Mobiele menu

De praktische uitvoering van het beleid ten aanzien van vrouwelijke genitale verminking en de behoeften en wensen van de doelgroep

Projectomschrijving

Vrouwelijke genitale verminking (VGV) of meisjesbesnijdenis is strafbaar in Nederland. In 2010 is landelijk de Nederlandse ketenaanpak tegen VGV geïmplementeerd die op drie pijlers gebaseerd is: 1) preventie, 2) medische (na)zorg, en 3) veiligheidszorg en wetshandhaving. Dit project is uitgevoerd in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Gelderland-Zuid en in nauwe samenwerking met professionals uit de praktijk, sleutelpersonen en ervaringsdeskundigen.

Door de onderzoeken zijn inzichten verkregen in knelpunten in de samenwerking tussen ketenpartners en zorg en hulp aan vrouwen die besneden zijn. Daarnaast is inzicht verkregen in ervaringen van de doelgroep met zorg en hulp ten aanzien van VGV. Bovendien heeft het project geresulteerd in een prioriteitenplan dat tijdens een invitational conference is opgesteld door professionals uit de praktijk, sleutelpersonen en ervaringsdeskundigen. Geprioriteerde thema’s zijn:

  • Sleutelpersonen
  • Kennis over VGV en samenwerkingspartners
  • VGV bespreken

Lees hier het volledige verslag van de invitational conference.

We spraken projectleider Vina Slev in dit interview over het project. 

Producten

Titel: Prioriteitenplan VGV
Auteur: Deelnemers van de interactieve bijeenkomst over meisjesbesnijdenis van 23 september 2022.
Titel: De praktische uitvoering van het beleid ten aanzien van vrouwelijke genitale verminking en de behoeften en wensen van de doelgroep
Auteur: Vina Slev (GGD Amsterdam)
Titel: Het bespreekbaar maken en het bespreken van meisjesbesnijdenis
Auteur: Vina Slev (GGD Amsterdam) en Ramin Kawous (Pharos)
Link: https://youtu.be/KZzTGNIoT7k

Verslagen


Eindverslag

Vrouwelijke genitale verminking (VGV) of meisjesbesnijdenis is strafbaar in Nederland. In 2010 is landelijk de Nederlandse ketenaanpak tegen VGV geïmplementeerd die op drie pijlers gebaseerd is: 1) preventie, 2) medische (na)zorg, en 3) veiligheidszorg en wetshandhaving. Het project is uitgevoerd in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Gelderland-Zuid en in nauwe samenwerking met professionals uit de praktijk, sleutelpersonen en ervaringsdeskundige. Door de onderzoeken zijn inzichten verkregen in knelpunten in de samenwerking tussen ketenpartners en zorg en hulp aan vrouwen die besneden zijn. Daarnaast is inzicht verkregen in ervaringen van de doelgroep met zorg en hulp ten aanzien van VGV. Bovendien heeft het project geresulteerd in een prioriteitenplan dat tijdens een invitational conference is opgesteld door professionals uit de praktijk, sleutelpersonen en ervaringsdeskundigen. Geprioriteerde thema’s zijn: - sleutelpersonen; - kennis over VGV en samenwerkingspartners, en; - VGV bespreken.
Vrouwelijke genitale verminking (VGV) of meisjesbesnijdenis is strafbaar in Nederland. In 2010 is landelijk de Nederlandse ketenaanpak tegen VGV geïmplementeerd. Het is echter onduidelijk of de aanpak in de praktijk naar wens functioneert. Daarnaast is onbekend of besneden vrouwen en meisjes de hulp en zorg krijgen die zij nodig hebben. Dit geldt expliciet voor vrouwen en meisjes die afkomstig zijn uit risicolanden of waarvan een van de ouders afkomstig is uit een risicoland. Met dit project hopen wij hier meer zicht op te krijgen. Bij de uitvoering van dit project worden de fases van actieonderzoek toegepast. Kenmerkend bij actieonderzoek is dat mensen uit de praktijk actief als medeonderzoeker een of meerdere onderdelen van een onderzoek op zich nemen. Het project wordt uitgevoerd in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Gelderland-Zuid, en bestaat uit 4 deelonderzoeken: 1) een vignettenstudie, 2) focusgroepen, 3) en een vragenlijstonderzoek naar handelingsverlegenheid, onder ketenpartners, en 4) focusgroepen met de doelgroep. In de afgelopen periode lag de focus op het formeren van actieonderzoeksgroepen en onderzoek naar handelingsverlegenheid ten aanzien van VGV bij ketenpartners, zoals bijvoorbeeld huisartsen, gynaecologen, verloskundigen.

Samenvatting van de aanvraag

Vrouwelijke genitale verminking (VGV) is verboden als een vorm van mishandeling (art. 303 van het Wetboek van Strafrecht).

In Nederland woonden op 1 januari 2018 naar schatting 41.000 vrouwen die VGV hebben ondergaan [1]. De landen van herkomst waar 82% van de besneden vrouwen vandaan komt, zijn Somalië, Egypte, Ethiopië, Eritrea, Soedan en Irak. Daarnaast lopen de komende 20 jaar ongeveer 4.200 meisjes het risico om besneden te worden [1]. Ongeveer 37% van vrouwen die besneden zijn hebben type III (infibulatie). Dit is het type waarbij clitoris en schaamlippen worden verwijderd en de resterende genitaliën worden dichtgenaaid, waardoor er slechts een kleine opening overblijft. Met name dit type VGV wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op gezondheidscomplicaties, waaronder urineweginfecties, bacteriële vaginose en obstetrische complicaties [2] en psychische klachten [3].

In 2010 is landelijk de Nederlandse ketenaanpak ten aanzien VGV geïmplementeerd. De aanpak (het beleid) is gericht op zowel preventie als zorg en wetshandhaving. De aanpak wordt uitgevoerd door verschillende ketenpartners en hun taak hangt af van hun rol in de keten. Het preventiebeleid richt zich op voorlichting, vroeg signalering en risicotaxatie. Jeugdgezondheidszorg, Veilig Thuis en verloskundigen hebben hier o.a. een rol in. Het bieden van goede zorg is geregeld vanuit verschillende medische beroepsgroepen. In principe is deze zorg regulier beschikbaar en kunnen vrouwen terecht bij de huisarts en indien nodig doorverwezen worden naar een specialist. Daarnaast zijn er in Nederland op een aantal locaties gespecialiseerde nazorgspreekuren. De tak van wetshandhaving heeft een rol wanneer er sprake is van dreiging op VGV of een uitgevoerde VGV. Veilig Thuis, OM, RvdK en politie werken hierin samen. Voor iedere professional geldt dus dat het belangrijk is om VGV, op de juiste manier, bespreekbaar te maken. Daarnaast dient iedere professional te werken met de wet Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, waar VGV specifiek genoemd staat in stap 2.

Dit project is relevant omdat VGV een onderbelichte vorm van kindermishandeling is binnen zowel de gezondheidszorg als ook binnen de wetenschappelijke wereld. Daarnaast is onderzoek naar de uitvoering van het Nederlandse VGV beleid vooralsnog beperkt. Toch is het essentieel om na te gaan of het gestelde beleid ook daadwerkelijk in de praktijk functioneert. Eerder onderzoek richtte zich op één ketenpartner in plaats van de gehele keten. Zo onderzocht het Verwey-Jonker Instituut de uitvoering van het beleid in de jeugdgezondheidszorg [4]. Dit project onderscheidt zich van eerder onderzoek omdat het zich zal richten op ketenpartners die betrokken zijn bij de preventie en zorg bij VGV en op ervaringen van de doelgroep met de zorg –en hulpverlening door deze ketenpartners. Daarnaast sluit dit project aan bij een van de aanbevelingen uit de prevalentiestudie van Pharos over VGV in Nederland, namelijk dat evaluatie en monitoring van het beleid op de aanpak van VGV aanbevelingswaardig is [1].

Dit project, bestaande uit meerdere deelonderzoeken, zal worden uitgevoerd in Amsterdam en Nijmegen (onder voorbehoud). Aan de hand van een vignettestudie, vragenlijstonderzoek en focusgroepen met ketenpartners betrokken bij de preventie, (na)zorg en wetshandhaving bij VGV zal in kaart worden gebracht of en hoe in de praktijk uitvoering wordt gegeven aan de ketensamenwerking en wat succesfactoren, barrières en eventuele verbeterpunten zijn. De ketenpartners die in dit project onderwerp van onderzoek zullen zijn, betreffen: huisartsen, JGZ-medewerkers, verloskundigen, gynaecologen, medewerkers van de VGV-nazorgspreekuren, Veilig Thuis-medewerkers, sleutelpersonen, Raad van de Kinderbescherming, scholen, politie en het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld. Verder zal in focusgroepen met vrouwen en meisjes die besneden zijn of afkomstig zijn uit één van de VGV-risicolanden worden geïnventariseerd welke behoeften en wensen zij hebben ten aanzien van de zorg –en hulpverlening.

Voorafgaand aan zowel de focusgroepen met ketenpartners als de doelgroep zal voor het bepalen van de topiclijst, literatuuronderzoek worden verricht.

De uitkomsten van dit project zullen nieuwe aanvullende inzichten opleveren ten aanzien van de praktische uitvoering van de Nederlandse aanpak VGV over de preventie en nazorg keten en succesfactoren en knelpunten blootleggen. Daarnaast zal nieuwe kennis worden toegevoegd over ervaringen met en behoeften en wensen van besneden vrouwen en meisjes, en vrouwen en meisjes afkomstig uit risicolanden of waarvan een van de ouders afkomstig is uit een risicoland, met de huidige zorg- en hulpverlening.

Kenmerken

Projectnummer:
10260022010002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2023
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. V.N. Slev
Verantwoordelijke organisatie:
GGD Amsterdam