Cost-effectiveness of decision rules for the use of CT for minimal head injury
Producten
Auteur: Marion Smits, Diederik W Dippel, M G Myriam Hunink
Magazine: Journal of Trauma
Link: https://oce.ovid.com/article/00005373-200705000-00046/PDF
Auteur: Smits M, Dippel DWJ, Steyerberg EW, De Haan GG, Nederkoorn PJ, Kool DR, Vos PE, Dekker HM, Twijnstra A, Hofman PAM, Tanghe HLJ, Hunink MGM.
Magazine: Annals of Internal Medicine
Auteur: Marion Smits 1, Diederik W J Dippel, Ewout W Steyerberg, Gijs G de Haan, Helena M Dekker, Pieter E Vos, Digna R Kool, Paul J Nederkoorn, Paul A M Hofman, Albert Twijnstra, Hervé L J Tanghe, M G Myriam Hunink
Magazine: Annals of Internal Medicine
Link: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/17371884/
Auteur: Marion Smits 1, Gavin C Houston, Diederik W J Dippel, Piotr A Wielopolski, Meike W Vernooij, Peter J Koudstaal, M G Myriam Hunink, Aad van der Lugt
Magazine: Neuroradiology
Link: https://link.springer.com/article/10.1007/s00234-010-0774-6
Auteur: M Smits 1, M G M Hunink, P J Nederkoorn, H M Dekker, P E Vos, D R Kool, P A M Hofman, A Twijnstra, G G de Haan, H L J Tanghe, D W J Dippel
Magazine: Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry
Link: https://jnnp.bmj.com/content/78/12/1359.long
Auteur: Marion Smits,1* Diederik W.J. Dippel,2 Gavin C. Houston,3 Piotr A. Wielopolski,1 Peter J. Koudstaal,2 M.G. Myriam Hunink,1,4,5 and Aad van der Lugt
Magazine: Human Brain Mapping
Link: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6871259/
Auteur: Smits M, Dippel DW, Nederkoorn PJ, Dekker HM, Vos PE, Kool DR, van Rijssel DA, Hofman PA, Twijnstra A, Tanghe HL, Hunink MG.
Magazine: Radiology
Link: https://doi.org/10.1148/radiol.2452061509
Auteur: Smits M, Dippel DW, de Haan GG, Dekker HM, Vos PE, Kool DR, Nederkoorn PJ, Hofman PA, Twijnstra A, Tanghe HL, Hunink MG
Magazine: Radiology
Link: https://pubs.rsna.org/doi/10.1148/radiol.2452061509
Auteur: Smits M, Hunink MGM, Van Rijssel DA, Dekker HM, Vos PE, Kool DR, Nederkoorn PJ, Twijnstra A, Hofman PAM, Tanghe HLJ, Dippel DWJ.
Magazine: American Journal of Neuroradiology
Auteur: M Smits 1 , M G M Hunink, D A van Rijssel, H M Dekker, P E Vos, D R Kool, P J Nederkoorn, P A M Hofman, A Twijnstra, H L J Tanghe, D W J Dippel
Magazine: American Journal of Neuroradiology
Link: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18065509/
Auteur: Marion Smits 1, Diederik W J Dippel, Gijs G de Haan, Heleen M Dekker, Pieter E Vos, Digna R Kool, Paul J Nederkoorn, Paul A M Hofman, Albert Twijnstra, Hervé L J Tanghe, M G Myriam Hunink
Magazine: JAMA
Link: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16189365/
Auteur: Marion Smits
Verslagen
Eindverslag
Het licht traumatisch schedel-/hersenletsel (LTSH) vormt een belangrijke belasting voor de Nederlandse gezondheidszorg. Jaarlijks presenteren zich in Nederland naar schatting 60.000 LTSH-patiënten op de Spoedeisende Hulp. Na LTSH is er een kleine doch klinisch zeer relevante kans op neurocraniale complicaties (10%), die zeldzaam neurochirurgische interventie behoeven (0,5%). Juist voor deze laatste patiënten is snelle en betrouwbare diagnose middels CT geïndiceerd. Predictieregels kunnen gebruikt worden als hulpmiddel bij de selectie van LTSH-patiënten voor CT op basis van de aan- of afwezigheid van risicofactoren, die hun implementatie in de kliniek vinden in de vorm van klinische richtlijnen.
De selectie van patiënten voor CT brengt echter het inherente risico met zich mee, dat patiënten met een neurocraniale complicatie, en met name diegene met een indicatie tot neurochirurgisch ingrijpen, niet geïdentificeerd worden. In een kosten-effectiviteitsanalyse vergeleken we selectieve scanstrategieën waarin deze onzekerheid van selectie mee in overweging werd genomen, met het scannen van alle patiënten met LTSH.
Ten behoeve van de kosten-effectiviteitsanalyse voerden we eerst een vervolgstudie uit van alle 312 patiënten uit onze CT in Head Injury Patients (CHIP) studie die een neurocraniale traumatische bevinding op CT hadden (Smits M et al. JAMA 2005;294:1519-1525). We vonden dat de meerderheid van de patiënten met gecompliceerd LTSH volledig herstelt, maar dat postcommotionele klachten, zoals hoofdpijn, vermoeidheid en cognitieve klachten zoals geheugen- en concentratiestoornissen, nog lange tijd tot na het trauma kunnen voortduren (Smits M et al. Am J Neuroradiol 2008;29:506-513).
In de kosten-effectiviteitsstudie vonden we dat selectief scannen op basis van de Canadian CT Head Rule (CCHR; Stiell IG et al. Lancet 2001;357:1391-1396) was de meest kosten-effectieve strategie en kan leiden tot een jaarlijkse kostenbesparing in Nederland van 5 miljoen euro. Deze bevinding is echter alleen valide onder de aanname dat deze predictieregel zeer sensitief is voor de identificatie van patiënten die neurochirurgische interventie behoeven. Bij een lagere sensitiviteit voor de identificatie van deze patiënten zijn de kostenbesparingen lager, en bij een sensitiviteit van minder dan 91-99% is het zelfs kosten-effectief om alle patiënten te scannen in plaats van patiënten te selecteren voor CT. Daarnaast bleek uit de Value of Information analyse dat ten gevolge van de onzekerheid ten aanzien van de functionele uitkomst van LTSH patiënten op lange termijn, nog geen zekere uitspraak gedaan kan worden over de vraag of selectief scannen kosten-effectiever is dan het scannen van alle LTSH patiënten, en dat meer onderzoek geïndiceerd is.
Met de CCHR kan het best een onderscheid gemaakt worden tussen patiënten met een laesie die neurochirurgische interventie behoeft, en diegenen met een niet-neurochirurgische laesie. Aangezien de identificatie van een niet-neurochirurgische laesie gepaard gaat met een hogere kosten zonder winst in effectiviteit, terwijl de tijdige identificatie van patiënten met een neurochirurgische laesie hoge kosten en verlies van (kwaliteit van) leven voorkomt, is het niet verwonderlijk dat met de CCHR de grootste potentiële kostenbesparing te verwachten valt.
Het selecteren van patiënten voor CT brengt echter het risico met zich mee, dat patiënten niet correct gediagnosticeerd en geïdentificeerd worden. Uit onze sensitiviteitsanalyses bleek, dat een strategie van selectief scannen slechts een kans van 51-64% had om kosten-effectief te zijn in vergelijking met het scannen van alle patiënten. Daarnaast bleek dat bij het verlagen van de sensitiviteit voor het identificeren van patiënten met een neurochirurgische indicatie tot onder de 91-99% het scannen van alle patiënten kosten-effectief werd. Met andere woorden, hoewel complicaties na LTSH die neurochirurgisch behandeld moeten worden zeer zeldzaam zijn, is het scannen van alle L
Patienten met een licht-schedel hersentrauma ondergaan meestal een CT scan om neurocranieel letsel, zoals bloedingen, te excluderen. Bij ongeveer 8% is neurocranieel letsel aantoonbaar en bij minder dan 1% is neurochirurgische interventie noodzakelijk. Gezien de lage kans op noodzaak tot neurochirurgische interventie rijst de vraag of het veelvuldig gebruik van CT bij deze indicatie wel gerechtvaardigd is. Uit publicaties blijkt dat een goede patiëntenselectie middels klinische beslisregels kan leiden tot een afname in het aantal verrichte CT’s.In een multicenter studie gesubsidieerd door CVZ-VAZ (de CT for Head Injury Patients (CHIP) studie) hebben wij data verzameld over de klinische karateristieken en CT schedel bevindingen in 3181 patienten om de gepubliceerde regels te valideren en aan te passen. Doel van het voorgestelde onderzoek is om de onderlinge kosten-effectiviteit van diverse klinische beslisregels te bepalen om zodanig tot een doelmatige selectie te komen voor het maken van CT scans bij patienten met een licht-schedel hersentrauma.Wij zullen gebruik maken van logistische regressie, bootstrap analyse, besliskundige analyse, beslisbomen en Markov modellen. De uitkomsten zullen worden uitgedrukt in de klinische uitkomst 6 maanden na het trauma, levensverwachting, kwaliteit-aangepaste levensverwachting, en net health benefit. Een kosten-effectiviteits analyse wordt uitgevoerd vanuit het maatschappelijk perspectief volgens de huidige richtlijnen voor dergelijke analyses.