Heelkom Vitale vaten
Zelfmanagement op het platteland
In niet-stedelijke regio’s liggen veel voorzieningen op afstand. Ook voor gezondheidscentra op het platteland is het belangrijk dat de organisatie is ingericht volgens actuele standaarden met een grote rol voor eerstelijnszorg. Patiënten moeten optimaal in staat zijn hun eigen gezondheid en behandeling te managen Gezondheidscentrum De Heelkom in Achterveld stelt zichzelf voor een grote uitdaging: voorop lopen in ontwikkeling en implementatie van zorgprogramma’s en in het stimuleren van patiënten om een (pro)actieve rol te spelen in hun eigen gezondheidsmanagement. De Heelkom onderzoekt in het project ‘Heelkom Vitale vaten’ hoe assertiviteit en eigen verantwoordelijkheid van patiënten kan worden vergroot en wat dat betekent voor techniek en procedures in cardiovasculair risicomanagement (CVRM).
Doelstelling
Invoering van het Chronic Care Model in De Heelkom vóór 2012. Concreet leidt Heelkom Vitale Vaten tot mogelijkheden voor zelfmanagement van patiënten, een helder, toetsbaar zorgproces, een evidence based zorgprogramma en een adequaat informatiesysteem.
Producten
Verslagen
Eindverslag
De Heelkom is als eerstelijns Gezondheidscentrum actief in een plattelandsregio en biedt multidisciplinaire zorg in combinatie met het lokale welzijnsloket.
De Heelkom wilde met het project Vitale Vaten de meest actuele zorgstandaard op gebied van hart- en vaatziekten implementeren met een sterke rol voor de eerstelijnszorg, vanwege de 'grote' fysieke afstand naar tweedelijnsvoorzieningen, en een grote inbreng van de bewoners/patienten.
Belangrijkste doel: Als relatief klein centrum vooroplopen in moderne zorg en patienten stimuleren tot een (pro)actieve rol in het eigen gezondheidssmanagement.
Dat wilden we bereiken door het Chronic Care Model te implenteren. Dit met ondersteuning van Vilans, omdat zij bekend zijn met de implementatie van het model.
Daartoe hebben we in de Heelkom het volgende gedaan:
1) Opzetten van een multidisciplinaire werkgroep.
2) Ontwikkelen en implementeren van een lokaal en evidence based protocol (zorgprogramma) dat gebaseerd is op de Zorgstandaard Vitale Vaten.
3) Includeren van patienten in het project.
4) Casuistiek bespreken.
5) Scholing van de staf m.b.t. het zorgprogramma, stimuleren en faciliteren cvan een actieve rol van de patient.
6) Organiseren van voorlichting en training van patientengroepen en relaties m.b.t. actieve partici[patie, zelfmanagement, voeding, stressmanagement en bewegen.
7) Analyseren en implementeren van de benodigde technische faciliteit, zoals het gebruik van een keteninformatiesysteem met toegang voor patienten en alle betrokken zorgverleners.
8) Uitgave van het Heelkommentaar, een blad voor patienten van de Heelkom/alle bewoners van Achterveld e.o. over deze en aanverwante thema's.
Voor de ondersteuning van Vilans hebben we meegewerkt aan het opstellen van ambities ten aanzien van de invoering van het Chronic Care Model.
Er is een eigen projectleider aangesteld die na 1,5 jaar is vervangen door een nieuwe projectleider.
De leden van de projectgroep hebben deelgenomen aan landelike bijeenkomsten van Vilans en ZonMW en hebben geparticipeerd in het begeledingstraject van begeleidend onderzoek door iBMG.
De zorg - en hulpverleners in Gezondheidscentrum de Heelkom in Achterveld, een plattelandsdorp, willen patienten stimuleren een (pro)actieve rol te spelen om hun eigen gezondheid te managen. De vraag binnen het project is hoe het beste de eigen verantwoordelijk en assertiviteit van patienten kan worden vergroot en wat voor hulpmiddelen je daar goed voor kan gebruiken. Te denken valt aan internettoegang tot eigen medische gegevens door patienten en klantgerichte procedures voor wat betreft het cardiovasculair risico. Dat laatste moet aansluiten bij het preventiespreekuur, dat al heel lang in het gezondheidscentrum loopt.
Van alle patienten van het gezondheidscentrum, waarvan wordt verwacht dat ze een verhoogd risico lopen, worden alle risicofactoren in kaart gebracht. Aan de hand daarvan wordt met de patient besproken wat ze van hun eigen 'profiel' vinden en of er punten zijn waarmee ze aan de slag willen gaan. Dit zijn de eigen doelen van de patient. Dat wordt genoteerd in een voor de patient individueel en papieren zorgplan. Vervolgens gaat de patient daarmee aan de slag en wordt daarbij begeleid door een vaste en centrale zorgverlener. Daarnaast worden patienten met een hoger risico vaker gecontroleerd dan patienten met een lager risico. Dat wordt vooraf met de patient besproken. De resultaten worden genoteerd in een centraal informatiesysteem (Portavita). Alle betrokken hulpverleners kunnen in dat systeem resultaten noteren en de patient kan die ook inzien (vanaf eind 2010).
De hulpverleners in et centrum worden getraind de patienten hierbij zo goed mogelijk te begeleiden en te ondersteunen in het zelf managen van hun ziekte. Enerzijds door scholing en anderzijds door hen de geschikte ICT-ondersteuning te geven. Ook is er multidisciplinair overleg georganiseerd rondom de patienten-intake (intake-team) en de evaluatie.