Cost-effectiveness of nutritional screening and intervention in elderly subjects after hip fracture.
Ons doel is na te gaan of extra aandacht voor de voeding en het verstrekken van supplementen kunnen bijdragen tot een sneller herstel van patiënten met een heupfractuur.
De deelnemers worden verdeeld over twee groepen: één groep krijgt gedurende drie maanden extra voedingszorg (voedingsadvies en zonodig drinkvoeding, de andere groep krijgt de gebruikelijke standaardzorg. Vervolgens wordt nagegaan of de patiënten met extra zorg sneller herstellen en of minder complicaties optreden. Ook worden voeding, gewicht en levenskwaliteit bepaald, evenals de kosten van de extra voedingszorg. Bij een positief resultaat zal deze verbeterde voedingszorg in de toekomst aan alle patiënten worden aangeboden.
Producten
Auteur: Wyers CE, Breedveld-Peters JJL, Reijven PLM, van Helden S, Guldemond NA, Severens JL, Verburg AD, Meesters B, van Rhijn LW, Dagnelie PC
Magazine: BMC Public Health
Auteur: Breedveld-Peters JJL, Reijven PLM, Wyers CE, van Helden S, Arts JJC, Meesters B, Prins MH, van der Weijden T, Dagnelie PC
Magazine: Clinical Nutrition
Verslagen
Eindverslag
Achtergrond
Het aantal mensen dat een heupfractuur krijgt is groot in Nederland, vooral onder ouderen. Veel van deze patiënten hebben een slechte voedingstoestand. Bovendien verslechtert deze nog eens tijdens hun verblijf in het ziekenhuis. Een slechte voedingstoestand uit zich in moeheid, zwakte en verminderde weerstand. Bovendien zijn er aanwijzingen dat het herstel van patiënten met een slechte voedingstoestand langzamer verloopt, en dat bij deze patiënten meer risico bestaat op het ontstaan van complicaties tijdens en na het verblijf in het ziekenhuis. Het verbeteren van de voeding bij deze patiënten is daarom van groot belang.
Doel
In het huidige onderzoek is nagegaan, of extra voedingszorg bijdraagt tot een betere voedingstoestand en een sneller herstel van patiënten met een heupfractuur.
Opzet van het onderzoek
Voor het onderzoek werden de deelnemers door loting (randomisatie) verdeeld over twee groepen. De ene groep (interventiegroep) kreeg gedurende drie maanden extra voedingszorg aangeboden, de andere groep kreeg de gebruikelijke zorg,. De extra voedingzorg bestond uit regelmatig advies door een diëtist (in totaal 10 keer) en indien nodig drinkvoeding om sneller aan te sterken. Gemeten werd het effect van de interventie op de voedingstoestand, de snelheid van herstel (verblijfsduur in ziekenhuis en herstelklinieken) en het optreden van complicaties. Ook is gekeken naar het effect van de interventie op de levenskwaliteit.
Bovendien werden de kosten van de extra voedingszorg afgezet tegen de behaalde winst in termen van gezondheid. Tenslotte is in een procesevaluatie nagegaan, op welke wijze de verbeterde voedingszorg in de Nederlandse gezondheidszorg ingevoerd zou kunnen worden en wat hierbij de knelpunten zijn. Hiertoe werden patiënten geïnterviewd en vonden interviews en focusgroepsdiscussies met zorgverleners plaats.
Resultaten: zie Resultatenblok.
Onderzoeksvragen:
1.Hoe groot is de afname in de totale opnameduur (ziekenhuis en revalidatiekliniek) als gevolg van voedingsinterventie in oudere patiënten na een heupfractuur?
2.Wat is de kosteneffectiviteit van voedingsinterventie bij ouderen na een heupfractuur?
3.Kan screening van de voedingstoestand tijdens ziekenhuisopname ertoe bijdragen dat de voedingsinterventie gerichter kan plaatsvinden, met als gevolg een kostenreductie zonder verlies van effectiviteit?
Onderzoeksdesign:
Gerandomiseerde klinische studie naar het effect van voedingsinterventie ten opzichte van gebruikelijke zorg (controle). Randomisatie vindt plaats na prestratificatie voor studiecentrum (azM, Atrium MC en Maaslandziekenhuis (nu Orbis MC)), geslacht en leeftijd (55-74 vs. 75+ jr).
Onderzoekspopulatie:
Patiënten opgenomen in het ziekenhuis vanwege een heupfractuur
Interventie:
Gebruik van een oraal voedingssupplement (600 kcal, 24g eiwit per dag) gecombineerd met regelmatige consultatie door een diëtist gedurende 3 maanden. De interventie vindt plaats in nauwe samenwerking met de huisarts, revalidatiecentra en thuiszorgorganisaties.
Uitkomstmaten:
Primaire uitkomstmaat: Totale opnameduur (ziekenhuis en revalidatiecentrum).
Secundaire uitkomstmaten (gemeten op t=3 en 6 maanden): Voedingstoestand (voedselinname, lichaamssamenstelling, spierkracht, biochemische parameters in bloed); Functionele status (fysieke beperkingen (GARS, Harris Hip Score); Kwaliteit van leven (SF-36) en vermoeidheid (CIS-D); Complicaties; Totale mortaliteit na 1 jaar.
Data-analyse:
Therapietrouw wordt vastgesteld via een 24-uurs recall methode en geverifieerd door bepaling van de lithiumconcentratie in bloed (lithium wordt als marker aan het supplement toegevoegd). De effectiviteit van de voedingsinterventie zal worden bepaald volgens het intention-to-treat principe. De waarde van voorafgaande voedingsscreening ten behoeve van het selecteren van risicopatiënt zal worden geëvalueerd in termen van predictieve diagnostische validiteit. Een kwalitatieve procesevaluatie zal zich met name richten op de factoren die van belang zijn voor implementatie.
Economische evaluatie:
Deze evaluatie zal worden uitgevoerd vanuit maatschappelijk perspectief over een periode van 6 maanden. Voor de experimentele interventie van deze studie zal een microkosten studie worden uitgevoerd waarbij gebruik gemaakt zal worden van een kostenanalysemethode die gebaseerd is op uitgevoerde activiteiten. Een post-hoc subgroepanalyse zal worden uitgevoerd naar heterogeniteit en de daaraan gerelateerde verschillen in kosteneffectiviteit tussen de verschillende subgroepen. De kosteneffectiviteit van nutritional screening (bedoeld voor een gerichte interventie bij patiënten met een verhoogd risico voor een lange opnameduur) zal worden geëvalueerd door het afwegen van de extra kosten van screening tegen de reductie in interventiekosten wanneer de interventie zich zou beperken to deze risicopatiënten.