Leernetwerk LEGrO

Projectomschrijving

Vraagstuk

De urgentie om in de provincie Groningen te werken aan een gezonde leefomgeving is hoog. Vijf Groninger gemeenten behoren tot de tien kansarmste van Nederland. De gezondheid van de inwoners blijft achter bij het landelijke gemiddelde.
Doel van LEGrO is het ontwikkelen van een regionaal, thematisch leernetwerk rond een gezonde leefomgeving in Groningen. Er zijn drie subthema's: 1. Gezonde ruimtelijke interventies; 2. De impact van een (on)gezonde voedselomgeving; 3. De sociale implicaties van rookverboden.

Onderzoek

Een veilige, gezonde leefomgeving is een van de thema's in de samenwerking tussen de Groninger gemeenten, GGD, provincie, kennisinstellingen, ziekenhuizen, Menzis, het MBO en de Vereniging Groninger Dorpen. Doel van dit 'Preventie Overleg Groningen' (POG) is meer samenhang in beleid en het effectiever implementeren van kennis in de regio.

(Verwachte) Uitkomst

Na vier jaar is er een leernetnetwerk opgezet met kennis over effectieve ruimtelijke interventies in de regio en met handvaten voor beleid en praktijk.

Verslagen

Samenvatting van de aanvraag
We leven steeds langer maar brengen die extra jaren niet in goede gezondheid door. Hierdoor neemt de vraag naar zorg toe. Tegelijk neemt het aantal mensen dat professionele zorg- en mantelzorg kan leveren af. In heel Nederland, maar zeker in het Noorden waar krimp en vergrijzing relatief sterk zijn, zorgt dit voor druk op het gezondheidssysteem. Daarnaast is er een grote groep mensen met één of meer chronische aandoeningen zoals COPD, obesitas en kanker en psychische klachten zoals depressie en chronische stress. Het goede nieuws is dat deze aandoeningen vaak te voorkomen zijn door een gezondere leefstijl. Om de toenemende druk op het gezondheidssysteem af te remmen zijn interventies gericht op de preventie daarom van groot belang. In de huidige praktijk komt een sluitende preventieve aanpak bij mensen met gezondheidsrisico’s onvoldoende van de grond omdat de inzet te versnipperd en onvoldoende consistent is. Ook is er o.a. geen betaaltitel en daarmee geen tijd bij professionals in de gezondheidszorg. Voor een dergelijke omslag is het noodzakelijk dat er ruimte komt om als gemeenten en zorgverzekeraars gezamenlijk te kunnen investeren in preventie. In de in mei jl. gepubliceerde Landelijke Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024 is een eerste aanzet gegeven voor de aanpak van de belangrijkste gezondheidsvraagstukken volgens het principe Health in All Policies. In het Nationaal Preventie Akkoord (NPA) wordt de wens voor een lokale vertaling geuit, met de gemeente als regisseur samen met maatschappelijke partners. Ook wordt daarin de verbinding met Nationaal Sportakkoord en regionale zorgafspraken gelegd. Het in januari 2020 gestarte Preventie Overleg Groningen (POG) is het regionale antwoord op deze gewenste ruimte voor preventie. Het POG is conform het NPA ontstaan vanuit de behoefte van de deelnemende partijen om intensiever samen te werken, om meer samenhang aan te brengen tussen elkaars beleid en om van elkaar te leren. Deze subsidieaanvraag sluit naadloos aan op de programmalijn van het POG; ‘Veilige en gezonde leefomgeving.’ Binnen deze lijn is het doel om een omgeving in te richten die uitnodigt tot gezond gedrag en ontmoeting. Het versterken van gezondheid en welzijn van inwoners in hun eigen omgeving, waarbij preventie, ondersteuning en zorg in samenhang worden gebracht. De Ieefstijlproblematiek in Groningen uit zich vooral op het terrein van overgewicht, inactiviteit, roken en psychische aandoeningen. Dit blijkt onder meer uit het onlangs verschenen Regiobeeld Noord (Menzis, 2020). Gemiddeld sporten er minder mensen in Groningen vergeleken met het gemiddelde van heel Nederland. Door het gezonder maken van de werk- en leefomgeving is er nog een aanzienlijke gezondheidswinst te behalen (VTV 2018). Dit aandeel ligt tussen de 4% (milieu) en 19% (gedrag). Zorgkosten kunnen worden verlaagd door hierop in te zetten. Een gezonde fysieke leefomgeving kan bijdragen aan bijvoorbeeld de vermindering van eenzaamheid en overgewicht. Het is dan zaak om interventies zo goed mogelijk te laten aansluiten op de plaatselijke context en met draagvlak van de bewoners. Dat de ene gemeente de andere niet is, blijkt ook uit het Regiobeeld Noord van Menzis, waarbij er grote gezondheidsverschillen bestaan tussen en binnen gemeenten. Dit benadrukt de urgentie voor een contextspecifieke preventieaanpak. De aanvragers willen met deze subsidie een regionaal thematisch leernetwerk opzetten op het gebied van de gezonde leefomgeving, getiteld Leernetwerk Leefomgeving Groningen (Leernetwerk LEGrO). In dit leernetwerk staat de verbinding tussen Health in All Policies met het fysieke en sociale domein centraal. Samen met de beleidspraktijk, inwoners, kennisinstellingen, ziekenhuizen, Menzis, NWO en supermarkten zullen drie subthema’s (1.Fysieke leefomgeving; 2. Voedselomgeving; 3. De sociale implicaties van rookverboden) worden behandeld aan de hand van specifieke casussen. Gedurende vier jaar zal er per thema jaarlijks een bijeenkomst worden georganiseerd (in totaal twaalf). Daarnaast zullen er drie plenaire bijeenkomsten voor alle deelnemers van het leernetwerk worden georganiseerd: een startbijeenkomst, tussentijdse evaluatie en een slotbijeenkomst. Met het leernetwerk LEGrO willen we binnen vier jaar het regionale kennisniveau over effectieve ruimtelijke interventies ‘optillen’. Deze kennis kunnen we toepassen op ontwikkelcasussen, monitoren en evalueren zodat we evidence-based handelingsperspectieven voor beleid en praktijk kunnen opstellen. Om de context specifieke aanpak van deze casussen te waarborgen, worden inwoners actief betrokken bij het ophalen van de casuïstiek. Kansen voor het aanscherpen van regionale (beroeps)opleidingen binnen het MBO, HBO en WO worden geïnventariseerd. Extra aandacht gaat naar het voorkomen van kennisongelijkheid tussen gemeenten met en zonder kennisinstellingen. Na de twee jaar hebben we een stevig leernetwerk opgezet met een vaste waarde in het regionale kennis ecosysteem voor preventie binnen het POG.
Onderwerpen
Kenmerken
Projectnummer:
555001031
Looptijd:
2021
2025
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
D. Wiebing