Diagnosing Pulmonary Embolism in the context of Common Alternative diagNoses in primary care; the PECAN study.
Patiënten met klachten die kunnen passen bij een longembolie – zoals benauwdheid of bloed ophoesten – bezoeken vaak als eerste de huisarts. Omdat deze klachten ook kunnen passen bij andere (minder ernstige) ziekten, is het voor de huisarts lastig om het onderscheid te maken tussen een longembolie en andere ziektes. Hiervoor gebruikt de huisarts een vragenlijst, in combinatie met een bloedtest. Deze vragenlijst en bloedtest geven echter regelmatig ‘vals alarm’, waardoor patiënten onnodig naar het ziekenhuis worden gestuurd.
Doel
In dit onderzoek hebben we een nieuwe manier van werken (de YEARS-strategie) onderzocht. Bij deze werkwijze gebruikt de huisarts met name de bloedtest (D-dimeer) slimmer.
Resultaat
Ons onderzoek liet zien dat op deze manier de huisarts bij 8 van de 10 patiënten een longembolie veilig kan uitsluiten. Bij de overige 2 van de 10 patiënten die de huisarts doorstuurt voor verder onderzoek is de kans op een longembolie bovendien hoog – namelijk 25% – waardoor een verwijzing bij hen ook echt nodig is.
Aanbevelingen
De belangrijkste aanbeveling uit het PECAN-project is dat huisartsen veilig en met zeer hoge efficiëntie een diagnose longembolie kunnen uitsluiten bij gebruik van de YEARS-criteria. Dit maakt dat wij gebruik van de YEARS-criteria kunnen aanbevelen voor gebruik in de huisartspraktijk.
Inclusie: innovatieve route van inclusie via ZorgDomein
Het project kende aanvankelijk, mede door de COVID-19-pandemie, een zeer trage inclusie via individuele huisartspraktijken. We hebben dit opgelost door een innovatieve route van inclusie via ZorgDomein op te zetten, in samenwerking met het laboratorium Atalmedial. Huisartsen konden via deze route bij het aanvragen van een D-dimeerbepaling via ZorgDomein een patiënt aanmelden voor ons project. Dit was een zeer groot succes. Lees hier meer over in onze publicatie in Huisarts & Wetenschap.
Interview
In het ziekenhuis is deze strategie al onderzocht. Daarbij bleek dat er dat er 14% minder CT-scans en verwijzingen nodig waren. Arts in opleiding tot onderzoeker Rosanne van Maanen verwacht vergelijkbare conclusies voor de huisartsenpraktijk.