Kennisbenutting in het dementieveld: van onderzoek naar implementatieThema 3 Preventie en behandeling
Kennisbenutting is een integraal onderdeel van het onderzoeksprogramma Memorabel. Zowel in de fase van projectuitvoering als in de fase van projectafronding, wordt aan projectleiders gevraagd om mogelijkheden voor doorgeleiding van resultaten naar verder onderzoek of praktijk te specificeren.
Doel
In dit huidige project is de kennisbenutting binnen het onderzoeksprogramma Memorabel verder uitgewerkt middels een traject waarbij 1. informatie m.b.t. projectopbrengsten en ervaringen vanuit Memorabel gefinancierde projecten werd opgehaald, en 2. contextualisering met informatie uit praktijk en beleid heeft plaatsgevonden met een brede vertegenwoordiging vanuit de (zorg)praktijk (gebruikersgroep). Verdere kennisbenutting zal verlopen via Verspreidings-Implementatie-IMPuls (VIMP) subsidies, waarvoor dit project specifieke input levert in de vorm van adviezen.
Aanpak
Aan de hand van de geïdentificeerde criteria voor kansrijke projecten zijn projecten binnen Thema 1 geëvalueerd.
Resultaten
Door de gebruikersgroep werd daarbij de hoogste prioriteit gegeven aan projecten gericht op verbetering van diagnostiek, gevolgd door (met een lagere prioriteit) projecten gericht op aanknopingspunten voor geneesmiddelen. Geselecteerde projecten binnen Thema 1 staan dichter bij de klinische toepassing en richten zicht voornamelijk op diagnostiek bij het atypische beeld van de ziekte van Alzheimer of non-Alzheimer. De projectopbrengsten in Thema 1 werden vooral waardevol bevonden voor verder onderzoek.
Binnen Thema 2 werd door de gebruikersgroep de hoogste prioriteit gegeven aan projecten die zich met name richten op het verbeteren van de prognose, differentiaal diagnose en bestaande biomarkers. Met in ogenschouw nemend de opgestelde criteria voor kansrijke projecten, de prioritering door de gebruikersgroep en de visie op toekomstig onderzoek, werden binnen thema 2 projecten als kansrijk voor een VIMP aangeduid die zich richten op het verbeteren van de implementatie en interpretatie van biomarkers in de klinische praktijk, en het verbeteren van de prognose bij personen met een erfelijke vorm van frontotemporale dementie.
Ten tweede wordt het project The disease process of hereditary FTD in the presymptomatic stage: A search for sensitive biomarkers als kansrijk beoordeeld gezien de focus op het verbeteren van de prognose en omgang met de bijkomende onzekerheden. Gezien de trend binnen het dementieveld om steeds vroeger in het ziekteproces onderzoek te doen is dit een zeer relevant onderwerp met mogelijkheden tot toekomstige toepassing binnen andere ziektebeelden (b.v. erfelijk vormen van de ziekte van Alzheimer).
Binnen Thema 3 prioriteerde de gebruikersgroep projecten die zich richten op het versterken van het sociale netwerk, persoonsgerichte zorg en behoefte gestuurde zorg. Gelet op criteria voor kansrijke projecten, de prioritering van de gebruikersgroep en ontwikkelingen in het veld werden binnen thema 3 projecten geselecteerd die ingaan op de zelfredzaamheid, applicaties of interventies 3 gericht op het sociale netwerk en multi target treatment om in aanmerking te komen voor een VIMP.
Binnen Thema 4 werd door de Gebruikersgroep de hoogste prioriteit gegeven aan projecten gericht op communicatie tussen zorgverleners en patiënt/mantelzorger, focus op kritieke perioden en behoefte gestuurde zorg. Een deel van de projecten was recent gestart en kon derhalve niet meegenomen worden binnen de identificatie van kansrijke projecten. Wel sluiten de onderwerpen van deze projecten aan bij deze prioritering. Overkoepelend vanuit Thema 4 zijn een aantal factoren geïdentificeerd die belangrijk lijken te zijn voor succesvolle start en verloop van het project, waaronder bestaande samenwerking en aansluiting bij het lokale en bestaande, doelgroepparticipatie en creëren van draagvlak , vroege fase aandacht voor borging, flexibiliteit, inspelen op vragen en wensen uit de praktijk en een praktische insteek. VIMP subsidies worden gezien als mogelijkheid om bredere verspreiding mogelijk te maken (resultaten en kennis te verspreiden; verbreding naar andere doelgroep en organisaties), om geplande vervolgstappen daadwerkelijk te kunnen realiseren voor borging en voor langetermijnevaluatie.