Evaluatie van advies en voorlichting bij flexibilisering van contactmomenten tussen 6 en 11 maanden
Om hier antwoord op te geven wordt een vragenlijst verspreid onder ouders van kinderen van bijna 11 maanden. Ook worden ouders geïnterviewd met de vraag hoe zij het liefst voorlichting zouden willen krijgen. JGZ medewerkers vullen een vragenlijst in over hun ervaringen met het geven van voorlichting en advies in de nieuwe situatie.
Uit dit onderzoek volgt een advies over hoe de voorlichting aan ouders binnen de nieuwe werkwijze het best vorm gegeven kan worden. Daarmee kan de bestaande voorlichting aangepast worden, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende groepen ouders.
Producten
Link: http://www.ggdmn.nl/themas/beleid-en-onderzoek/evaluatieonderzoek/bagage-onderzoek.html
Verslagen
Eindverslag
Diverse JGZ-organisaties in Nederland experimenteren met flexibilisering van contactmomenten. GGD Midden-Nederland heeft tussen 6 en 11 maanden 2 contactmomenten laten vervallen voor kinderen zonder risico. De vraag is of ouders dan nog voldoende voorlichting over belangrijke onderwerpen krijgen en hoe afgestemd kan worden op hun wensen. In het BAGAGE-onderzoek (Baby GezondheidsAdvies Gewogen) werd dit onderzocht.
HET ONDERZOEK:
Onder ouders van kinderen van bijna 11 maanden is een vragenlijst verspreid. Ook werden ouders geïnterviewd met de vraag hoe zij het liefst voorlichting zouden willen krijgen. JGZ medewerkers vulden een vragenlijst in over hun ervaringen met het geven van voorlichting in de nieuwe situatie. Tot slot werd het groepsbureau Voeding geëvalueerd. Dit werd ontwikkeld als alternatief voor een consult op indicatie/verzoek tussen 6 en 11 maanden, omdat vragen over voeding hiervoor de meest voorkomende reden was. Het BAGAGE-onderzoek richtte zich op de onderwerpen voeding, gebitsverzorging, veiligheid en wiegendood omdat de periode tussen 6 en 11 maanden als meest optimaal beschreven wordt voor advisering over deze onderwerpen.
RESULTATEN:
Bij een relatief groot deel van de ouders is het niveau van hun gedrag m.b.t. voeding, wiegendood en met name m.b.t. gebitsverzorging en veiligheid niet conform JGZ normen. De informatiebehoefte van ouders, maar ook hun gedrag is verschillend voor voeding enerzijds en gebitsverzorging, veiligheid en wiegendood anderzijds:
- Voeding is voor het merendeel van de ouders zowel bij het 6 maanden consult als daarna een actueel onderwerp waarover zij veel vragen hebben en vaak informatie zoeken. Een groot deel van de informatie wordt gegeven en gevonden via de JGZ (tijdens het 6 maanden consult, via het boekje ‘Ik word groter’ of via een indicatieconsult, telefonisch spreekuur, weeg halfuurtje en/of groepsbureau Voeding) en het merendeel van de ouders is hier tevreden over. Bij de meerderheid van de ouders is het gedrag m.b.t. voeding conform JGZ normen.
- Over de onderwerpen gebitsverzorging, veiligheid en wiegendood heeft de meerderheid van de ouders geen vragen, weinig ouders zoeken zelf informatie over deze onderwerpen en vrijwel geen ouders hebben informatie hierover gemist tussen het 6 en 11 maanden consult. Omdat ouders veel vragen hebben over voeding komen JGZ medewerkers tijdens de vraaggerichte werkwijze bij het 6 maanden consult vaak niet aan voorlichting over gebitsverzorging, veiligheid en wiegendood toe. Ook geven JGZ medewerkers aan dat het 6 maanden consult voor deze onderwerpen niet het optimale moment is en het 11 maanden consult te laat is. Het preventieve gedrag van een relatief groot deel van de ouders m.b.t. deze onderwerpen (met name m.b.t. gebitsverzorging en veiligheid)is niet conform JGZ normen en kan daardoor gezondheidsrisico’s opleveren voor hun kind.
Er is niet duidelijk één risicogroep te onderscheiden voor gedrag, kennis en persoonlijke effectiviteit m.b.t. de 4 onderwerpen. Afhankelijk van het onderwerp scoren ouders met een niet-Westerse etniciteit, met een eerste kind en/of ouders met een lage, gemiddeld of juist hoge opleiding ongunstiger op gedrag en/of op kennis en persoonlijke effectiviteit.
Bijna de helft van de ouders geeft aan dat zij voorlichting en advies tussen 6 en 11 maanden het liefst via een consult op het consultatiebureau zouden willen krijgen. Daarna noemen relatief veel ouders het boekje ‘Ik word groter’, een website/internet of een e-mail met schriftelijke informatie.
Hoewel het merendeel van de deelnemers positief is, blijkt uit de evaluatie van het groepsbureau Voeding dat dit zoals het nu wordt aangeboden niet voldoet als alternatief voor een consult op indicatie/verzoek m.b.t. voeding tussen 6 en 11 maanden. Het bereik valt tegen, er wordt een selectieve groep ouders bereikt en de huidige inhoud past niet bij de beoogde doelgroep tussen 6 en 11 maanden.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN:
Aandacht voor preventief gedrag van oud
Jeugdgezondheidszorgmedewerkers in heel Nederland zijn op zoek naar slimme methoden om méér kinderen beter te kunnen helpen in de tijd die beschikbaar is. In de regio Eemland is gekozen voor een nieuwe werkwijze waarbij de bezoeken aan het consultatiebureau tussen 6 en 11 maanden flexibel worden aangeboden. Zo hoeven ouders met een baby waar het goed mee gaat minder vaak naar het consultatiebureau te komen, en blijft er meer tijd over voor kinderen die wel extra aandacht nodig hebben.
De vraag bij deze nieuwe werkwijze is: krijgen ouders die minder vaak op het consultatiebureau komen, nog voldoende advies en voorlichting over onderwerpen die in die periode voor de ontwikkeling van hun kind belangrijk zijn? Missen zij informatie? En hebben alle ouders wel dezelfde behoefte aan gezondheidsadvies?
Om hier antwoord op te geven voert GGD Midden-Nederland samen met het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen van het Universitair Medisch Centrum Utrecht het BAGAGE-onderzoek uit. ‘BAGAGE’ staat voor ‘BAby GezondheidsAdvies GEwogen’.
Er wordt een vragenlijst verspreid onder ouders van kinderen van bijna 11 maanden. Ook worden ouders geïnterviewd met de vraag hoe zij het liefst voorlichting zouden willen krijgen. JGZ medewerkers vullen een vragenlijst in over hun ervaringen met het geven van voorlichting en advies in de nieuwe situatie. Tenslotte wordt ook het nieuw opgezette groepsbureau Voeding geëvalueerd. Dit groepsbureau is een anderhalf uur durende groepsbijeenkomst waar ouders die veel vragen hebben over voeding terecht kunnen voor praktische adviezen gegeven door een jeugdverpleegkundige. Ook is er ruimte voor het uitwisselen van ervaringen met andere ouders.
Uit dit onderzoek volgt een advies over hoe de voorlichting aan ouders binnen de nieuwe werkwijze het best vorm gegeven kan worden. Daarmee kan de bestaande voorlichting aangepast worden, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende groepen ouders.