De Quick Responder
Doel
Handvatten krijgen om in een vroeg stadium een inschatting te kunnen maken wat nodig is bij meldingen van personen met (mogelijk) verward gedrag.Uitkomsten
De Quick Responder reed in de stad Eindhoven als anonieme auto, gekoppeld aan de politiemeldkamer. Door deze snelle wijze van handelen ‘profiteerden’ (potentiële) cliënten en naasten van snelle, effectieve en meer gespecialiseerde inschatting naar de aard van de problematiek en zorgde waar nodig voor toeleiding naar adequate en/of gespecialiseerde hulp.
Resultaat
Bij 75% bleek er naast een ‘psychische klacht’ ook sprake van openbare orde problemen, agressie of overlast. Onnodige verwijzingen of vervoersbewegingen werden vaak voorkomen. Bijna 2/3 van de situaties werd ter plaatse afgehandeld. Er was zowel tijdwinst voor politie als ggz per casus, al hadden we meer aantallen verwacht. In screenend meldingenonderzoek bleken er veel meer meldingen te zijn die echter vaak niet uitgegeven werden.Uit het onderzoek naar hiaten en knelpunten in de (acute) zorgketen is gebleken dat de structuur van de spoedketen adequaat is. Een aantal mogelijke verbeterpunten zijn:
- Veel meer dossierdeling
- Samen verantwoordelijkheid nemen voor casuïstiek
- Meer zicht op betrokken partijen in een casus
- Kennis rondom triage
Beweging in kwetsbaarheid
Van januari tot en met juni 2021 besteedden we onder de noemer Beweging in kwetsbaarheid aandacht aan verschillende thema’s die bijdragen aan een meer inclusieve samenleving voor (psychisch) kwetsbare mensen. Met een maandelijkse talkshow, podcasts en publicaties.

In het project Quick Responder (QR) ging een politieagent samen met een gespecialiseerd GGZ verpleegkundige een eerste inschattingen maken bij spoedmeldingen (112 politie meldingen) over personen en situaties waarbij tijdens de melding aanwijzingen waren voor “verward gedrag”.
De Quick Responder reed in de stad Eindhoven als anonieme auto, gekoppeld aan de politiemeldkamer.
Door deze snelle wijze van handelen “profiteerden” (potentiële) cliënten en naasten van snelle, effectieve en meer gespecialiseerde inschatting naar de aard van de problematiek en zorgde waar nodig voor toeleiding naar adequate en/of gespecialiseerde hulp.
Bij 75% bleek er naast een “psychische klacht” ook sprake van openbare orde problemen, agressie of overlast.
Onnodige verwijzingen of vervoersbewegingen werden vaak voorkomen. Bijna 2/3 van de situaties werd ter plaatse afgehandeld.
Er was zowel tijdwinst voor politie als GGz per casus, al hadden we meer aantallen verwacht.
In screenend meldingenonderzoek bleken er veel meer meldingen te zijn die echter vaak niet uitgegeven werden.