagzuurremmers gebruiken vaker ESBL-producerende bacteriën bij zich hebben dan mensen die deze medicatie niet gebruiken. Nu willen wij de relatie tussen maagzuurremmers en dragerschap van ESBL-bacteriën bevestigen en nauwkeuriger in kaart brengen, door mensen met ESBL-bacteriën te vergelijken met mensen die deze bacteriën niet bij zich hebben. Wij zullen kijken naar leeftijd, geslacht, medicatiegebruik en leefstijl. Maagzuurremmers zijn vrij verkrijgbaar en worden door ruim 2 miljoen Nederlanders gebruikt. Als blijkt dat deze middelen inderdaad de kans op dragerschap van ESBL-bacteriën verhogen, zal het gebruik ervan gereguleerd moeten worden om onnodig gebruik te voorkomen.

Verslagen


Eindverslag

Sommige bacteriën worden resistent tegen antibiotica door stoffen, ESBL, te produceren die antibiotica afbreken. Wij hebben de relatie tussen gebruik van maagzuurremmers en dragerschap van deze bacteriën in de darm bestudeerd.
Mensen die drager waren van ESBL-producerende bacteriën in de ontlasting hebben we in twee verschillende onderzoeken vergeleken met mensen die deze bacteriën niet bij zich hadden. Het ene onderzoek werd in een steekproef van de algemene volwassen bevolking uitgevoerd, het andere in een academisch ziekenhuis. Uit de ziekenhuisstudie bleek dat patiënten die maagzuurremmers gebruiken vaker deze resistente bacteriën bij zich dragen. Ernst van ziekte en gebruik van andere medicatie werden meegewogen, maar bleken nauwelijks effect te hebben. In de algemene bevolking namen wij waar dat 7-8% van de volwassenen ESBL-producerende bacteriën bij zich draagt; het effect van maagzuurremmers was minder duidelijk dan in het ziekenhuis. Tot slot hebben wij een systematische analyse uitgevoerd van alle studies die over dit onderwerp gepubliceerd zijn en de resultaten van deze studies met die van onze studies kwantitatief gebundeld en samen geanalyseerd. Dit bevestigde dat gebruik van zuurremmers de kans op dragerschap van resistente bacteriën ongeveer 1,6 maal verhoogt.
Maagzuurremmers worden door ruim 2 miljoen Nederlanders gebruikt, niet altijd omdat ze nodig zijn, maar uit gewoonte. Onze resultaten benadrukken dat onnodig gebruik van zuurremmers vermeden moet worden. Dit is reeds kenbaar gemaakt bij huisartsen; wij zullen dit nog bespreken in andere medische gremia om ook medische specialisten aan te sporen tot zorgvuldig voorschrijven van maagzuurremmers.

Het doel van dit onderzoek is na te gaan of het gebruik van maagzuurremmers inderdaad het risico op kolonisatie en/of infectie met resistente bacteriën (extended-spectrum beta-lactamasen producerende bacteriën = ESBL producerende bacteriën) vergroot. Daarnaast willen wij het risico nauwkeuriger kwantificeren en nagaan of het risico verschilt per soort maagzuurremmer. Dit doen we door 2 case-control studies, in verschillende populaties. Beide studies lopen op dit moment, het is nog te vroeg voor resultaten over risico's. Wel lijkt uit de eerste metingen dat deze resistente bacteriën in de Nederlandse bevolking eerder toe dan afgenomen zijn. Of dit werkelijk zo is, kunnen wij pas definitief zeggen op het einde van het onderzoek.

Samenvatting van de aanvraag

Antibiotic resistance due to extended-spectrum beta-lactamases is an increasing world-wide problem. In a previous study we identified antacid use (mainly proton pump inhibitors) as a possible novel risk factors for carriage of extended-spectrum beta-lactamase producing Enterobacteriaceae (ESBL-E) in the community in the region of Amsterdam. Because of the widespread use of proton pump inhibitors, we propose to confirm and quantify the risk associated with antacid use in two large case-control studies embedded in ongoing studies: the PIENTER study and ISIS-AR. In these two studies we will address different and complementary aspects, based on the different data that will be collected in PIENTER and that are available in ISIS-AR. PIENTER is a national survey, held every 10 years to assess how well the population of the Netherlands is protected against infectious diseases covered by the national vaccination program. It involves questionnaires on general health, medication use, travel, and the collection of blood, saliva and fecal samples. For the present additional study, that will be embedded in the PIENTER survey, fecal samples will be analyzed for the presence of ESBL-E and carbapenemase-producing Enterobacteriaceae (CPE). Persons with ESBL-E and/or CPE positive samples (= cases) will be compared to persons with negative fecal cultures (= controls). Data extracted from the questionnaires will be analyzed by univariate and multivariate logistic regression. ISIS-AR is an ongoing surveillance program of the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) in collaboration with the Dutch Society of Medical Microbiology and Dutch clinical microbiology laboratories and collects routine antibiotic susceptibility data from clinical microbiology laboratories. Patients of general practitioners with ESBL-E and/or CPE in urine specimens (= cases) will be compared to patients with urine specimens with sensitive Enterobacteriaceae (= controls). They will receive a questionnaire with detailed questions on antacid use and on relevant risk factors such as travel and antibiotic use. Data of this case-control study will also be analyzed by univariate and multivariate logistic regression. The two case-control studies will be of sufficient size to analyze whether antacid use not only is an important risk factor for ESBL-E acquisition and infection by itself, but also whether it increases the risk of other risk factors, like travel or antibiotic use. If use of antacids is confirmed as a risk, this will corroborate the idea that ESBL-E are mainly acquired through ingestion and pass more easily through a less acid-producing stomach. This will have major public health consequences, since proton pump inhibitors (PPI) are used by more than two million people in the Netherlands.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
541001010
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2017
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. C.M.J.E. Vandenbroucke-Grauls