Gezondheidszorgprofessionals als gespreksleider moreel beraad. Ontwikkeling en implementatie van een trainingsmodule in en met de praktijk.
Projectomschrijving
VUmc & UMCG verzorgen trainingen aan gezondheidszorgmedewerkers om Moreel Beraad te begeleiden. Een Moreel Beraad is manier van onderzoek naar het antwoord op een morele vraag in de praktijk van de gezondheidszorg, en wordt geleid door een gespreksleider.
Dit project evalueert deze trainingen systematisch en ontwikkelt een toolbox om de trainingen beter te laten aansluiten bij de behoeften in gezondheidszorginstellingen.
Er wordt gewerkt met intakeformulieren, vragenlijsten, zelfreflectie- en observatieformulieren, en focusgroepen. Gegevens van 144 cursisten en 5 trainers zijn verzameld. Deelnemers evalueren de trainingen positief. Ze hebben na afloop voldoende vertrouwen om moreel beraad te begeleiden. Vooral het (begeleid) oefenen in training en praktijk leidt tot meer inzicht en vaardigheden. Het onderdeel implementatie blijkt een knelpunt.
Momenteel worden de resultaten verder uitgewerkt en worden aanbevelingen geformuleerd voor trainingsprogramma’s. Gezien de behoefte aan mogelijkheden van uitwisseling en intervisie werkt het VUmc & UMCG verder aan een landelijk netwerk voor gespreksleiders.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
Moreel beraad is het methodisch spreken over ‘goede (organisatie van) zorg’: een groepsbijeenkomst waarin – onder leiding van een daartoe opgeleide gespreksleider – door middel van een dialoog een onderzoek plaatsvindt over een morele vraag welke direct verbonden is aan een concrete ervaring. Middels moreel beraad ontwikkelen zorgprofessionals hun morele en reflectieve vaardigheden; tegelijkertijd ontwikkelen organisaties het vermogen om met complexe ethische vraagstukken (en gerelateerde beleidsmatige kwesties) om te gaan. Het potentieel van moreel beraad wordt vanuit verschillende hoeken (h)erkend (zorginstellingen, beroepsorganisaties, overheid, ethici), en het is op dit moment een van de belangrijkste instrumenten die organisaties ter beschikking staan om ethiek en ethiekbeleid vorm te geven. Een moreel beraad wordt in de regel door een externe expert (meestal een ethicus) geleid. Wij pleiten er echter voor dat zorgprofessionals zelf deze rol gaat overnemen. Daarvoor zijn verschillende redenen te geven: er zijn te weinig professionele ethici beschikbaar om aan de toenemende vraag voor moreel beraad te kunnen voldoen, en als moreel beraad een onderdeel van de reguliere kwaliteitszorg moet worden, is het kunnen beschikken over gespreksleiders uit de eigen organisatie een pre. Verder is er een belangrijk normatief argument: het zou tot de professionele competentie van gezondheidszorgprofessionals moeten behoren dat zij adequaat om kunnen gaan met morele vraagstukken, en de bespreking hiervan kunnen organiseren en faciliteren. Doel van dit voorstel is om een trainingsmodule ‘gespreksleider moreel beraad’ te ontwikkelen om zodoende aan de toenemende vraag van gezondheidszorgmedewerkers, gezondheidszorginstellingen en beroepsorganisaties, naar professionele ondersteuning te voorzien. Middels deze module verwerven gezondheidszorgmedewerkers de kennis en vaardigheden die nodig zijn om zelf op te treden als gespreksleider moreel beraad en om moreel beraad in de eigen instelling te implementeren. De module moet aansluiten bij de huidige wetenschappelijke inzichten, passen bij de theoretische achtergrond van waaruit gewerkt wordt, aansluiten bij de praktijk, en gebruik maken van recente didactische inzichten en werkvormen. De totale ontwikkeling van de module duurt 12 maanden. Het uitgangspunt wordt gevormd door al lokaal ontwikkeld trainingsmateriaal. Verdere ontwikkeling zal plaatsvinden met (en in) de vier participerende gezondheidszorginstellingen , met het oog op een betere implementatie van moreel beraad in de dagelijkse praktijk.Ervaringen met de trainingsmodule in verschillende settingen worden gedurende de hele looptijd systematisch vergeleken via kwantitatief en kwalitatief evaluatieonderzoek, waardoor (tussentijdse) bijstelling van de module mogelijk is. Tot slot worden binnen en tussen de zorginstellingen lerend netwerken opgezet, met het doel de ervaringen met de training te benutten voor verdere ontwikkeling en de implementatie van de training in de praktijk te versterken.