Ethisch verantwoorde ontwikkeling van eiceldonatie in Nederland
Projectomschrijving
Samenvatting na afronding
In dit project zijn de drie eicelbanken in Nederland ethisch geëvalueerd. Specifiek hebben de onderzoekers gekeken naar zorgvuldigheidsvragen omtrent het verantwoord inrichten van een eicelbank. Immers, gezien de maatschappelijke acceptatie van eiceldonatie is de wenselijkheidsvraag van het oprichten van een eicelbank een gepasseerd station. Er is gekeken naar de selectie van eiceldonoren en ontvangers en naar wat een passende vergoeding voor eiceldonatie is, tegen de achtergrond van de huidige schaarste aan eiceldonoren.
Resultaten
Uit het empirisch-normatief onderzoek concluderen de onderzoekers dat zowel de selectie van eiceldonoren als ontvangers aanpassing behoeft. Zo blijkt dat de huidige strenge selectie van eiceldonoren en wensouders voortkomt uit een relatief beschermende houding tegenover (jonge) vrouwen en het toekomstig kind. De huidige ethische kaders bieden echter ruimte voor een minder streng selectiebeleid. Vrouwen tussen de 18 en 25 jaar met een zwangerschapswens zouden ook hun eicellen moeten mogen doneren, op voorwaarde dat zij goed geïnformeerd worden over de langere termijn gevolgen en achter het doel van eiceldonatie staan; het vervullen van de kinderwens van wensouders.
Ook kan overwogen worden om in overleg met de wensouders donoren met een licht verhoogd risico op milde behandelbare aandoeningen te accepteren. In Nederland ligt bij de selectie van eiceldonoren een grote nadruk op het belang van een ‘zuiver’ altruïstische motivatie. Hierdoor worden vrouwen die vertellen dat zij deels door andere belangen zijn gemotiveerd afgewezen. De vraag is of afwijzing om deze reden terecht is als de hoogte van de vergoeding redelijk wordt gevonden. Een onkostenvergoeding van 300 euro is gepast om de inzet en het ervaren ongemak van eiceldonoren te erkennen. Deze vergoeding dient aangevuld te worden met een reiskostenvergoeding.
Meer bekendheid over eiceldonatie en het tekort aan eiceldonoren is noodzakelijk. Op basis van het gelijkheidsprincipe mogen eicelbanken verzoeken tot een behandeling met donoreicellen van alleenstaanden, homo- en lesbische stellen niet categorisch uitsluiten. Ook zouden vrouwen tot 50 jaar niet op basis van alleen leeftijd mogen worden afgewezen. Overwogen kan worden om alleen wensouders zonder eigen kinderen en/of die nog niet eerder zijn behandeld bij een eicelbank in Nederland te selecteren, of anders hoger te prioriteren.
Samenvatting bij start
In de afgelopen jaren zijn in Nederland 3 eicelbanken opgericht. De vraag naar eicellen overtreft het aanbod ruimschoots. Schaarste vereist verder ethische doordenking. In dit project staan twee ethische vragen centraal: 1. in hoeverre moeten vrouwen ‘om niet’ doneren (zoals de Embryowet stelt) en zo nee, hoe hoog mag een vergoeding dan zijn?; 2. in hoeverre mogen selectiecriteria worden bijgesteld, bijvoorbeeld als het gaat om leeftijdsgrenzen of medische gronden waarop potentiële donoren worden afgewezen. Dit project beoogt deze vragen te beantwoorden door middel van empirisch-ethisch onderzoek, waaronder interviews met (potentiële) donoren en professionals en ethisch conceptuele analyses. Het project zal resulteren in een moreel kader met concrete aanbevelingen voor de praktijk.
Meer informatie
- Onderzoek eicelbanken in Nederland aangeboden aan Tweede Kamer, (ZonMw, sep 2018)
- Eiceldonatie: ruimte voor soepelere criteria? Mediator 31 (ZonMw, okt 2018):
- Ethische discussies veranderen voortdurend Mediator Special Ethiek 2017
Producten
Auteur: E.M. Kool, R vd Graaf, AME Bos
Auteur: E.M. Kool1, R. van der Graaf1, A.M.E. Bos1, J.P.M. Pieters2, I.M. Custers3, B.C.J.M. Fauser1, A.L. Bredenoord1
Auteur: EM Kool. R van der Graaf, AME Bos, JJPE Pieters, IM Custers, BCJM Fauser, AL Bredenoord
Magazine: Human Reproduction
Auteur: EM Kool. R van der Graaf, AME Bos
Magazine: NRC Handelsblad
Auteur: Kool, E M, Bos, A M E, van der Graaf, R, Fauser, B C J M, Bredenoord, A L
Magazine: Human Reproduction Update
Auteur: Drs. E.M. Kool1,2 Dr. R. van der Graaf1 Dr. A.M.E. Bos2 Prof dr. B.C.J.M. Fauser2 Prof dr. A.L. Bredenoord1
Verslagen
Eindverslag
In dit project hebben de onderzoekers de drie eicelbanken in Nederland ethisch geëvalueerd. Specifiek hebben de onderzoekers gekeken naar zorgvuldigheidsvragen omtrent het verantwoord inrichten van een eicelbank. Immers, gezien de maatschappelijke acceptatie van eiceldonatie is de wenselijkheidsvraag van het oprichten van een eicelbank een gepasseerd station. Specifiek hebben de onderzoekers gekeken naar de selectie van eiceldonoren en ontvangers en naar wat een passende vergoeding voor eiceldonatie is, tegen de achtergrond van de huidige schaarste aan eiceldonoren.
Uit ons empirisch-normatief onderzoek concluderen de onderzoekers dat zowel de selectie van eiceldonoren als ontvangers aanpassing behoeft. Zo blijkt dat de huidige strenge selectie van eiceldonoren en wensouders voortkomt uit een relatief beschermende houding tegenover (jonge) vrouwen en het toekomstig kind. De huidige ethische kaders bieden echter ruimte voor een minder streng selectiebeleid. Vrouwen tussen de 18 en 25 jaar met een zwangerschapswens zouden ook hun eicellen moeten mogen doneren, op voorwaarde dat zij goed geïnformeerd worden over de langere termijn gevolgen en achter het doel van eiceldonatie staan; het vervullen van de kinderwens van wensouders. Ook kan overwogen worden om in overleg met de wensouders donoren met een licht verhoogd risico op milde behandelbare aandoeningen te accepteren. In Nederland ligt bij de selectie van eiceldonoren een grote nadruk op het belang van een ‘zuiver’ altruïstische motivatie. Hierdoor worden vrouwen die vertellen dat zij deels door andere belangen zijn gemotiveerd afgewezen. De vraag is of afwijzing om deze reden terecht is als de hoogte van de vergoeding redelijk wordt gevonden. Een onkostenvergoeding van 300 euro is gepast om de inzet en het ervaren ongemak van eiceldonoren te erkennen. Deze vergoeding dient aangevuld te worden met een reiskostenvergoeding. Meer bekendheid over eiceldonatie en het tekort aan eiceldonoren is noodzakelijk. Op basis van het gelijkheidsprincipe mogen eicelbanken verzoeken tot een behandeling met donoreicellen van alleenstaanden, homo- en lesbische stellen niet categorisch uitsluiten. Ook zouden vrouwen tot 50 jaar niet op basis van alleen leeftijd mogen worden afgewezen. Overwogen kan worden om alleen wensouders zonder eigen kinderen en/of die nog niet eerder zijn behandeld bij een eicelbank in Nederland te selecteren, of anders hoger te prioriteren.
In de afgelopen jaren zijn in Nederland 3 eicelbanken opgericht. De vraag naar eicellen overtreft het aanbod ruimschoots. Schaarste vereist verder ethische doordenking. In dit project staan twee ethische vragen centraal: 1. in hoeverre moeten vrouwen ‘om niet’ doneren (zoals de Embryowet stelt) en zo nee, hoe hoog mag een vergoeding dan zijn?; 2. in hoeverre mogen selectiecriteria worden bijgesteld, bijvoorbeeld als het gaat om leeftijdsgrenzen of medische gronden waarop potentiële donoren worden afgewezen. Dit project beoogt deze vragen te beantwoorden door middel van empirisch-ethisch onderzoek, waaronder interviews met (potentiële) donoren en professionals en ethisch conceptuele analyses. Het project zal resulteren in een moreel kader met concrete aanbevelingen voor de praktijk
Samenvatting van de aanvraag
In de afgelopen jaren zijn in Nederland 3 eicelbanken opgericht. Hoewel de wenselijkheid van het oprichten van een eicelbank niet of nauwelijks meer ter discussie staat, verdient de zorgvuldigheid waarmee de eicelbank wordt ingericht nog verdere aandacht. Hoe waarborgen we de vrijwillige donatie en wat verstaan we daaronder? Moeten vrouwen bijvoorbeeld om altruïstische redenen hun eicellen afstaan? Hoe verhoudt vergoeding zich tot vrijwillige donatie en wat verstaan we onder een eerlijke vergoeding als we accepteren dat vrouwen niet louter ‘om niet’ hun eicellen af willen staan (zoals de Embryowet stelt)? Zorgvuldigheidvragen spelen ook rondom de selectie van donoren en ontvangers, met name vanwege schaarste aan eicellen die kunnen worden opgeslagen in eicelbanken. Onbekendheid met eiceldonatie is mogelijk waarschijnlijk een belangrijke reden waarom het aanbod schaars is. Promotie van eiceldonatie kan wellicht tot verdere groei van het aanbod leiden, maar daarbij moet worden onderzocht hoe het aanbod van eiceldonoren op zodanig wijze kan worden vergroot dat de werving ethisch verantwoord blijft. Onder andere moet worden overwogen in hoeverre selectiecriteria kunnen worden bijgesteld, bijvoorbeeld als het gaat om leeftijdsgrenzen of medische gronden waarop potentiële donoren worden afgewezen. Niet alleen eerlijke selectie van donoren, maar ook van ontvangers is van belang. Nu maken bijvoorbeeld alleen stellen een kans op het ontvangen van gedoneerde eicellen, maar het is de vraag of alleenstaanden niet ook in aanmerking zouden moeten kunnen komen. In dit project worden bovengenoemde ethische thema’s verder uitgewerkt door middel van een empirisch-ethische studie. In het empirische gedeelte wordt literatuuronderzoek verricht om moreel relevante feiten rondom de ethische thema’s te verzamelen. Ook worden moreel relevante overwegingen verzameld door het afnemen van interviews onder belanghebbenden zoals de donoren en professionals. In het ethische gedeelte worden de thema’s verder conceptueel geanalyseerd. De verzamelde moreel relevante feiten en overwegingen en conceptuele analyses zullen worden samengenomen om zo een moreel kader te ontwikkelen met voorwaarden voor het ethisch verantwoord afstaan van eicellen aan eicelbanken en verantwoord ontvangen van die eicellen uit eicelbanken. Dit moreel kader zal vervolgens resulteren in concrete aanbevelingen voor de counseling van eiceldonoren voor, tijdens en na de donatieprocedure.