Less may be more; reducing and rationalizing polypharmacy in schizophrenia
Samenvatting eind
Schizofrenierichtlijnen raden behandeling aan met één antipsychoticum tegelijkertijd. 30% van de patiënten gebruikt twee of meer antipsychotica. Misschien is dat nodig, ondanks gebrek aan bewijs.Daarom werden schizofreniepatiënten met polyfarmacie gerandomiseerd naar herziening van polyfarmacie, of de controleconditie met voortzetting daarvan. Uitkomstmaat was functioneren na 1 jaar. Daarnaast werden terugval, symptomen, welbevinden en bijwerkingen meegenomen en of het terugbrengen van polyfarmacie was gelukt.
Resultaten
De studie beoogde de deelname van elk 50 patiënten bij GGZ Friesland, Lentis, GGZ Drenthe, UMCU en UMCG vanaf 1 januari 2014. Het werven van deelnemers verliep niet voorspoedig. De oorzaak was aarzeling van behandelaars om kwetsbare patiënten aan een nieuwe wijziging van medicatie bloot te stellen, ondanks kans op gezondheidswinst. Na vergeefse pogingen om de werving op gang te brengen is besloten de trial voortijdig te beëindigen op 1 oktober 2016.Samenvatting start
Richtlijnen voor behandeling van schizofrenie bevelen behandeling aan met 1 antipsychoticum tegelijkertijd. Ongeveer 30% van de patiënten wordt echter behandeld met 2 of meer antipsychotica, polyfarmacie genaamd. Dat wijst op een rationale beweegreden voor polyfarmacie, ondanks gebrek aan bewijs voor effectiviteit. Wij ontwierpen een beslisboom, die per individu analyseert wat de aangewezen behandeling is, en in selecte gevallen ruimte biedt voor polyfarmacie. In deze open gerandomiseerde studie vergelijken wij bij schizofreniepatiënten die met polyfarmacie worden behandeld en bereid zijn deze behandeling te wijzigen, de uitkomst van herziene behandeling, samen met de patiënten vastgesteld op basis van de beslisboom, met een groep die polyfarmacie voortzet. De volgtijd is 1 jaar, de uitkomstmaat is de duur van de behandeling tot onderbreken daarvan door welke oorzaak dan ook. Daarnaast vergelijken we het aantal terugvallen, de ernst van de symptomen en het niveau van functioneren van beide groepen.Verslagen
Eindverslag
Richtlijnen voor behandeling van schizofrenie raden behandeling aan met 1 antipsychoticum tegelijkertijd. Ongeveer 30% van de patiënten wordt echter behandeld met 2 of meer antipsychotica, polyfarmacie genaamd. Dat wijst erop dat er wellicht een rationale is voor polyfarmacie, ondanks gebrek aan bewijs voor de effectiviteit ervan. Wij ontwierpen een beslisboom, die per individu analyseert wat de volgens de huidige richtlijnen de aangewezen behandeling is, en in selecte gevallen ruimte biedt voor polyfarmacie. Patiënten met schizofrenie die met antipsychotische polyfarmacie werden behandeld en die bereid waren deze behandeling op indicatie te wijzigen werd gevraagd deel te nemen aan deze open gerandomiseerde studie. De deelnemers zouden gerandomiseerd worden over de experimentele conditie, waarin herziening van de polyfarmacie plaats zou vinden op basis van de beslisboom, en de controle conditie met voortzetting van de bestaande polyfarmacie. Primaire uitkomstmaat was het sociaal en dagelijks functioneren na 1 jaar. Daarnaast werden andere variabelen meegenomen, zoals terugvalfrequentie, ernst van symptomen, persoonlijk welbevinden en bijwerkingen. Tevens zou worden vastgesteld in welke mate het terugbrengen van polyfarmacie ook daadwerkelijk was gerealiseerd. De studie werd uitgevoerd door GGZ Friesland, Lentis, GGZ Drenthe, en de afdelingen Psychiatrie van UMCU en UMCG. Per site konden ruim 50 patiënten aan het onderzoek deelnemen. De studie startte op 1 januari 2014 en zou 2,5 jaar duren. Het werven van deelnemers verliep niet voorspoedig. De belangrijkste oorzaak daarvan was de aarzeling van behandelaars om deze kwetsbare patiënten, die zij vaak met veel moeite en na veel teleurstellende ervaringen uiteindelijk enigszins stabiel hadden gekregen, opnieuw bloot te stellen aan een wijziging van de medicatie. Dit ondanks de mogelijk te behalen gezondheidswinst, de toegestane individuele wijzigingen in het plan van aanpak en het tegemoetkomen aan de bestaande richtlijnen. Indien behandelaar en patiënt zelf in beginsel bereid waren tot deelname, was er vervolgens vaak geen bereidheid bij de patiënt de kans te lopen op de controleconditie.
Na vergeefse pogingen om de werving op gang te brengen is uiteindelijk besloten de trial voortijdig te beëindigen wegens onvoldoende zicht op een voldoende aantal deelnemers.
De studie blijft als gevolg daarvan zonder resultaten.