Mobiele menu

D-cycloserine enhancement of exposure and response prevention (ERP) therapy in OCD and panic disorder with agoraphobia: a randomized controlled trial

De voorkeursbehandeling bij angststoornissen is: blootstelling aan situaties waar de patiënt juist angstig voor is, in combinatie met het voorkomen van vermijdingsgedrag (zgn. exposure met respons preventie).
In deze multicenter studie waarin de afdelingen psychiatrie van het VUMC, AMC, Altrecht Cura en Meerkanten deelnamen, werd bij 60 patiënten met een Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) en 60 patiënten met een paniekstoornis met agorafobie (Pan+ago) onderzocht wat de toegevoegde waarde is van het toedienen van D-cycloserine (DCS) tijdens exposure behandeling.  Verder werd onderzocht wat de optimale timing van toediening was en werd gekeken naar de kosteneffectiviteit.  
Patiënten werden door loting toegewezen aan DCS voorafgaand aan of direct na afloop van de exposure behandelsessies of aan placebo. Bij beide patiëntgroepen had de exposure behandeling een goed effect, echter had het toedienen van DCS geen toegevoegde waarde. Ook de ernstigere subgroepen of diegenen die wat sneller versus die wat langzamer verbeterden, profiteerden niet van DCS.

Richtlijn

Van de onderzoeksprojecten uit het ZonMw programma Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG) is inzichtelijk gemaakt of zij aansluiten bij de richtlijnen en/of modules in de FMS Richtlijnendatabase. Bekijk de bijbehorende richtlijn in de FMS Richtlijnendatabase.

Producten

Auteur: M. Klein Hofmeijer D. C. Cath
Auteur: M. Klein Hofmeijer-Sevink C. Molenaar D.C. Cath
Titel: d-cycloserine
Auteur: A.S. de Leeuw, D.C. Cath
Magazine: Psyfar
Titel: de nmda-receptor bij ocs
Auteur: J.M. Garcia Barnet
Magazine: Psyfar
Titel: Handboek angsstoornissen
Auteur: A.S. de Leeuw, M. Klein Hofmeijer-Sevink. P. Duits, D.C. Cath

Verslagen


Eindverslag

D-cycloserine (DCS) is een partiele glutamaat agonist die k het effect van exposure therapie bij angststoornissen lijkt te versterken. Deze gerandomiseerde, dubbel-blind, placebo gecontroleerde studie heeft het effect van additie met DCS (direct voor of na sessies) of placebo aan exposure met respons preventie (ERP) bij patienten met een paniekstoornis met agorafobie (pan+ago) en met Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) of Body Dysmorphic Disorder (BDD) onderzocht. Onderzocht is 1) in hoeverre additie van DCS leidt tot versnelling en/ of versterking van het effect van ERP; 2) of DCS additie voorafgaand aan de sessies een beter effect had dan DCS additie direct na afloop van de sessies; 3) in hoeverre DCS additie kosteneffectief is. Methode: 57 Patienten met een hoofddiagnose 'paniekstoornis met agorafobie', afkomstig van 3 GGZ instellingen (Meerkanten, Ermelo; GGz Ingeest Amsterdam en Altrecht Utrecht)en 60 patienten met als hoofddiagnose OCS (n=53) of BDD (n=7),afkomstig van de afdeling psychiatrie van het AMC Amsterdam, zijn geincludeerd. Negentien patienten met pan+ago en 20 met OCS/BDD kregen 125 mg DCS 30 minuten voorafgaand aan de eerste 6 exposure sessies, 19 patienten met pan+ago en 20 met OCS/BDD kregen 125 mg DCS direct na afloop en 19 patienten met pan+ago en 20 met OCS/BDD kregen placebo. De patienten met pan+ago kregen 12 individuele sessies exposure therapie van 90 minuten (1 introductie sessie, 6 sessies met studie medicatie en 5 sessies zonder studie medicatie). De patienten met OCS/BDD kregen een 18 sessies 1 daagse dagbehandeling met daarin 2 uur ERP. Studiemedicatie werd in de eerste 6 sessies van de ERP gegeven. De hoofduitkomstmaat bij de groep met pan+ago was de gemiddelde score op de 'alleen' items van de Mobility Inventory (MI), een zelfinvulvragenlijst die vraagt naar mate van vermijding in verschillende situaties. De MI werd afgenomen bij baseline, na sessie 3, 7, 12 en bij de follow up metingen (na 3 en 6 maanden). Secundaire uitkomstmaten waren de Panic Disorder Severity Scale en de Beck Anxiety Inventory. De hoofduitkomst maat bij de OCS/BDD patienten was de YBOCS severity scale, die als interview werd afgenomen bij start dagbehandeling (week 0), gedurende de behandeling (week 2-8 wekelijks), bij week 12, bij einde behandeling (week 18) en bij follow up (week 24). Resultaten: - Paniekstoornis+agorafobie: Acht patienten vielen uit tijdens behandeling. Mixed Models analyses voor repeated measures werden gedaan, met 6 tijdspunten en 2 behandelcondities (placebo versus DCS). Daarna zijn Mixed Models analyses herhaald met dezelfde 6 tijdspunten en als behandelcondities: DCS voor versus DCS na afloop van de sessies. We vonden dat 1) alle behandelingen effectief waren, zonder significante verschillen tussen DCS en placebo. Wel scoorden patienten met DCS post sessies, op de Follow-up meting 3 maanden na behandeling significant beter op de MI alleen en op de BAI, vergeleken met patienten die DCS voorafgaand aan sessies hadden gekregen. Dit lijkt grotendeels gevolg te zijn van regressie naar het gemiddelde. Kosten effectiviteitsanalyses lieten eveneens geen verschillen zien tussen de met DCS en met placebo behandelde groepen. - OCS/BDD: Twintig patienten vielen uit, 10 van hen stopten eerder met dagbehandeling wegens goed resultaat. Mixed models analyses zijn gedaan met als afhankelijke variabele de YBOCS; als fixed factoren de studiemedicatie (DCS), tijd, en de interactie tussen tijd en studie medicatie, en als co-variaat de baseline YBOCS. Voor secundaire uitkomstmaten (CGI, BABS, HDRS, HAS en kwaliteit van leven) werd dezelfde analyse uitgevoerd met de betreffende vragenlijst als afhankelijke variabele. Alle groepen lieten een significant effect van de behandeling zien op de YBOCS. Echter, er waren geen verschillen tussen de DCS condities en placebo. Ook de andere klinische uitkomstmaten (CGI, HDRS, HAS) vertoonden effecten over de tijd maar geen significante verschillen tussen DCS en placebo, n
Angststoornissen behoren tot de meest voorkomende aandoeningen binnen de geestelijke gezondheidszorg. Op dit moment is Gedragstherapie (Exposure en Responspreventie; ERP) de eerste keuze behandeling, ofwel alléén, ofwel in combinatie met medicatie (serotonine heropname remmers), waarbij ongeveer 60% van de patiënten opknapt van behandeling. Exposure behandeling is gericht op blootstelling aan angstwekkende situaties, en extinctie van daarmee samenhangende angst. Recent onderzoek wijst uit dat behandeling met D-cycloserine (DCS), een partiële agonist van de NMDA-receptor, de leer- en geheugenprocessen versterkt die samenhangen met het extinctieproces dat bij exposure-behandeling op gang wordt gebracht. Het is van belang om te onderzoeken of patiënten met paniekstoornissen of met obsessieve-compulsieve stoornissen die vlak voor of vlak na behandelsessies D-cycloserine hebben gekregen een beter of sneller behandeleffect hebben, en om na te gaan of ook de kosten van behandeling lager worden. Het onderzoek dat wij in juni 2010 gestart zijn is een samenwerkingsproject tussen de Academisch Angstcentrum Altrecht en de afdeling klinische psychologie van Universiteit van Utrecht, de Angstpolikliniek van GGZ InGeest Amsterdam, de afdeling psychiatrie van het AMC in Amsterdam en de Angstpolikliniek van Meerkanten, Ermelo.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
171001007
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2014
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. D.C. Cath
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit Utrecht