Gezondheid, arbeid en mantelzorg; bevorderen van gendersensitiviteit bij huis- en bedrijfsartsen ten aanzien van mantelzorg-werkbalans om te komen tot een verlaging van ziekteverzuim bij vrouwelijke medewerkers in de zorg

Projectomschrijving

Dit project is gericht op het verbeteren van de bewustwording en kennis bij huis- en bedrijfsartsen over ziekte en overbelasting van mantelzorgers die ook professioneel in de zorg werkzaam zijn, om zo ziekteverzuim in de zorgsector tegen te gaan.

Vrouwen verrichten vaker mantelzorgtaken dan mannen. Daarnaast hebben vrouwen doorgaans een versterkte zorgidentiteit door de bestaande veronderstellingen in de maatschappij over de zorgethos van vrouwen. Dat geldt zeker voor mantelzorgers die ook professioneel in de zorg werken, hetgeen het risico op overbelasting vergroot.

Dit project is gericht op verbetering van effectieve interventie, onder andere via een e-tool, door kennis en bewustzijn bij artsen te vergroten en op het borgen van deze kennis in specialisaties en nascholing.

Meer informatie

  • Lees het interview met hoogleraar Jet Bussemaker over het onderzoek
  • Beluister de podcast over het onderzoek
  • Bekijk de themapagina Gender en Gezondheid
Verslagen

Eindverslag

Een op de zes werknemers is mantelzorger.Dat aantal zal naar verwachting nog toenemen, en daarmee het risico op overbelasting. Dat geldt zeker voor de zorg waar veel vrouwen werken. In combinatie met een genderspecifieke zorg-identiteit brengt dat risico's emt zich mee. Dit project richtte zich op het verbeteren van de bewustwording en kennis bij huis- en bedrijfsartsen, alsmede HR medewerkers.Tijdens nacholingscursussen en conferenties is het thema met hen besproken. Er zijn concrete instrumenten ontwikkeld, zoals een filmpje en een e-tool, om het gesprek over mantelzorg en werk te bevorderen.
Veel mantelzorgers delen weinig van hun ervaringen met leidindggevenden, terwijl dat delen een belangrijk onderdeel blijkt om een balans tussen werk en mantelzorg te kunnen vinden. De bewustwording, mede via de ontwikkelde instrumenten, kan zowel professionals als mantelzorgers helpen het gesprek te voeren.

Samenvatting van de aanvraag
De arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland is de afgelopen decennia jaren sterk toegenomen. Tegelijkertijd werken vrouwen veel vaker in (kleinere) deeltijdbanen, en verrichten zij vaker dan mannen mantelzorgtaken. De balans tussen mannen en vrouwen (sekse) in arbeid en mantelzorg is niet evenwichtig. Daar komt bij dat in beleid en in de arbeidspraktijk veronderstellingen over werk- en zorgethos van mannen en vrouwen bestaan (gender) die van invloed zijn op werkinrichting (functies, roosters e.d.) en belasting van de veelal vrouwelijke mantelzorger. Mantelzorgers ervaren vaak fysieke, psychische, relationele, sociale en financiële knelpunten. Als gevolg daarvan is hun gezondheid relatief zwak en hun ziekteverzuim hoger. Mantelzorgers geven aan dat zij moeite hebben om, naast het verlenen van zorg, op een volwaardige wijze aan het maatschappelijke leven deel te nemen. Het is ingewikkeld om een balans te vinden tussen betaald werk en mantelzorg. Werkende mantelzorgers hebben een groter risico op langdurig verzuim dan collega’s zonder mantelzorg. Om verzuim in de zorg tegen te gaan is het nodig zicht te hebben op gender specifieke factoren van ziekteverzuim en de relatie tussen verzuim en professionele werkomgeving enerzijds (heeft iemand zeggenschap over werk en arbeidstijden; worden mantelzorgtaken herkend en erkend; is afdelingshoofd en bedrijfsarts betrokken), en de relatie tussen verzuim en mantelzorgomgeving anderzijds (is de mantelzorg gelimiteerd; zijn andere mantelzorgers betrokken; is er sprake van ondersteuning van de mantelzorg; is de huisarts, wijkverpleegkundige of andere professional aanspreekpunt voor de mantelzorger)? En zijn er reële alternatieven, in financiële zin, voor de mantelzorger? De zorg is bij uitstek de sector waar deze problematiek zich pregnant voordoet. Niet alleen is het overgrote deel van de medewerkers in de zorg vrouw, maar de zorgsector kent ook een relatief hoog ziekteverzuim en relatief veel mantelzorgers. Tegelijkertijd is er een groot personeelstekort in de sector, hetgeen de noodzaak van gerichte interventies vergroot. -(H)erkenning en bespreekbaar maken van fysieke en psychische overbelasting van mantelzorgers door huisartsen en bedrijfsartsen is daarom van groot belang. De implementatie van bewustwording en kennis over ziekte en overbelasting van mantelzorgers is bij beide groepen (huis- en bedrijfsartsen) afzonderlijk voor verbetering vatbaar, maar zeker ook in de afstemming tussen beiden. Meer dan ooit is het bij deze groep van belang dat er meer integraal en contextueel naar de patiënt gekeken wordt, in plaats van naar de afzonderlijke klacht. In dit project richten wij ons op artsen, zowel huis- als bedrijfsartsen, die te maken krijgen met mantelzorgers, meer in het bijzonder mantelzorgers die ook professioneel in de zorg werkzaam zijn als verpleegkundige of verzorgende. Dat zijn voor het overgrote deel vrouwen, die doorgaans een sterke zorgidentiteit hebben, hetgeen het risico op overbelasting, ziekte en ziekteverzuim vergroot. (H)erkennen artsen bij ziekteverzuim de sekseverschillen en de genderspecifieke aspecten ten aanzien van mantelzorg en werkdruk, en benoemen ze deze bij hun diagnoses en communicatie? De aanpak is gericht op verbetering van effectieve interventies door de kennis en het bewustzijn over sekse- en genderspecifieke elementen bij de combinatie van mantelzorg en professionele zorg bij artsen (huis- en bedrijfsartsen) te vergroten. Het doel is het delen van kennis, het stimuleren van reflectie ten aanzien van de thematiek en het borgen ervan in specialisaties en nascholing. Het implementatietraject is primair gericht op artsen, aankomend artsen en leidinggevenden in de zorg. Dat gebeurt onder andere via de huisartsenopleiding bij het LUMC waar gendersensitiviteit bij diagnoses en behandeling toch al meer aandacht zal krijgen, opleidingen verpleging bij de Haagse Hogeschool (HHS), alsmede in bijscholingscursussen voor artsen en management in de zorg.
Onderwerpen
Kenmerken
Projectnummer:
849600002
Looptijd:
2019
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M. Bussemaker
Verantwoordelijke organisatie:
Leiden University Medical Center