Grip op Gedrag: Wat verbetert de maatschappelijke participatie van de kwetsbare groep van normaalbegaafde jongvolwassenen met een autismespectrumstoornis en gedragsproblematiek?
Dit project had als doel om via verschillende onderzoeksmethoden informatie te verzamelen over belemmerende en faciliterende factoren voor het functioneren en de maatschappelijke participatie van normaalbegaafde jongeren met een autisme spectrum stoornis (ASS) en gedragsproblemen. Er is informatie verzameld bij mensen met ASS, hun naasten, hulpverleners en professionals uit onderwijs en belangenbehartiging/beleid. De resultaten maken duidelijk dat gedragsproblemen bij normaalbegaafde jongvolwassenen met een autismespectrumstoornis samen hangen met een complex aan interne en externe factoren. Aanbevolen wordt dan ook om op deze combinatie van interne en externe factoren aan te grijpen en over- en onder prikkeling te managen. Om daarmee gedragsproblemen te verminderen en zo participatie te bevorderen. Dit vergt een duurzame, multi-sectorale aanpak met inzet op zowel micro (individu), meso (gezin/school), exo (zorg/werk) als macro (cultuur-maatschappelijk) niveau.
Verslagen
Eindverslag
Gedragsproblemen bij normaalbegaafde jongvolwassenen met een autismespectrumstoornis hangen samen met een complex aan interne en externe factoren. Interne factoren die gedragsproblemen veroorzaken, en daarmee participatie belemmeren, zijn moeizame acceptatie van het eigen autisme en beperkt inzicht in de eigen (on)vermogens die samengaan met het autisme. Vooral het tijdig signaleren van overprikkeling en het tijdig de-escaleren van de omstandigheden is iets dat gaandeweg met vallen en opstaan geleerd moet worden. Externe factoren die gedragsproblemen verergeren zijn onvoldoende formele en informele hulpverlening, een bejegening waarbij de persoon wordt onder- en/of overschat, beperkte kennis over autisme bij betrokkenen, onduidelijke organisatie in het schoolsysteem en gebrekkige samenwerking tussen sectoren. Aanbevolen wordt dan ook om op deze interne en externe factoren aan te grijpen, om gedragsproblemen te verminderen en daarmee participatie te bevorderen. Dit zal een duurzame, multi-sectorale aanpak vergen met inzet op zowel micro (individu), meso (gezin/school), exo (zorg/werk) als macro (cultuur-maatschappelijk) niveau.
In het project Grip op Gedrag worden factoren onderzocht die helpen of juist belemmeren bij het naar school(/opleiding) gaan, of het werken, bij jongvolwassenen met autisme en externaliserende gedragsproblemen. Onder deze populatie is er relatief veel uitval op school of ondervindt men moeite om een baan te vinden of te behouden. Door middel van interviews en focusgroepen met de doelgroep zelf, maar ook met naasten, hulpverleners en sleutelfiguren uit het onderwijs en op het gebied van werk, onderzoeken we hoe dat komt. Dit wordt gecombineerd met literatuuronderzoek op dit thema. Als eindproduct willen wij richting geven aan een instrument of ‘tool’ die voorziet in een behoefte. Bij wie er een behoefte is en wat deze behoefte precies is, is een belangrijke uitkomst van de interviews en focusgroepen.