Attentional processes in the development and maintenance of substance abuse and dependence
Rol van aandachtsprocessen bij middelenmisbruik
Mensen die middelen gebruiken hebben relatief sterk de neiging hun aandacht te richten op de middelen waaraan ze verslaafd zijn. Daarbij kunnen ze hun aandacht slechts moeilijk herrichten als ze het onderwerp van hun hunkering eenmaal hebben waargenomen.
Doel
Met dit onderzoek wil men nagaan of dit type aandachtsprocessen ook een rol speelt bij het ontstaan van middelenmisbruik bij mensen die nog niet verslaafd zijn. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey (TRAILS), waarin ruim 2000 kinderen vanaf 11 jaar sinds 2002 elke twee jaar onderzocht worden op neuropsychologische aspecten en op hun geestelijk, maatschappelijk en lichamelijk functioneren. Het doel van dit project is om te onderzoeken of en hoe aandachtsprocessen betrokken zijn bij de ontwikkeling en het vasthouden van een verslaving. Het project levert mogelijk een diagnostisch instrument en een nieuwe interventie op.
Doelgroep
Behandelaars verslavingszorg
Producten
Auteur: Ostafin, B.D., De Jong, P.J., Kassman, K.T., & van Hemel-Ruiter, M.E.
Magazine: Drug and Alcohol Dependence
Auteur: Jonker, N.C., Ostafin, B.D., Glashouwer, K.A., van Hemel-Ruiter, M.E., & de Jong, P.J.
Magazine: Addictive Behaviors
Auteur: van Hemel-Ruiter, M.E., de Jong, P.J., Oldehinkel, A.J., & Ostafin, B.D.
Magazine: Psychology of Addictive Behaviors
Auteur: Madelon E. van Hemel-Ruiter, Peter J. de Jong, Reinout W. Wiers
Magazine: Addictive Behaviors
Verslagen
Eindverslag
Middelenmisbruik is een groeiend probleem onder (jonge) adolescenten. Dit project onderzocht de rol van selectieve aandacht voor belonende stimuli in het algemeen en verslavende middelen in het byzonder bij het onstaan en voortduren van middelenmisbruik.
Deel 1 van dit project onderzocht of jongeren die relatief gevoelig zijn voor beloning in het algemeen en van wie de aandacht automatisch wordt getrokken door stimuli die verwijzen naar mogelijke beloning een vergroot risico zouden lopen om middelen te gaan misbruiken. Een grote groep jongeren van rond de 16 jaar speelde daartoe een soort computerspel om de aandacht voor beloning te meten. Daarnaast is tijdens de zelfde meetsessie en 3 jaar later hun gebruik van middelen als alcohol en cannabis gemeten. In overeenstemming met het idee dat een algemene "appetitieve" aandachtbias (AB)een risicofactor is voor het ontwikkelen van middelenmisbruik, hing de sterkte van de AB samen met meer (ook toekomstig) middelengebruik.
Deel 2 richtte zich op de relatie tussen alcoholgebruik en AB voor alcohol stimuli onder scholieren en onderzocht of die relatie extra sterk zou zijn voor adolescenten met relatief geringe aandachtcontrole. De uitkomsten lieten inderdaad zien dat jongeren die meer dronken ook sterker de neiging hadden hun aandacht automatisch te richten op afbeeldingen van alcoholische drankjes (i.p.v. opfrisdrank), en dat deze tendens met name optrad bij deelnemers met een lage aandachtcontrole.
Deel 3 vergeleek een groep cliënten van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) met een groep op sekse, leeftijd en opleidingsniveau gematchte controle proefpersonen. De voorlopige bevindingen laten zien dat de groep proefpersonen met een diagnose van middelen afhankelijkheid of verslaving een significant sterkere aandachtbias liet zien voor middelenplaatjes dan de controle proefpersonen.Binnen de cliëntengroep van VNN kwam het misbruik van cannabis het meest voor (56 van de 78 personen). Een vervolganalyse naar de specifieke aandachtbias voor cannabis liet zien dat cliënten met een diagnose afhankelijkheid of misbruik van cannabis een significant sterkere aandachtbias hadden voor cannabisplaatjes dan hun gezonde leeftijdsgenoten. Dit was zowel het geval als de plaatjes 500 ms als 1250 ms werden aangeboden. Kortom ze vertoonden de neiging hun aandacht te blijven richten op de verslavende middelen.
De resultaten ondersteunen de hypothese dat selectieve aandacht voor beloning in het algemeen en voor verslavende middelen in het byzonder betrokken zijn bij de ontwikkeling van (overmatig) middelen gebruik onder adolescenten. De uitkomsten suggereren dat het behulpzaam zou kunnen zijn om als preventieve interventie het vermogen tot aandachtcontrole te trainen. Daarnaast lijkt het vanuit klinisch perspectief relevant interventies te ontwikkelen die de automatische selectieve AB voor de verslavende middelen kan verminderen.