Mobiele menu

Identifying and amplifying existing wisdom: Utilizing the Positive Deviance Approach to enhance psychological resilience amongst adolescents vulnerable to depression and anxiety

Positive Deviance: relevante microgedragingen maken het verschil op school

Vraagstuk

Sommige vmbo-scholen met minstens 50% migrantenleerlingen in kwetsbare wijken van Rotterdam doen het zonder extra middelen – tegen iedere verwachting in – beter dan andere scholen als het gaat om de mentale gezondheid van leerlingen. Hoe komt dat? Kleine verschillen in aanpak, de zogenoemde microgedragingen, kunnen een groot effect hebben. Zijn die ook op deze scholen aan te wijzen?

Onderzoek

De methodiek Positive Deviance (zoeken naar de gunstige uitzonderingen) werpt licht op de invloed van de school op de mentale weerbaarheid van jongeren, door de relevante microgedragingen in kaart te brengen.

Uitkomst

Het onderzoek levert interessante en overdraagbare resultaten op rond het succesvol inzetten op sociale veiligheid, persoonlijke betrokkenheid en interactie tussen school, leerlingen en ouders. Voorbeelden zijn het begroeten van leerlingen bij binnenkomst door de conciërge, het versturen van felicitatiekaarten aan jarige leerlingen en het gericht nabellen van ouders als leerlingen iets positiefs hebben bereikt.

Verslagen


Eindverslag

Depressie en angststoornissen zijn een groot probleem in Nederland, vooral onder jongeren. Gemiddeld hebben vijf à zes jongeren per klas depressieklachten (Van der Zanden, Van der Linden, 2013). Er is een dringende behoefte aan nieuwe en eigentijdse projecten en methodieken om de mentale weerbaarheid van jongeren, vooral uit kwetsbare wijken, te bevorderen en te versterken.

Het Centrum Media & Gezondheid (CMG) heeft de vernieuwende methodiek “Positive Deviance” (PD) toegepast om de invloed van de school op de mentale weerbaarheid van jongeren te onderzoeken. Het onderzoek heeft plaatsgevonden op Rotterdamse VMBO-scholen. In dit onderzoeksproject is het Centrum Media & Gezondheid samen met de Rotterdamse GGD, het Trimbos Instituut en Universiteit Texas in El Paso, op zoek gegaan naar de gunstige uitzonderingen (positieve deviants) onder Rotterdamse VMBO-scholen. De PD-strategie leverde de volgende onderzoeksvraag op: hoe komt het dat sommige scholen, in dezelfde kwetsbare wijken, met dezelfde jongeren en dezelfde middelen het tegen iedere verwachting in, het beter doen ten aanzien van mentale weerbaarheid dan andere scholen? Op basis van data uit het jeugdmonitor onderzoek (Strengths and Difficulties Questionnaire - SDQ) zijn drie scholen geïdentificeerd, die een positieve uitzondering vormen: Lucia Petrus Mavo, Mavo Delfshaven en Libanon Lyceum afdeling Mavo (SDQ scores 10 of lager).

Samen met docenten, ondersteunend personeel, ouders, en leerlingen van de drie PD scholen is het onderzoeksteam op zoek gegaan naar het geheim van dit succes. Kleine verschillen in aanpak, de zogenaamde microgedragingen, kunnen een groot effect hebben. Deze microgedragingen zijn met het onderzoek in kaart gebracht. Vervolgens is gekeken hoe deze inzichten andere VMBO-scholen kunnen inspireren.

In de praktijk blijkt dat jongeren uit achterstandswijken, vaak uit migrantengezinnen, op VMBO-scholen onvoldoende met de huidige preventie programma’s voor mentale gezondheid worden bereikt. Het Centrum Media & Gezondheid (CMG) is samen met de GGD Rotterdam Rijnmond, het Trimbos-instituut en Universiteit van El Paso, op zoek naar het antwoord op de centrale vraag: hoe komt het dat sommige van VMBO scholen in Rotterdam, in dezelfde achterstandswijken, met hetzelfde hoog aantal allochtone leerlingen en met dezelfde middelen het tegen iedere verwachting in beter doen dan andere scholen? Deze gunstige uitzonderingen worden ‘Positive Deviants (PD)’ genoemd.
Op basis van data van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) uit het Jeugdmonitor onderzoek onder brug- en derdeklassers van VMBO scholen in Rotterdam, worden scholen geïdentificeerd die een positieve uitzondering vormen. Vervolgens wordt samen met ouders, de buurt en medewerkers van deze PD scholen onderzocht wat precies het verschil maakt. Dit zijn vaak kleine dingen (microgedrag). Daarnaar word gekeken hoe dit inzicht andere scholen kan inspireren.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200210012
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2014
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M.P.A. Bouman
Verantwoordelijke organisatie:
Centrum Media en Gezondheid