Effectiveness and cost-effectiveness of the Communities on the Move program.
Communities in Beweging: vooral het plezier in bewegen werkt
Vraagstuk
De interventie Communities in Beweging van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (tegenwoordig Kenniscentrum Sport) stimuleert mensen met een lage sociaaleconomische status en beweegachterstand om meer en regelmatig te bewegen. De aanpak kent zeven werkprincipes, waaronder participatie, plezier in bewegen, aandacht voor het groepsproces en intersectorale samenwerking.Onderzoek
In dit project is de effectiviteit – en de mechanismen die hierop van invloed zijn – geëvalueerd van zes Communities-beweegprogramma’s met in totaal negentien beweeggroepen en 268 deelnemers.Uitkomst
Buurtgerichte beweegprogramma’s helpen sociaal kwetsbare groepen om te blijven bewegen, niet zozeer om dat meer te doen. Deelnemers doen vooral mee voor hun plezier en willen ook best een bescheiden contributie betalen. Dat beweegprogramma’s langdurig bestaan, komt doordat betrokkenen passie hebben voor sport en bewegen, toegewijd zijn aan sociaal kwetsbare groepen en dialoog en reflectie stimuleren.Producten
Auteur: Herens, Marion, Bakker, Evert Jan, van Ophem, Johan, Wagemakers, Annemarie, Koelen, Maria
Magazine: SpringerPlus
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Besten H den, Bernaards, C.
Magazine: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen
Auteur: Thompson K, Herens M, Ophem J van, Wagemakers A
Magazine: Preventive Medicine
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L.
Magazine: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen
Auteur: Wijenberg E, Wagemakers A, Herens M, Hartog F den, Koelen M.
Magazine: Global Health Promotion
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Koelen MA.
Magazine: BMC Public Health
Auteur: Kroes, G.
Magazine: Oudfit
Auteur: Herens, M, Ophem J van, Wagemakers A, Koelen MA.
Magazine: SpringerPlus
Auteur: Herens, M., Wagemakers, A., Vaandrager, L., van Ophem, J., Koelen, M.
Magazine: Evaluation & the Health Professions
Auteur: Kroes, G.
Magazine: Oudfit
Auteur: Herens M, Bakker EJ, Ophem J van, Wagemakers A, Vaandrager L, Koelen M.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Van Ophem J, Koelen MA.
Auteur: Wagemakers A, Herens M.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Van Ophem J, Koelen MA.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Van Ophem J, Koelen MA.
Auteur: Ophem JAC van, Herens M, Wagemakers A, Koelen MA.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Koelen MA.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Van Ophem J.
Auteur: Herens, M. Wagemakers A.
Auteur: Imminkhuizen, M.
Auteur: Janssen, A.
Auteur: Herens M.
Verslagen
Eindverslag
De interventie Communities in Beweging (CiB) van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) (tegenwoordig Kenniscentrum Sport) stimuleert mensen met een lage sociaal economische status en beweegachterstand om meer en regelmatig te bewegen. De aanpak bestaat uit zeven werkprincipes: sociale netwerkbenadering, participatie, plezier in bewegen, aandacht voor het groepsproces, betrekken van sociale en fysieke omgeving, intersectorale samenwerking en structurele inbedding.
Het vierjarig onderzoeksproject had tot doel buurtgerichte beweegprogramma’s zoals CiB te evalueren in en met de praktijk. Er is gewerkt met een ‘mixed methods’ design om effecten te meten en om inzicht te krijgen in de mechanismen die hierbij een rol spelen. Zeven locaties met buurtgerichte beweegprogramma’s hebben meegedaan aan het onderzoek: Helmond, Tilburg, Amsterdam, Rotterdam, Hengelo/Enschede en Den Haag met in totaal 19 beweeggroepen.
Onderzoeksactiviteiten op de verschillende niveaus waren:
1. Afname van vragenlijsten over gezondheids- en beweeggedrag en bereidheid tot investeren in termen van tijd en geld bij deelnemers van beweegprogramma’s (individuele niveau). 268 deelnemers hebben de T0 vragenlijst ingevuld, 151 deelnemers de T1 vragenlijst (follow-up bereik 56%), 145 deelnemers de T2 vragenlijst (54%) en 129 deelnemers de T3 vragenlijst (48%) (zie bijlage).
2. Operationaliseren en meten van principes van buurtgerichte beweegprogramma’s zoals stimuleren van groepsdynamische processen, actieve participatie en plezier op basis van literatuuronderzoek en focus groep gesprekken met 10 groepen (groepsniveau).
3. Mechanismen en de context in kaart brengen: organisatie, intersectorale samenwerking, inbedding, leerervaringen door diepte interviews met beweegleiders en groepsbegeleiders van alle locaties (programmaniveau).
De belangrijkste bevindingen uit het project zijn:
• Buurtgerichte beweegprogramma’s die stand houden, helpen sociaal kwetsbare groepen om te blijven bewegen en daarmee een bijdrage leveren aan het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Mensen die bereikt worden zijn niet noodzakelijkerwijs inactieve mensen.
• Buurtgerichte beweegprogramma’s gedijen bij stakeholders met een passie voor sport en bewegen, die toegewijd zijn aan sociaal kwetsbare groepen.
• Mensen uit sociaal kwetsbare groepen doen vooral mee met buurtgerichte beweegprogramma’s voor hun plezier. Ze willen daar een bescheiden contributie voor betalen. Dit vraagt bij de organisatie van buurtgerichte beweegprogramma’s om een dienstverleningsperspectief .
• Vooral het matchen van een combinatie van specifieke interventies op meerdere niveaus is belangrijk bij buurtgerichte beweegprogramma’s.
• Een belangrijk mechanisme voor duurzame beweegprogramma’s is experimenteel leren op de verschillende niveaus. Dialoog en reflectie ondersteunt dit leren.
• Het stimuleren van groepsdynamische processen blijkt een overkoepelend en voorwaardelijk principe voor het creëren van het plezier en de actieve participatie. Beiden zijn nodig voor de ontwikkeling van eigenaarschap onder deelnemers voor het functioneren van de beweeggroep en voor het volhouden van het eigen beweeggedrag. Een professionele, competente en responsieve beweegleider speelt een sleutelrol in de organisatie en het behoud van buurtgerichte beweegprogramma’s.
• Lokale buurtgerichte beweegprogramma’s zijn afhankelijk van de context en bijbehorende dynamiek. Voor verduurzaming van beweeginitiatieven is het inspelen en reageren op een voortdurend veranderende context cruciaal.
Voor onderzoek:
• CiB is een multilevel interventie – gebaseerd op een ecologisch perspectief, in samenwerking uitgevoerd, ingebed in lokale culturen en structuren, en gericht op individuele én collectieve capaciteitsontwikkeling. De toegevoegde waarde van dit onderzoek, is dat naast effecten ook mechanismen en leeruitkomsten zijn meegenomen.
• Verschillende soorten bewijs, verzameld in verschillende case studies e
De interventie Communities in Beweging (CiB) van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) stimuleert mensen met een lage sociaal economische status en beweegachterstand om meer en regelmatig te bewegen. De aanpak bestaat uit zeven werkprincipes: sociale netwerkbenadering, participatie, plezier in bewegen, aandacht voor het groepsproces, betrekken van sociale en fysieke omgeving, intersectorale samenwerking en structurele inbedding.
Het vierjarig onderzoeksproject heeft tot doel de effectiviteit en kosteneffectiviteit van CiB te evalueren. (Kosten)Effectiviteit van CiB en mechanismen die daar in een rol spelen worden op drie niveaus onderzocht:
1. individuele niveau: gezondheids- en beweeggedrag;
2. groep niveau: groepsbinding, participatie en plezier;
3. programma niveau: organisatie, intersectorale samenwerking, inbedding, leerervaringen, context.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door de leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij van de Wageningen Universiteit. NISB werft, onderhoudt contacten met locaties en verzorgt op verzoek van locaties trainingen om de implementatie van CiB te faciliteren.
In 2014 zijn zeven organisaties betrokken in het onderzoek, die beweeggroepen hebben in verschillende gemeenten. Eind 2014 zijn in totaal 19 groepen betrokken in het onderzoek. In deze groepen zijn doorlopend gegevens verzameld op het individuele, groeps-, en programmaniveau:
• Op individueel niveau worden T0, T1, T2 en T3 metingen uitgevoerd in 19 groepen in vier cohorten. Voor alle cohorten is de T1 vragenlijst ingevuld, totaal 151 deelnemers (follow-up bereik 56%). De T2 en T3 metingen zijn voor cohorten één en twee afgerond. In 2015 worden de laatste metingen gedaan.
• Op groepsniveau zijn de werkprincipes van CiB onderzocht in tien groepen.
• Op het programma niveau zijn met beweegleiders en groepsbegeleiders diepte-interviews gehouden en is de tijdlijnmethode en de Coordinated Action Checklist toegepast.
Wetenschappelijke producten in 2014 zijn:
• Artikel over factoren van invloed op duurzaam beweeggedrag bij vrouwen van niet-westerse herkomst. Geaccepteerd door Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG 93(1), 2015).
• Drie abstracts (mondelinge presentaties) op (inter-)nationale congressen.
• Interview protocol voor focusgroep gesprekken over werkprincipes participatie, plezier en aandacht voor groepsproces.
• Vier onderzoeksrapporten.