The cost-effectiveness of abatacept, rituximab or anti-TNF alpha for patients with rheumatoid arthritis
De behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) richt zich op het onderdrukken van de ziekteactiviteit. Bij beginnende artritis adviseren de richtlijnen te starten met methotrexaat, soms in combinatie met een ander middel. Wanneer een patiënt onvoldoende reageert wordt geadviseerd een biological toe te voegen dat het ontstekingseiwit TNF-a remt. Momenteel is een vijftal TNF-a remmers beschikbaar. Daarnaast zijn er biologicals die gericht zijn tegen andere ontstekingsstoffen of cellen en effectief zijn bij de behandeling van RA. Onderzocht is welke behandeling moet volgen wanneer de eerste TNF-a remmer onvoldoende werkt: een andere TNF-a remmer of een biological met een ander werkingsmechanisme.
Resultaten
In totaal hebben 139 RA-patiënten, die onvoldoende reageerden op een TNF-a remmer, deelgenomen. Hiervan werden 50 patiënten behandeld met een andere TNF-a remmer, 46 met Rituximab en 43 met Abatacept. Geen significante verschillen werden gevonden tussen de drie groepen met betrekking tot werkzaamheid of bijwerkingen. Als de kosten worden meegenomen bleek de behandeling met Rituximab het meest kosteneffectief.
De studie is uitgevoerd in het samenwerkingsverband DREAM.
Richtlijn
De studieresultaten zijn opgenomen in de bijbehorende richtlijn in de FMS richtlijnendatabase
Auteur: Sofie Manders
Auteur: Manders SH, Kievit W, Adang E, Brus HL, Moens HJ5, Hartkamp A, Hendriks L, Brouwer E, Visser H9, Vonkeman HE, Hendrikx J, Jansen TL, Westhovens R, van de Laar MA, van Riel PL.
Magazine: Arthritis Research and Therapy
Het doel van dit onderzoek was het vergelijken van de kosteneffectiviteit vanuit een maatschappelijk perspectief van drie behandel opties, abatacept, rituximab of een TNF alpha blokker, voor patiënten met reumatoïde artritis die reeds gefaald hebben op een TNF alpha blokker. Tegelijkertijd zal de studie het gebruik van deze middelen in de dagelijkse praktijk, zoals doseringen, frequentie en de patiënten populatie evalueren. In lijn met de richtlijnen voor vergoeding van dure intramurale geneesmiddelen, hebben we een pragmatische gerandomiseerde studie vuitgevoerd. Om ‘confounding by indication’ te voorkomen zullen de patiënten gerandomiseerd worden over de drie behandel opties. Daarna wordt de patiënt behandeld naar het inzicht van de behandelde reumatoloog. Patiënten werden geïncludeerd als er besloten was om de behandeling met de eerste TNF alpha blokker te stoppen vanwege ineffectiviteit of het optreden van een bijwerking. we hebben drie bewezen effectieve opties voor patiënten die gefaald hebben op een eerste TNF alpha blokker onderzocht: abatacept, rituximab of een tweede TNF alpha blokker. De belangrijkste klinische uitkomstmaat is de DAS28 op 12 maanden na start met de behandeling. Verder zijn de maatschappelijke kosten en de voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren over de eerste 12 maanden primaire uitkomstmaten. Secondaire uitkomst maten zijn de functionaliteitsvragenlijst ‘Health Assessment Questionnaire’, de beschrijvende kwaliteit van leven vragenlijst ‘Short-Form 36’, tijd tot falen op de behandeling en het percentage patiënten dat van behandeling verandert gedurende de eerste 12 maanden.
1. doel: het vergelijken van de kosteneffectiviteit vanuit een maatschappelijk perspectief van drie behandel opties, abatacept, rituximab of een TNF alpha blokker, voor patiënten met reumatoïde artritis die reeds gefaald hebben op een TNF alpha blokker.
Tegelijkertijd zal de studie het gebruik van deze middelen in de dagelijkse praktijk, zoals doseringen, frequentie en de patiënten populatie evalueren.
2. studie opzet: In lijn met de in ontwikkeling zijnde richtlijnen voor vergoeding van dure intramurale geneesmiddelen, stellen we een pragmatische gerandomiseerde studie voor. Om ‘confounding by indication’ te voorkomen zullen de patiënten gerandomiseerd worden over de drie behandel opties. Daarna wordt de patiënt behandeld naar het inzicht van de behandelde reumatoloog.
3. populatie: patiënten kunnen geïncludeerd worden als de reumatoloog besloten heeft om de behandeling met de eerste TNF alpha blokker te stoppen vanwege ineffectiviteit of het optreden van een bijwerking.
4. interventie: Voor patiënten die gefaald hebben op een eerste TNF alpha blokker wegens ineffectiviteit of bijwerkingen zijn er drie bewezen effectieve opties: abatacept, rituximab of een tweede TNF alpha blokker.
5. uitkomstmaten: de primaire klinische uitkomstmaat is de DAS28 op 12 maanden na start met de behandeling. Verder zijn de maatschappelijke kosten en de voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren over de eerste 12 maanden primaire uitkomstmaten.
Secondaire uitkomst maten zijn de functionaliteitsvragenlijst ‘Health Assessment Questionnaire’, de beschrijvende kwaliteit van leven vragenlijst ‘Short-Form 36’, tijd tot falen op de behandeling en het percentage patiënten dat van behandeling verandert gedurende de eerste 12 maanden.
6. Groepsgrootteberekening: Tot op heden zijn er 101 patiënten in de studie geïncludeerd. Hiervan is 1 patiënt gestopt in verband met een gemetastaseerd carcinoom. Er gebruiken op dit moment 35 patiënten rituximab, 33 patiënten abatacept en 32 patiënten een TNF alpha blokker. Vanwege tegenvallende resultaten ten aanzien van de inclusie zouden we willen voorstellen om de groepsgrootteberekening bij te stellen. Uitgaande van een equivalentie marge van 0,4 punten op de DAS28 (in plaats van 0,3), 80% power en 10% drop-outs of missende gegevens, zijn er 44 patiënten per groep nodig (in plaats van 79) om, statistisch gezien, gelijke effectiviteit van de drie opties aan te tonen.
7. economische evaluatie: twee incrementele kosteneffectiviteitsratio’s zullen berekend worden: de extra kosten per gewonnen levensjaar en de extra kosten per punt verschil op de DAS28.
8. tijdspad: De studie zal lopen vanaf januari 2009 tot en met juni 2013. In de drie jaar zullen alle patiënten geïncludeerd worden. In totaal zal er vier jaar besteed worden aan dataverzameling, maar door de verspreide inclusie zal de follow-up tijd variëren van 1 jaar tot vier jaar. Het laatste half jaar zal besteed worden aan data-analyse en rapportage.