Mobiele menu

Gezinnen in complexe scheiding: Multi-method onderzoek naar kernelementen van scheidingsinterventies

Jaarlijks krijgen tussen 15.000 en 20.000 kinderen te maken met ouders in complexe scheiding, wat een ernstig risico voor hun ontwikkeling inhoudt. Soms gaat dit gepaard met mogelijk en dreigend contactverlies tussen kind en een ouder. Recent werd aangetoond dat de methodiek Ouderschap Blijft verbetering kan geven in de samenwerking tussen ouders en gemaakte afspraken.

Doel

Het doel van dit onderzoek is zicht krijgen op de rol van kernelementen uit de methodiek Ouderschap Blijft in de uitkomsten voor kinderen en ouders bij wie bij aanmelding sprake is een complexe scheiding met daarbij mogelijk en dreigend contactverlies. Het onderzoek richt zich breed op trajecten omgangsbemiddeling en meer specifiek op trajecten omgangsbegeleiding, gericht op contactherstel tussen ouder en kind. Gezocht wordt naar verbanden tussen de toepassing en werkzaamheid van kernelementen uit de methodiek en het functioneren van kinderen en hun ouders in de scheidingssituaties. Met deze kennis wordt meer duidelijk wat een professional moet doen en laten, bij wie, in welke situatie, waarom, en hoe dat werkt.

Aanpak/werkwijze

Er worden in het onderzoek verschillende methoden ingezet, zoals:

  • Voor- en nametingen met het onderzoeksinstrument SCRES door ouders en kinderen.
  • Procesevaluaties die hulpverleners invullen.
  • Een kleinschalig experimenteel onderzoek en interviews. 
  • Kennis van ervaringsdeskundigen en professionals wordt in het onderzoek betrokken.

Samenwerkingspartners

Het projectteam is een multidisciplinair samenwerkingsverband tussen Universiteit Utrecht, Universiteit Leiden en praktijkinstellingen iHub/Altra en Sterkhuis.

Verwachte resultaten

De verwachting is dat de resultaten toepasbare kennis is over welke onderdelen van Ouderschap Blijft goed werken en voor welke doelgroepen dit beter en minder goed werkt. De resultaten worden verspreid via rapporten, presentaties, universitair onderwijs, publicaties en een symposium.

De resultaten worden half 2026 verwacht.

Kenmerken

Projectnummer:
07440212310021
Looptijd: 23%
Looptijd: 23 %
2024
2026
Gerelateerde programma's:
Projectleider en penvoerder:
dr. I.E. van der Valk
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit Utrecht