Ontwikkeling JGZ-richtlijn astma
Astma is de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen. Bij jonge kinderen (jonger dan 6 jaar) is de diagnose moeilijk en wordt er volstaan met een symptoomdiagnose (’recidiverend piepen al dan niet met hoesten’). Er zijn effectieve medicamenteuze therapieën beschikbaar, ook voor de allerjongste kinderen. Daarnaast zijn preventieve maatregelen mogelijk (borstvoeding; niet roken; reductie van blootstelling aan allergenen). Vroege onderkenning van astmatische symptomen gebeurt in de huisartspraktijk, maar ook in de jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Aan de hand van literatuuronderzoek, werd een beschrijving gegeven van de optimale uitvoering van een preventieprogramma, de signalering en het advies bij optreden van astma, en de richtlijnen voor controle en verwijzing. De richtlijn werd afgestemd op de werkwijze van andere beroepsgroepen, zoals de huisartsen en kinderartsen, en op de wensen van de ouders. De nieuwe richtlijn wordt begin 2012 door het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid uitgegeven en geïmplementeerd.
Producten
Auteur: Leerdam van FJM, Hirasing RA, red.
Auteur: Leerdam van FJM, Hirasing RA, red.
Verslagen
Eindverslag
Astma is de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen (prevalentie 0-4 jaar 5-10%; 4-12 jaar 5-6%; 12-18 jaar 3-5%). Bij jonge kinderen (< 6 jaar) is het moeilijk de diagnose te stellen en wordt er volstaan met een ‘symptoomdiagnose’ (’recidiverend piepen al dan niet met hoesten’). Mogelijkheden tot preventie van astma zijn o.a. het geven van borstvoeding, niet roken. En als de diagnose astma is gesteld zijn effectieve (inhalatie)therapieën beschikbaar, ook voor de allerjongsten. Vroege onderkenning van astma gebeurt vaak in de huisartspraktijk, maar is ook mogelijk in de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De JGZ kan tijdens de verschillende contactmomenten met 0-4 jarigen, maar ook daarna op school symptomen van astma signaleren. Door het hoge bereik heeft de JGZ de gelegenheid voor signalering, verwijzing, begeleiding en voorlichting bij vrijwel de gehele jeugd.
In het kader van het project werd een JGZ-richtlijn Astma bij Kinderen (0-19 jaar) ontwikkeld met daarin beschreven de optimale strategieën voor de preventie van astma bij kinderen, bepaald aan de hand van literatuuronderzoek en consultatie van experts. Bij de ontwikkeling werd gebruik gemaakt van de criteria voor Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling (EBRO; een gestructureerde procedure van richtlijn ontwikkeling door het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. De eerste versie van de conceptrichtlijntekst werd ontwikkeld door een klein team van TNO-deskundigen (een epidemioloog, twee artsen jeugdgezondheidszorg, een kinderarts en een deskundige op het terrein van richtlijnontwikkeling) samen met twee JGZ-verpleegkundigen. Deze versie van de concepttekst werd voorgelegd aan een groep van experts/sleutelfiguren. Deze groep bestond uit vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde (NVK), Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), het Astmafonds, Stivoro en de astmapatiëntenvereniging. Een huisarts heeft op persoonlijke titel meegelezen tijdens het ontwikkelproces. Consultatie van ouders van kinderen zonder astma over hun verwachtingen van de JGZ bleek maar beperkt realiseerbaar.
Tevens werd een set prestatie-indicatoren ontwikkeld waarmee de uitvoering en de effecten van de richtlijn gemeten kunnen worden. Een proefimplementatie maakte ook deel uit van het project. Het doel van de proefimplementatie was tweeledig. Enerzijds werd de richtlijn na het uittesten in de regio’s aangepast worden aan de hand van het commentaar uit de JGZ praktijk, zowel tekstueel als eventueel inhoudelijk. Anderzijds werd onderzocht wat de meest optimale invoerstrategie voor de (landelijke) implementatie van de richtlijn is. Op basis van de proefimplementatie werd een plan voor de (landelijke) implementatie van de richtlijn opgesteld.
Astma is de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen (prevalentie 0-4 jaar 5-10%; 4-12 jaar 5-6%; 12-18 jaar 3-5%). Bij jonge kinderen (< 6 jaar) is het moeilijk de diagnose te stellen en wordt er volstaan met een ‘symptoomdiagnose’ (’recidiverend piepen al dan niet met hoesten’. Mogelijkheden tot preventie van astma zijn o.a. het geven van borstvoeding, niet roken. En als de diagnose astma is gesteld zijn effectieve (inhalatie)therapieën beschikbaar, ook voor de allerjongsten. Vroege onderkenning van astma gebeurt vaak in de huisartspraktijk, maar is ook mogelijk in de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De JGZ kan tijdens de verschillende contactmomenten met 0-4 jarigen, maar ook daarna op school symptomen van astma signaleren. Door het hoge bereik heeft de JGZ de gelegenheid voor signalering, verwijzing, begeleiding en voorlichting bij vrijwel de gehele jeugd. Er is alleen geen consensus over de taken en activiteiten van de JGZ rondom kinderen met astma. Het eindprodukt van onderhavig project is een JGZ richtlijn astma. De richtlijn wordt ontwikkeld volgens een nieuwe, efficiëntere, methodiek waarbij een kleinere redactie het concept van de richtlijn opstelt. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de criteria voor Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling (EBRO; een gestructureerde procedure van richtlijn ontwikkeling door het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. Tijdens de ontwikkeling van de landelijke JGZ richtlijn astma worden de optimale strategieën bepaald aan de hand van literatuuronderzoek en consultatie van experts. De richtlijn wordt afgestemd op de werkwijze van andere beroepsgroepen (zoals huisartsen, kinderartsen, astmaverpleegkundigen) en op de wensen van de ouders. Vroege onderkenning van astma en het erbij inzetten van interventies door de JGZ zal uiteindelijk leiden tot een verbeterde kwaliteit van leven bij kinderen met astma en hun ouders. In het kader van het project zullen indicatoren worden vastgesteld. Een proefimplementatie maakt ook deel uit van het project. Het doel van de proefimplementatie is tweeledig. Enerzijds zal de richtlijn na het uittesten in de regio’s aangepast worden aan de hand van het commentaar uit de JGZ praktijk, zowel tekstueel als eventueel inhoudelijk. Anderzijds wordt onderzocht wat de meest optimale invoerstrategie voor de landelijke implementatie van de richtlijn is.