En wel hierom! Onderzoek naar de vraag waar vrijwilligers hun motivatie vandaan halen om zich (langdurig) in te zetten voor de pedagogische civil society.
Verslagen
Eindverslag
Resultaat van het onderzoek is dat de helft (51%) van de vrijwilligers in Nederland zich inzet voor of met kinderen, jongeren en/of ouders. Om meer inzicht te krijgen in motieven om vrijwillige inzet te gaan leveren, te blijven volhouden en ook om er mee te stoppen, zijn ook respondenten gezocht onder vrijwilligers in andere sectoren (aangeduid als de niet pedagogische civil society NPCS) en onder ex-vrijwilligers.
Uit het resultaat van de enquête is af te leiden dat 72% van de mensen die vrijwillige inzet dat doet in een combinatie van werken voor een organisatie plus informele hulp plus actief zijn in de buurt.
Voor zowel vrijwilligers in de pedagogische civil society als daarbuiten blijken het uitdragen van waarden, leren en zelfbevestiging de belangrijkste redenen om vrijwilligerswerk te doen. Hoewel dit voor alle vrijwilligers geldt, blijken vrijwilligers in de pedagogische civil society significant sterker op deze elementen te scoren dan vrijwilligers uit andere sectoren. Ook het tonen van empathie blijkt belangrijk te zijn. Trots en waardering blijken voor vrijwilligers in de pedagogische civil society belangrijke motivaties te zijn om zich in te zetten voor een organisatie.
Doel van dit project is om een breder beeld te krijgen van de mogelijke verschillen in motivatie en aanleiding van vrijwilligers om actief te zijn in de pedagogisch civil society. het uiteindelijke doel van ons project is om met de informatie en kennis een bijdrage te leveren aan het formuleren van beleid en praktische handreikingen om de vrijwillige inzet in de pedagogisch civil society te bevorderen. het project is opgedeeld in drie fasen:
- in de verkennende fase zijn wij nagegaan vanuit welke invalshoek de vraagstelling het best kon worden benaderd;
- in de toetsende en verklarende fase hebben wij de resultaten uit de eerste fase gebruikt om de mogelijke verbanden bij een grot aantal respondenten te toetsen;
- tot slot zal in de derde fase aan kennisoverdracht worden gedaan.