Improving early detection of cancer in primary care
Snellere opsporing van kanker leidt tot een lagere ziektelast.. Ziektelast is in het kort het verlies van gezondheid, of ander soort leed door ziekte. Voor vroege opsporing is het belangrijk goed inzicht te hebben in wat er gebeurt in het opsporingsproces van kanker. Dit proces is het zogenaamde diagnostisch traject. Dit bestaat uit:
- patiëntinterval: tijd totdat iemand met klachten bij de huisarts komt
- huisartsinterval: tijd van het eerste consult bij de huisarts met klachten die bij kanker horen tot een verwijzing voor nader onderzoek
- verwijsinterval: tijd van de verwijzing tot de diagnose
Doel
In dit project was het doel het proces tot de diagnose en de verschillende intervallen goed in kaart te brengen voor 10 kankersoorten: darmkanker, longkanker, prostaatkanker, borstkanker, slokdarmkanker, maagkanker, nierkanker, blaaskanker, ovariumkanker en huiskanker (melanoom). We keken naar de duur van de intervallen en naar mogelijkheden om vertraging te voorkomen. Daarbij was in het bijzonder aandacht voor het huisartsinterval. Hierdoor kunnen we adviezen geven over mogelijke verbeterpunten.
Resultaten
- Uit het onderzoek blijkt dat het vaststellen van de diagnose van kanker in de Nederlandse huisartspraktijk voor het merendeel (75% tot 90%) van de patiënten met kanker vlot verloopt.
- Het duurt relatief lang (langste 10% tot 25%) wanneer de kans op kanker klein lijkt, bijvoorbeeld als er geen sprake is van alarmsymptomen voor kanker bij de patiënt (zoals een knobbeltje in de borst).
- Vertragingen om zo snel mogelijk tot een diagnose te komen, zoals niet goed nagekomen vervolgconsulten of verwijtbaar gemiste diagnoses, zijn nauwelijks gevonden in het onderzoek.
Het lijkt er dus op dat de diagnostiek van kanker in de huisartspraktijk goed uitgevoerd wordt.
Om het proces nog verder te verbeteren, is versnelling van de verwijzing vooral te verwachten door ondersteuning in het vroegtijdig herkennen van kanker bij afwezigheid van alarmsymptomen. Dit kan mogelijk in de toekomst met moderne technieken zoals biomarkers en kunstmatige intelligentie.
Het patiëntinterval en het verwijsinterval, dus de tijd voor- en na het bezoek aan de huisarts, zijn vaak relatief lang ten opzichte van het huisartsinterval. Ook bij alarmsymptomen wacht men soms lang met huisartsbezoek. Dit betekent dat er mogelijk, ten opzichte van winst bij de huisarts, meer winst te behalen is als mensen met symptomen van kanker sneller naar de huisarts gaan of als mensen na verwijzing sneller terecht kunnen voor diagnostiek.
Interview
In een interview vertelt huisarts in opleiding Nicole van Erp meer over de relevantie, werkwijze en resultaten van het onderzoek.
Webinar terugkijken
Aanbevelingen
Aanbevelingen per fase van het diagnostisch proces:
Patiëntinterval
Beweegredenen voor het uitstellen van huisartsbezoek bij alarmsymptomen moeten verder worden uitgezocht. Indien een gebrek aan bewustzijn blijkt, kunnen publieke bewustwordingscampagnes bijdragen aan het stimuleren van huisartsbezoek met bekende alarmsymptomen voor kanker. Een dergelijke campagne dient, gezien de huidige overbelasting van de eerste lijn, echter wel heel gericht te worden ingezet om te zorgen dat de juiste mensen bereikt worden.
Huisartsinterval
- Er is beperkte ruimte voor het voorkomen van vertraging door suboptimale diagnostische strategieën van huisartsen. De gevonden redenen verdienen een plaats in medisch onderwijs voor artsen in opleiding en huisartsen in opleiding. Het voornaamste dat aandacht nodig heeft is:
o ‘het niet heroverwegen van de initiële diagnose, ook als alarmsymptomen blijven bestaan’
o ‘het suboptimaal monitoren van vervolgconsulten bij symptomen die opvolging behoeven’.
Het verdient aanbeveling om beide boodschappen te integreren in onderwijs voor huisartsen- en huisartsen in opleiding.
- Het risico op kanker waarbij verwijzing geïndiceerd is, moet onderwerp van discussie blijven en kan eventueel verder gepersonaliseerd worden, ondersteunt door moderne technieken. Voor agressievere kankervormen, of bij (bijvoorbeeld jonge) mensen bij wie de verwachtte gezondheidsschade relatief hoog is, kan eventueel een lager afkappunt gekozen worden voor de kans op kanker waarbij verwijzing geïndiceerd is.
- Gezien het feit dat het ontbreken van alarmsymptomen, en dus de lage prior kans op kanker, veruit de voornaamste reden voor relatief lange duur van het huisartsinterval is, lijkt voor verdere verbetering aanvullende- en verbeterde huisartsondersteuning nodig. Deze uitdaging is groot, maar initiatieven zoals ondersteuning van risicoherkenning door artificial intelligence op basis van huisartsgeneeskunde data- en de ontwikkeling van veelbelovende POC tests voor de eerste lijn bieden mogelijk op korte termijn kansen voor betere gepersonaliseerde risico inschatting bij de juiste persoon, op de juiste plaats, op het juiste moment.
Verwijsinterval
Gezien het feit dat het diagnostisch traject na verwijzing vaak meer tijd in beslag lijkt te nemen dan de tijd tussen presentatie bij de huisarts en verwijzing, verdient het aanbeveling om de mogelijkheden voor verkorting van deze diagnostische fase tussen verwijzing en diagnose verder te analyseren.
Producten
Auteur: N van Erp, C Helsper, S Olyhoek, R Janssen, A Winsveen, P Peeters, N de Wit
Magazine: Huisarts & Wetenschap
Auteur: van Erp, Nicole F., Helsper, Charles W., Olyhoek, Saskia M., Janssen, Ramon R. T., Winsveen, Amber, Peeters, Petra H. M., de Wit, Niek J.
Magazine: Annals of Family Medicine
Auteur: NF van Erp, CW Helsper, P Peeters, NJ de Wit
Magazine: Huisarts & Wetenschap
Auteur: Helsper, Charles W., Campbell, Christine, Emery, Jon, Neal, Richard D., Li, Li, Rubin, Greg, Weert, Henk, Vedsted, Peter, Walter, Fiona M., Weller, David, Nekhlyudov, Larissa
Magazine: European journal of cancer care
Auteur: Helsper, Charles (C.W.), van Erp, Nicole (N.F.), Peeters, Petra (P.H.M.), de Wit, Niek (N.J.)
Magazine: European Journal of Cancer
Link: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29145037
Auteur: van Erp, NF, Helsper, CW, Slottje, P, Brandenbarg, D, Büchner, FL, van Asselt, KM, Muris, JWM, Kortekaas, MF, Peeters, PHM, de Wit, NJ
Magazine: European Journal of Gastroenterology and Hepatology
Auteur: N.F. van Erp, N. Ahsmann, S. Bakker, N. Jongerius, V. Kirana, R. Rooseboom de Vries, S. de Ruiter, L. Singor, S. Smeets, W. Wiertsema, P.H.M. Peeters, N.J. de Wit, C.W. Helsper.
Auteur: N.F. Van Erp, B. van de Weg, M. Tukker, P.H.M. Peeters, N.J. de Wit, C.W. Helsper.
Auteur: van erp, helsper, peeters, de wit
Auteur: N.F. van Erp, C.W. Helsper, P.H.M. Peeters, N.J. de Wit.
Auteur: van Erp, Helsper, Peeters, de Wit
Auteur: Arik Y, Helsper CW, van Erp NF, de Wit NJ.
Auteur: N.F. van Erp, C.W. Helsper, P.H.M. Peeters, N.J. de Wit.
Auteur: N.F. van Erp, R.T. Janssen, A. Winsveen , N.J. de Wit, P.H.M. Peeters, C.W. Helsper.
Auteur: N. van Erp, H. Jensen, R.D. Neal, N.J. de Wit, C.W. Helsper.
Auteur: N.F. van Erp, C.W. Helsper, P.H.M. Peeters, N.J. de Wit.
Auteur: Arik Y, Helsper CW, van Erp NF, de Wit NJ
Auteur: Nederlandse Federatie van Kankerpatientenorganisaties (NFK) en UMC Utrecht
Link: https://nfk.nl/themas/ziekenhuiskeuze/webinar-en-scholing
Auteur: Nicole van Erp
Link: http://www.publicatie-online.nl/files/2616/0069/2578/145955-Nicole-van-Erp_PDF.pdf