Mobiele menu

The Manchester Triage System in paediatric emergency care

Het is belangrijk dat bij mensen die zich melden op de Spoed Eisende Hulp-afdeling van een ziekenhuis snel kan worden vastgesteld hoe ernstig hun klachten zijn en of zij snel behandeld moeten worden.  Dit gebeurt aan de hand van een zogeheten triagesysteem, een soort van vragenlijst die per patiënt in kaart brengt hoe hij/zij er aan toe is en of onmiddellijk ingrijpen nodig is. In Rotterdam is onderzocht hoe goed het Manchester Triage Systeem (MTS) is in het bepalen van de urgentie van kinderen op de Spoed Eisende Hulp. Een eerste meting gaf aan dat het MTS veilig is, maar vaak een te hoge urgentie aangeeft. Een aangepaste versie van het MTS blijkt minder hoog-urgente patiënten op te leveren. De wachttijd voor hoog-urgente patiënten neemt hierdoor echter niet af. Patiënten die volgens MTS laag urgent zijn, kunnen in principe verwezen worden naar een huisartsenpost. Dit bespaart gemiddeld €12, -- per patiënt aan zorgkosten.

Producten

Titel: Diagnostic value of C-reactive protein in febrile children
Titel: Validity of a modified Manchester triage system for children
Titel: Validiteit en veiligheid van een aangepast Manchester Triage Systeem voor kinderen op de spoedeisende hulp
Titel: Mortality in children is very rare at the emergency department in Western countries, Rapid Response
Auteur: Mirjam van Veen, Henriette A. Moll
Magazine: British Medical Journal
Titel: Validity of triage systems: use a correct outcome measure. Letter to the editor. E-Letter
Auteur: van Veen M., Moll H.A
Magazine: Emergency Medicine Journal
Titel: Re: There's more to triage.... Rapid response
Auteur: Mirjam van Veen, Henriette A. Moll
Magazine: British Medical Journal
Titel: Manchester triage system in paediatric emergency care: prospectice observational study
Auteur: M. van Veen, E.W. Steyerberg, M. Ruige, A.H.J. van Meurs, J. Roukema, J. van der Lei, H.A. Moll
Magazine: British Medical Journal
Titel: A method to measure validity of triage systems in paediatric emergency care
Auteur: van Veen M, Roukema J, Moll HA
Magazine: Emergency Medicine Journal
Titel: Validiteit en modificaties van het Manchester Triage Systeem voor kinderen
Titel: Triage op de spoedeisende hulp bij kinderen
Auteur: M. van Veen, H.A. Moll
Magazine: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde
Titel: Re: But its trauma! Can we measure the impact of over-triage? Rapid response
Auteur: van Veen M., Moll H.A.
Magazine: British Medical Journal
Titel: Validation and pitfalls of the Manchester Triage System for pediatric patients

Verslagen


Eindverslag

Het Manchester triage systeem is relatief veilig voor kinderen op de spoedeisende hulp, echter veel patiënten worden te hoog getrieerd. Modificaties leiden tot een verbeterd Manchester triage systeem met een hogere specificiteit en een gelijkblijvende sensitiviteit. Verpleegkundigen komen meestal uit op eenzelfde urgentie als zij een patiënt trieren met het MTS of het aangepaste MTS; het systeem is betrouwbaar. Na aanpassen van het MTS neemt het percentage hoog urgente patiënten af van 23 naar 16%. Echter de wachttijden blijven voor hoog urgente patiënten onveranderd. Verwijzen van laag urgente, niet verwezen patiënten met een niet traumatisch probleem van de spoedeisende hulp naar de huisartsenpost is veilig, mits een verpleegkundige de mogelijkheid heeft om de patiënt een hogere urgentie te geven, als zij het niet eens is met de urgentie. Verwijzen van kinderen met een laag urgent probleem, die op eigen initiatief naar de spoedeisende hulp komen, is in de praktijk matig uitvoerbaar. Dit beleid leidt tot beperkte kostenbesparingen. Echter deze kosten zijn gemeten in een situatie waarbij de huisartsenpost zich niet op het terrein van de spoedeisende hulp bevindt en mensen niet verplicht kunnen worden om naar de huisartsenpost te gaan.
De Inspectie van de Gezondheidszorg stelt dat alle spoedeisende hulpen (SEH) in Nederland triageprotocollen moeten invoeren. Het CBO (kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg) beveelt aan landelijk het Manchester Triage Systeem (MTS) in te voeren. In een pilotstudie concluderen wij dat het MTS valide is bij kinderen, maar veel patiënten een te hoge urgentiegraad geeft. Wij suggereerden mogelijke aanpassingen, die het MTS efficiënter kunnen maken. Doelstelling Het evalueren van de effecten van het MTS, aangepast voor kinderen. Onderzoeksvragen: Wat is de impact op wachttijden, de identificatie van non-urgente patiënten en het economisch effect van verwijzing van deze patiënten naar de huisarts? Studie opzet Prospectieve observationele studie in drie fasen: fase 1: applicatie originele MTS, dataverzameling en ontwikkeling van de aanpassing(en) fase 2: applicatie van het voor de pediatrische patiënt aangepaste MTS, validatie fase 3: implementatie van aangepaste MTS, patiënten met non-urgente problematiek worden naar de huisarts verwezen. Studie populatie Alle kinderen die de SEH van het Haga Ziekenhuis in Den Haag en het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam bezoeken. (1-1-‘06 - 1-1-‘08) Uitkomstmaten doelmatigheid: wachttijden voor urgente gevallen diagnostische waarde: validiteit van de classificatie non-urgent economische winst: aantal zelfverwezen, non-urgente patiënten, dat veilig naar de huisarts kan worden verwezen. Resultaten De SEH verpleegkundigen trieerden 93% van de patiënten met een SEH bezoek. De toegekende MTS urgentieclassificatie werd toegepast bij 97% van de patiënten. In totaal werden 13 319 patiënten geïncludeerd in het Sophia kinderziekenhuis en HAGA ziekenhuis (inclusie periode 1-1-2006-1-8-2006). De gemiddelde wachttijd voor de, door het MTS geclassificeerde urgente patiënten, was 39 minuten. Bij de patiënten die volgens de referentiestandaard als urgent geclassificeerd waren, was dit 32 minuten. Algemene discriminatoren De toegekende MTS urgentiecategorie van patiënten met traumatische problemen, komt beter overeen met de referentie urgentiecategorie, in vergelijking tot patiënten die zich presenteren met niet traumatische problemen. Andere algemene discriminatoren zoals verwijzing en leeftijd zullen geanalyseerd worden. Specifieke discriminatoren / specifieke flowcharts Het MTS is gevalideerd volgens de referentie-standaard- classificatie. Flowcharts met aanmerkelijke overtriage werden geselecteerd. 76% van de patienten die zich presenteerden op de SEH kon getrieerd worden met 11 van de 52 flowcharts. De MTS flowcharts die gebruikt werden bij patiënten die zich presenteerden met koorts, dyspnoe, of braken/diarree vertoonden leeftijd gerelateerde overtriage. Bij de analyse zal de relatie tussen specifieke discriminatoren en de urgentie volgens de referentiestandaard bepaald worden. Momenteel worden analyses uitgevoerd voor de ontwikkeling van het aangepaste MTS, waarbij gebruik wordt gemaakt van algemene en specifieke discriminatoren. Resultaten worden verwacht in december 2006.

Kenmerken

Projectnummer:
94506211
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2006
2008
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. H.A. Moll
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus MC