Kinderen met participatieproblemen: ben ik in beeld?
Hulp op afstand voor kinderen met participatieproblemen
Het expertise- en adviescentrum voor zorg, onderwijs en begeleiding ZOOM-IN screent en begeleidt kinderen waarvan de ontwikkeling niet vanzelf gaat. Medewerkers van ZOOM-IN brengen de hulpvraag van ouders in kaart met vragenlijsten of interviews. Het is echter moeilijk voor kinderen, ouders en omgeving om duidelijke hulpvragen op participatieniveau (de mate waarin ze mee kunnen doen met anderen, bijvoorbeeld op school) te benoemen. Vooral het aanpassingsvermogen van deze kinderen in hun omgeving is van belang. In dit onderzoeksproject is de hulpvraag verbeterd met hulp op afstand.
Doel
Het project had als doel een systeem te ontwikkelen waarmee ouders hun hulpvraag in beeld kunnen brengen in de omgeving van het kind. Behandelaars kunnen via Telefysiek (video-teleconsultatie) op afstand meekijken en analyseren. Daarna stellen zij een passend behandel- en begeleidingsplan op en coachen de ouders en het betreffende kind bij de uitvoering van dit plan.
Verslagen
Eindverslag
Het project beoogde een innovatie te ontwikkelen die het mogelijk maakt het participatieprobleem van basisschoolkinderen in de leeftijd van 4-12 jaar in beeld te brengen in de context waarin het probleem zich voordoet. Het gaat bij deze doelgroep met name om motorische, communicatieve, gedragsmatige en cognitieve problemen in de schoolse- of thuissituatie. Belangrijke hulpvragers in de context zijn de ouders, de leerkrachten en de intern begeleiders van kinderen die participatieproblemen ondervinden. Het project is uitgevoerd in samenwerking met ZOOM-IN. ZOOM-IN is een expertisecentrum voor zorg en onderwijs waar kinderen en ouders die participatieproblemen ervaren terecht kunnen voor een advies op maat.
De doelstelling van het project was tweeledig: 1. verbeteren van de hulpvraaginventarisatie door ook de context van de hulpvraag/ participatieprobleem in kaart te brengen (gebruikmakend van woord en beeld) en 2. Met behulp van videobeelden de observatie van het probleem in de context op afstand mogelijk te maken.
In het huidige project is een stappenplan (instrument) ontwikkeld en getest welke bijdraagt aan het in kaart brengen van het participatieprobleem en de context van een participatieprobleem. Op basis van de pilot en de proefimplementatie van het ontwikkelde instrument kan geconcludeerd worden dat ouders en leerkrachten beter in staat zijn een waardevrije, concrete en kindspecifieke hulpvraag te formuleren op participatieniveau, waarbij bevorderende en belemmerende, contextgebonden en persoonlijke factoren voor het team van ZOOM-IN beschreven kunnen worden. Ouders en leerkrachten geven aan dat de nieuwe vragenlijsten en het stappenplan hen in staat stelt het participatieprobleem van hun kind/ leerling te verwoorden, dit wordt ervaren als een duidelijke meerwaarde. Daarnaast kan op basis van de resultaten geconcludeerd worden dat het in kaart brengen van de hulpvraag op participatieniveau met bevorderende en belemmerende, contextgebonden en persoonlijke factoren bijdraagt aan het verminderen van de discrepantie in hulpvraag beleving tussen ouders en leerkrachten.
Ten aanzien van het tweede doelstelling van het project (het gebruik van videobeeld om observatie op afstand mogelijk te maken) kan geconcludeerd worden dat als videobeelden beschikbaar zijn dit een overduidelijke meerwaarde heeft voor de professional ten aanzien van het waardevrij presenteren van de hulpvraag/ participatieprobleem in de context door ouder(s) en/ of leerkracht. In de analyse van de videobeelden bleek dat situaties of problemen voor de professional waarneembaar werden die niet door leerkracht en ouder vermeld waren. Deze waarnemingen hadden duidelijk ook consequenties voor diagnostiek en screening. Echter het maken van videobeelden door ouders en leerkrachten zelf stuit op aanzienlijke praktische (tijd, mankracht en privacy) en technische problemen (type dragers van beeldmateriaal). Ook werkt het maken en toevoegen van videobeelden vertragend op de intakeprocedure. Een belangrijk resultaat uit de pilotfase van dit project is ook dat door het beter kunnen verwoorden van de hulpvraag de behoefte aan het toevoegen van beeldmateriaal afgenomen is.
Het instrument wordt op dit moment geimplementeerd in de werkwijze binnen het team ZOOM-IN en het team doet verder ervaring op met het gebruik van de gegevens die het instrument opleveren. Hiermee zal het instrument door het team verder ontwikkeld worden en zal verder ervaring opgedaan worden met de juiste toepassing van het instrument. Het team zal ter zijner tijd zorgdragen voor overdracht van informatie naar belangstellenden (vakgroepen, belangenorganisaties en revalidatienetwerken).