Mobiele menu

It takes two to tango. Onderzoek naar concreet gedrag van kind en therapeut in het aangaan en in stand houden van alliantie binnen angstbehandeling.

Het onderzoek

In ‘It takes 2 to Tango’ zijn geluidsopnames van therapiesessies nauwkeurig bestudeerd om de (dynamiek) van gesprekspatronen inzichtelijk te maken.

Inzichten

Voor een positieve alliantie lijkt het belangrijk om goed af te stemmen op het kind (in termen van woordkeuze en hoeveelheid praten). Ook gaat een gebalanceerd gesprekspatroon (zowel kind als therapeut nemen initiatief) gepaard met een betere alliantie. Tenslotte bleek dat angstige kinderen in het begin van de behandeling vast zaten in een rigide gesprekspatroon (alleen ja en nee zeggen, geen initiatief nemen). Interessant genoeg vertoonden dan ook therapeuten rigide gedrag (veel praten, directieve vragen stellen). Terwijl het juist belangrijk is dat kinderen (en therapeuten) dit patroon doorbreken. Het doorbreken van rigide interactiepatronen ging gepaard met betere behandeluitkomsten.

Trainingsmodule

Deze inzichten zijn vertaald in een trainingsmodule (http://www.rcsw.nl/bij-en-nascholing/bevorderen-van-alliantie) voor hulpverleners in de zorg voor jeugd.  

Verslagen


Eindverslag

Angststoornissen zijn de meest voorkomende aandoeningen bij basisschoolkinderen. Ondanks dat bewezen effectieve behandelingen beschikbaar zijn, blijft er toch een grote groep kinderen die hier onvoldoende van profiteert. Verklaringen hiervoor liggen in de algemeen werkzame factoren van de therapie, met name alliantie (werkrelatie tussen cliënt en hulpverlener). Ondanks dat het belang van alliantie onomstreden is, is er nauwelijks iets bekend over onderliggende processen van alliantievorming. Hierdoor ontbreekt het aan concrete handvatten voor hulpverleners over hoe alliantie het beste tot stand gebracht kan worden. In It takes 2 to Tango zijn geluidsopnames van therapiesessies nauwkeurig bestudeerd om de (dynamiek) van gesprekspatronen inzichtelijk te maken. Op basis hiervan zijn een aantal kenmerken van gesprekspatronen naar voren gekomen die belangrijk zijn voor de kwaliteit van alliantie. Deze inzichten zijn vertaald in een trainingsmodule (http://www.rcsw.nl/bij-en-nascholing/bevorderen-van-alliantie) voor hulpverleners in de zorg voor jeugd.

Angststoornissen zijn de meest voorkomende aandoeningen bij basisschoolkinderen. Ondanks dat bewezen effectieve behandelingen beschikbaar zijn, blijft er toch een grote groep kinderen die hier onvoldoende van profiteert. Verklaringen hiervoor liggen in de algemeen werkzame factoren van de therapie, met name alliantie (werkrelatie tussen cliënt en hulpverlener). Ondanks dat het belang van alliantie onomstreden is, is er nauwelijks iets bekend over onderliggende processen van alliantievorming. Hierdoor ontbreekt het aan concrete handvatten voor hulpverleners over hoe alliantie het beste tot stand gebracht en onderhouden kan worden.
Dit project tracht deze kennislacune te vullen en vervolgens de opgedane kennis om te zetten in een trainingsmodule voor (aanstaande) hulpverleners die bewezen effectieve strategieën bevat over het opbouwen van een vruchtbare alliantie en het optimaal toepassen van specifieke elementen van de behandeling, om zo behandeltrajecten te optimaliseren. Concreet beoogt het project de volgende doelstellingen te behalen:
1) Kennis over concrete gedragingen binnen sessies van kind en hulpverlener die een positief dan wel negatief effect hebben op het tot stand komen van een vruchtbare alliantie in de vroege fase van de behandeling.
2) Kennis over concrete gedragingen van de hulpverlener die een positief dan wel negatief effect hebben op de betrokkenheid van het kind in de exposure fase.
3) Trainingsmodule die hulpverleners voorziet van concrete handvatten over hoe zij in het begin de alliantie tot stand kunnen brengen en kunnen onderhouden gedurende de behandeling.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729101002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2014
2017
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. A. Lichtwarck-Aschoff
Verantwoordelijke organisatie:
Radboudumc