Mobiele menu

Maatwerk voor de topspecialistische oogheelkundige patiënt

Het Oogziekenhuis Rotterdam heeft al decennia een cruciale topspecialistische zorg-, onderzoek- en opleidingsfunctie. Slechtziendheid en blindheid hebben een grote impact op de kwaliteit van leven. Het Oogziekenhuis gebruikt zijn unieke positie om blindheid te voorkomen en de visuele functie van patiënten zo hoog mogelijk houden, tegen zo laag mogelijke kosten. Dit vraagt om zorg die is afgestemd op de behoeften en klinische kenmerken van de individuele patiënt.

Zorgverbetering en versterking topspecialistische functie

Met de TZO subsidie voeren we 3 onderzoeksprojecten uit die gericht zijn op het leveren van ‘meer maatwerk voor de topspecialistische patiënt’ in 3 verschillende patiëntenstromen. Ook ontwikkelen en organiseren we beter afgestemde zorg voor specifieke patiëntengroepen en versterken we onze consultatiefunctie voor patiënten buiten Het Oogziekenhuis. Daarbij zorgen we dat we de grote hoeveelheid patiëntdata uit ons EPD kunnen ontsluiten voor zorgverbetering en onderzoek.

Onderzoeken binnen dit project

Alle onderzoeken richten zich op het beantwoorden van vraagstellingen die zijn ontstaan vanuit de klinische praktijk, waarbij steeds blijkt dat de huidige beschikbare instrumenten niet voldoen voor een topspecialistische patiëntenpopulatie omdat deze te algemeen zijn. Deze vragen sluiten veelal aan bij de kennishiaten die door de beroepsvereniging van oogartsen samen met patiëntvertegenwoordigers zijn opgesteld. Alle projecten zijn gericht op de ontwikkeling van instrumenten en technieken voor een nieuwe toepassing en  zijn geschikt om zowel binnen als buiten het Oogziekenhuis te worden ingezet om de oogheelkundige zorg naar een hoger niveau te tillen. Daarnaast kan de verworven kennis en expertise in de toekomst worden ingezet voor innovatie van zorg voor andere patiëntgroepen.

Onderzoek 1 Bepalen van kwaliteit van leven bij netvliesloslatingen, vitreomaculaire aandoeningen en floaters

Voor het leveren van optimale zorg en het ontwikkelen van nieuwe interventies is het nodig om de kwaliteit van leven van patiënten te meten. Zowel in de zorg voor patiënten met netvliesloslatingen, vitreomaculaire aandoeningen en floaters (troebelingen in glasvocht) als in het onderzoek naar deze patiëntgroepen wordt met dit belangrijke patiëntperspectief nu geen rekening gehouden. Dit omdat aandoening-specifieke Patient Reported Outcome (PRO) instrumenten voor deze ziektebeelden niet bestaan.

In dit project worden daarom drie PRO instrumenten ontwikkeld. De onderliggende vragen worden bepaald op basis van uitgebreide gesprekken met patiënten met deze aandoeningen, zodat hun perspectief centraal staat. Ieder instrument bestaat uit een adaptieve, op maat gemaakte elektronische vragenlijst die de levenskwaliteit meet. Op basis hiervan kan de oogarts samen met de patiënt betere beslissingen nemen in het kader van reguliere zorg en kan het patiëntenperspectief meegenomen worden in onderzoek en zorgevaluatie.

Onderzoek 2  Betere vroegdiagnose en behandeling bij Graves’ orbitopathie

Graves’ orbitopathie is een zeldzame auto-immuunziekte waarbij weefsel in de oogkas ontstoken raakt. Door de zwelling ontstaan problemen met het zicht, waardoor de kwaliteit van leven aanzienlijk afneemt. De behandeling bestaat uit intraveneuze steroïden, maar er zijn ook alternatieve trajecten mogelijk.

Vaststelling van ernst en activiteit van de ziekte wordt bemoeilijkt doordat er geen goede biomarkers bekend zijn. Daarnaast is vooraf niet zeker of de behandeling met steroïden, die ernstige bijwerkingen met zich mee kan brengen, aanslaat. In dit project wordt daarom gekeken welke biomarkers kunnen worden gevonden in bloed en traanvocht die de ernst en activiteit van de ziekte kunnen voorspellen. Ook wordt uitgezocht hoe een in-vitro test (laboratoriumtest op basis van bloed van de patiënt) kan worden gebruikt om de steroïde-respons van een patiënt te bepalen.

Onderzoek 3 Verbeteren van chirurgische behandeling van glaucoom

Glaucoom is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van onomkeerbare visuele beperking en blindheid. Verlies van visuele functie zorgt bij glaucoompatiënten voor vele beperkingen en belast niet alleen de patiënt, maar ook nabije familie of andere mantelzorgers. Op dit moment richt de zorg zich met name op het behouden van de visuele functie, door de intra-oculaire druk te verminderen. Deze zorg bestaat uit zowel medicatie als uit ingrepen met laser of chirurgie van het oog, door het implanteren van een drainage-implant. In dit onderzoeksproject willen we twee op elkaar aanvullende gerandomiseerde studies uitvoeren die de uitkomst van chirurgische ingrepen met een drainage-implant kunnen verbeteren.

Studie A: Paul versus Baerveldt glaucoom implant studie

Het doel van deze studie is om de veiligheid en de effectiviteit van de Paul drainage-implant te vergelijken met de standaard Baerveldt-implant. De hypothese is dat het gebruik van de Paul-implant leidt tot minder verlies van endotheelcellen, wat vervolgens zorgt voor een betere uitkomst van de ingreep. Daarnaast zal onderzocht worden of de verminderde belasting voor de patiënt ook terug te vinden is in een betere kwaliteit van leven na de operatie.

Studie B: Optimale positionering van de Paul implant ter bescherming van de endotheel laag van het hoornvlies

Het doel van deze studie is om het verlies van endotheelcellen van het hoornvlies te bepalen na implantatie van de Paul implant met het buisje óf in de achterste of in de voorste oogkamer. Daarnaast willen we graag de veiligheid en effectiviteit van de verschillende procedures in kaart brengen. De hypothese is dat een verandering in de chirurgische techniek door het buisje niet in de achterste, maar in de voorste oogkamer te plaatsen, zorgt voor minder verlies van endotheelcellen. Als dit inderdaad zo is, dan zou de uitkomst van de operatie beter moeten zijn. Daarnaast verwachten we ook dat een betere uitkomst van de operatie en dus een mindere belasting voor de patiënt, een effect zal hebben op de gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven.

Producten

Titel: Patient-reported outcomes in patients with vitreous floaters: A systematic literature review
Auteur: Jarinne E. Woudstra-de Jong MSc a b, Sonia S. Manning-Charalampidou MD(Res) a c, Hans Vingerling MD PhD d, Jan J. Busschbach PhD b, Konrad Pesudovs PhD e
Magazine: Survey of Ophthalmology
Link: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0039625723000899

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
10070022010002
Looptijd: 70%
Looptijd: 70 %
2021
2025
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
E. van der Steen
Verantwoordelijke organisatie:
Oogziekenhuis Rotterdam