Induction of labour or expectant management in women with PPROM between 34-37 weeks of gestation – a long-term follow-up and economic evaluation study of the PPROMEXIL-trial.

Projectomschrijving

Jaarlijks breken bij 3000 zwangere vrouwen voortijdig de vliezen tussen 34 en 37 weken zwangerschap. Nadat de vliezen gebroken zijn bestaat er een klein risico op infectie voor moeder en kind. Dit zou reden kunnen zijn om de bevalling na te streven met als gevolg een vroeggeboorte. Om dit te voorkomen kan worden afgewacht tot 37 weken voordat de bevalling wordt ingeleid. Twee recente onderzoeken (PPROMEXIL en PPROMEXIL-2) lieten zien dat een afwachtend beleid op de korte termijn de voorkeur heeft. De vraag is echter of dit op de lange termijn ook geldt. Het doel van deze studie is om te onderzoeken wat de lange termijn effecten zijn van afwachten versus inleiding na voortijdig gebroken vliezen tussen de 34 en 37 weken zwangerschap op de ontwikkeling, het gedrag en de gezondheid van het kind. Ook de kosteneffectiviteit zal worden onderzocht. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen ouders en gynaecologen in de toekomst betere keuzes maken.

Kennisagenda

Dit onderzoek sluit aan op de NVOG kennisagenda 2017-2020

Producten
Titel: Follow-up and management of preterm prelabour rupture of membranes and preterm birth
Auteur: Noor Simons
Titel: Te vroeg gebroken vliezen in de zwangerschap tussen 34-37 weken - en nu?
Auteur: NE Simons, AA de Ruigh
Titel: Te vroeg gebroken vliezen in de zwangerschap onder de 24 weken - en nu?
Auteur: NE Simons, AA de Ruigh
Titel: Childhood outcomes after induction of labor or expectant management for preterm prelabor rupture of membranes: a 10-year follow-up of the PPROMEXIL trials
Auteur: Noor E Simons, Annemijn A de Ruigh, Janneke van 't Hooft, Cornelieke S H Aarnoudse-Moens, Madelon van Wely, David P van der Ham, Augustinus S P van Teeffelen, Tessa J Roseboom, Ben W Mol, Aleid G Leemhuis, Eva Pajkrt
Titel: Child outcomes after induction of labour or expectant management in women with preterm prelabour rupture of membranes between 34 and 37 weeks of gestation: study protocol of the PPROMEXIL Follow-up trial.
Auteur: Annemijn A de Ruigh, Noor E Simons, Janneke Van 't Hooft, Aleid G van Wassenaer-Leemhuis, Cornelieke S H Aarnoudse-Moens, Madelon van Wely, Gert-Jan van Baaren, Floortje Vlemmix, D P van der Ham , Augustinus S P van Teeffelen, Ben W Mol, Tessa J Roseboom, Eva Pajkrt
Magazine: BMJ Open
Link: https://bmjopen.bmj.com/content/bmjopen/11/6/e046046.full.pdf
Titel: Childhood outcomes after induction of labor or expectant management for preterm prelabor rupture of membranes: a 10-year follow-up of the PPROMEXIL trials
Auteur: Noor E Simons, Annemijn A de Ruigh, Janneke van 't Hooft, Cornelieke S H Aarnoudse-Moens, Madelon van Wely, David P van der Ham, Augustinus S P van Teeffelen, Tessa J Roseboom, Ben W Mol, Aleid G Leemhuis, Eva Pajkrt
Magazine: American Journal of Obstetrics and Gynecology
Verslagen

Samenvatting van de aanvraag
ACHTERGROND Laat prematuur gebroken vliezen (PPROM) bij 34-37 weken in de zwangerschap verhogen het risico op infectie. Dit kan een reden zijn om direct de bevalling na te streven, maar dat leidt per definitie tot vroeggeboorte. Alternatief is tot 37 weken te wachten. Drie grote recente RCTs(onze PPROMEXIL-1&2 studies en PROMPT studie)hebben beide behandelingen vergeleken en stellen dat op basis van korte termijn uitkomsten een afwachtend beleid de voorkeur heeft. VRAAGSTELLING Wat is in vrouwen met late PPROM, de effectiviteit van inleiden van de bevalling (IoL) versus een afwachtend beleid (EM) op de gezondheid, ontwikkeling en gedrag bij 8-11 jaar? Welke behandeling is bij deze patiënten het meest kosteneffectief in afweging met lange termijn uitkomsten? HYPOTHESE FOLLOW UP STUDIE In zwangeren met late PPROM leidt onmiddellijk inleiden op de lange termijn tot een betere uitkomst. STUDIE OPZET Lange termijn follow-up studie van de kinderen van vrouwen met late PPROM geboren in 2 RCT's(PROMEXIL-1&2) die IoL en EM vergeleken. STUDIEPOPULATIE Kinderen (n=721) geboren in beide RCT's. Deze kinderen zullen op 8-11 jarige leeftijd onderzocht worden op en ouders wordt gevraagd vragenlijsten in te vullen over algemene gezondheid, ontwikkeling, gedrag en behoefte aan ondersteuning. INTERVENTIE Inleiden van de baring GEBRUIKELIJKE ZORG Afwachtend beleid tot 37 weken UITKOMSTMATEN Algemene gezondheid, cognitie; IQ; mortaliteit; neuromotorische ontwikkeling; cerebrale parese; gedrag;anthropometrie SAMPLE SIZE BEREKENING/DATA-ANALYSE Aantal te includeren kinderen is bepaald door primaire RCT's. De post hoc sample size berekening geeft een indicatie bij de 3 belangrijkste testen hoeveel kinderen getest moeten worden om een klinisch relevant verschil te vinden tussen de IoL en EM groep met een power van 90%,2-zijdig getoetst, a=0.05, ß=0.20 -WISC-III: 86 per arm voor 7,5 IQ punten (0.5SD)verschil -M-ABC: 54 per arm voor 2.8 punten (0,5SD) verschil -CBCL: 174 per arm voor 5% verschil in afwijkende scores Zelfs een response van 50% (360 kinderen) is genoeg om klinisch relevante verschillen met voldoende precisie te onderzoeken. KOSTENEFFECTIVITEITS/ BUDGET IMPACT ANALYSE De KEA zal de zorgkosten in beide groepen vergelijken. De BIA zal de financiële gevolgen van de invoering van IoL of EM vanuit verschillend perspectief berekenen. TIJDPAD Totaal 36 maanden. Voorbereiding 3, data verzameling 30, analyse 9 BACKGROUND Late preterm premature rupture of membranes (PPROM) between 34-37 weeks’ gestation increases the risk of infection. This could be an indication to induce delivery, inevitably leading to prematurity. Alternatively an expectant management till 37 weeks could be contemplated. Three large recent RCTs(our PROMEXIL-1&2 studies and PROMPT study) evaluated both treatments and concluded that based on the short term outcome expectant management should be favored. OBJECTIVE What is, in women with late PPROM the effectiveness of induction of labour (IoL) versus expectant management (EM) on general health, development and behaviour in 8-11 year olds? Which treatment is most cost-effective taking long-term outcome into account? HYPOTHESIS FOLLOW UP STUDY In pregnancies complicated by late PPROM immediate delivery will lead to better long-term outcome. STUDY DESIGN A long-term follow-up study of the offspring of women with late PPROM born in 2 RCTs (PROMEXIL- 1&2) evaluating IoL versus EM. STUDY POPULATION All singletons (n=721) born after late PPROM in both RCTs. Children will be evaluated at 8-11 years and parents will be asked to fill out questionnaires on general health, development, behaviour and special demands. INTERVENTION Induction of labour. USUAL CARE /COMPARISON Expectant management until 37 weeks. OUTCOME MEASURES General health; cognitive development; IQ; mortality; neuromotoric outcome; cerebral palsy; behaviour; general health; anthropometrics SAMPLE SIZE CALCULATION/DATA ANALYSIS POST HOC The maximal number of participants is defined by the primary RCTs. This post hoc calculation indicates for the 3 most important tests how many children should be tested in order to find a clinically significant difference with a power of 90%, 2-sided a of 0.05 and ß of 0.20 - WISC-III-NL: 86 per arm for 7,5 IQ points difference - M-ABC-2: 54 per arm for a 2.8 points difference - CBCL: 174 per arm for a 5% difference in abnormal scores Even a response of 50% (360 children), will have enough power to detect a significant difference in different long-term outcomes COST-EFECTIVENESS/BUDGET IMPACT ANALYSIS In an CEA the cost will be compared by use ‘incremental cost-effectiveness planes’ and ‘cost-effectiveness acceptability curves’ in both treatment groups. The influence of prognostic characteristics will be calculated. A BIA will calculate the financial consequences of the adoption and diffusion of IoL or EM in the Dutch healthcare system from various perspectives TIME SCHEDULE Total 36 months Preparation 3, data collection 30, analysis 9
Onderwerpen
Kenmerken
Projectnummer:
843002826
Looptijd:
2017
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. E. Pajkrt
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC