Mobiele menu

GRIP on neuropsychiatric symptoms in young-onset dementia: The BEYOND-II study

Moeilijk hanteerbaar gedrag komt veel voor bij verpleeghuisbewoners met dementie op jonge leeftijd, met gevolgen voor het welzijn van de persoon met dementie en de werkbelasting van zorgteams. De GRIP studie wordt het effect van GRIP onderzocht.

Doel

In dit project werd het effect van een interventie gericht op de behandeling van moeilijk hanteerbaar gedrag onderzocht.

Aanpak

Het betreft een interventie studie.

Resultaten

Er werd geen afname van moeilijk hanteerbaar gedrag, medicatiegebruik en werkbelasting gevonden.
Agitatie/agressie en apathie kwamen het meest voor, 67% gebruikte psychofarmaca, waarvan 35% antidepressiva. Zorgmedewerkers hadden bij aanvang een laag risico op burnout en waren tevreden met hun werk(-druk), waardoor er mogelijk weinig ruimte voor verbetering was. Er werd overlap ervaren tussen de huidige werkwijze en de interventie, mogelijk werd er al methodisch gewerkt. Het implementeren van interventies is complex en afhankelijk van veel factoren, waardoor interventies vaak niet volledig uitgevoerd worden zoals bedoeld. Ook in deze studie was de implementatie niet optimaal.

Meer informatie

Verslagen


Eindverslag

De Behavior in Young-onset Dementia (BEYOND)-2 studie is een onderzoek naar het verbeteren van de signalering, analyse, behandeling en systematische evaluatie van probleemgedrag bij jonge mensen met dementie in het verpleeghuis. Het onderzoek werd in vijf fasen uitgevoerd. In de eerste fase werd het bestaande zorgprogramma ‘Grip op moeilijk hanteerbaar gedrag’ toegespitst op het gebruik bij jonge mensen met dementie. In de tweede fase ontwikkelden de onderzoekers een strategie om de effectiviteit van de implementatie te vergroten, mede door digitalisering van het zorgprogramma. In de derde fase werd het zorgprogramma in twee jaar tijd ingevoerd op dertien afdelingen voor jonge mensen met dementie, en op effectiviteit onderzocht. Vervolgens werden in de vierde fase de haalbaarheid, acceptatie en de consequenties van implementatie voor de kosten aan bod. In de laatste fase ontwikkelden de onderzoekers een handreiking voor de implementatie van het zorgprogramma in de thuissituatie.
Uit de Beyond-I studie blijkt dat 88 procent van de bewoners op specialistische afdelingen voor jonge mensen met dementie op een moment moeilijk hanteerbaar gedrag vertoont. Hierbij kan gedacht worden aan agitatie of agressie, hallucinaties en wanen, angst, depressie of apathie. Deze symptomen hebben belangrijke gevolgen voor het welzijn van de persoon met dementie, maar vormen tevens een grote belasting voor zorgteams van deze afdelingen. Daarnaast komt uit de Beyond-I studie naar voren dat bij minstens 87 procent, deze symptomen met psychofarmaca behandeld worden. De huidige richtlijnen voor moeilijk hanteerbaar gedrag schrijven echter voor dat niet-medicamenteuze interventies de eerste voorkeur hebben, omdat deze middelen veel bijwerkingen hebben en hun werkzaamheid doorgaans gering is. Onderzoek naar behandeling gericht op het verbeteren van het welzijn of beïnvloeding van de omgeving (psychosociale interventies) is schaars, maar de resultaten zijn veelbelovend voor de behandeling van moeilijk hanteerbaar gedrag bij ouderen met dementie. Onderzoek naar dergelijke interventies voor de behandeling van moeilijk hanteerbaar gedrag bij jonge mensen met dementie in het verpleeghuis ontbreekt echter volledig. In de Beyond-II studie wordt het zorgprogramma ‘Grip op probleemgedrag’ (ZonMW project dossier nummer: 171002212), dat effectief is gebleken in de behandeling van moeilijk hanteerbaar gedrag bij ouderen mensen met een dementie, doorontwikkeld en specifiek toegesneden op jonge mensen met dementie. Dit zorgprogramma zal gedurende 18 maanden binnen 13 zorginstellingen met één of meer afdelingen voor jonge mensen met dementie geïmplementeerd worden. Verwacht wordt dat door het gebruik van het zorgprogramma een afname van moeilijk hanteerbaar gedrag, medicatiegebruik en belasting van zorgmedewerkers kan worden gerealiseerd.

Kenmerken

Projectnummer:
733050402
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2014
2019
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. C. Bakker
Verantwoordelijke organisatie:
Radboud Universiteit Nijmegen