Optimaal verbinden van arbeid en gezondheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt: Succes en faalfactoren bij de implementatie van werkgeversarrangementen.
Succes en falen van werkgeversarrangementen
Vraagstuk
In werkgeversarrangementen maken sociale diensten afspraken met werkgevers om mensen met een uitkering van werk te voorzien. Deze mensen behouden hun uitkering of de werkgevers worden gecompenseerd. Wat hebben werkgevers nodig om mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie te ondersteunen? En wat zijn belemmerende en bevorderende factoren voor werkgeversarrangementen?
Onderzoek
Zo’n driehonderd cliënten van DWI Amsterdam krijgen via een werkgeversarrangement een tijdelijke werkplek. De onderzoekers bevragen hen op determinanten van duurzame inzetbaarheid. Werkgevers vertellen de onderzoekers op hun beurt hoe zij de werknemers faciliteren, begeleiden en ondersteunen.
Uitkomst
Wanneer een werkgeversarrangement meer lijkt op een reguliere functie, wordt de kans op een succesvolle plaatsing groter. Als de werknemer de mogelijkheid krijgt om te ervaren dat hij kan voldoen aan de eisen, heeft dit een positief effect op het vertrouwen in zijn bekwaamheid en daarmee op zijn duurzame inzetbaarheid. De werkgever kan dit stimuleren door de werknemer het goede voorbeeld te geven en te motiveren. Aan de andere kant liet het onderzoek zien dat het krijgen van te veel feedback werknemers minder zelfsturend maakt.
Producten
Auteur: M.L. van Emmerik
Auteur: M.L. van Emmerik, J.J.J.M. Huijs, R.W.B. Blonk
Verslagen
Eindverslag
Voor een grote groep mensen is arbeidsparticipatie niet vanzelfsprekend. Zij hebben om verschillende redenen moeite om aan te sluiten bij de arbeidsmarkt en zijn afhankelijk van een bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit betreft ruim 12% van de beroepsbevolking, ongeveer 1 miljoen mensen.
In de afgelopen decennia is er veel gedaan om deze groep duurzaam aan het werk te krijgen. Gemeenten en UWV bieden bijvoorbeeld ondersteuning bij de re-integratie van deze mensen. Hiervoor hebben zij zogenaamde werkgeversarrangementen (WGA) ontwikkeld. Studies naar de effectiviteit van dergelijke WGA laten echter een wisselend beeld zien omdat zij vooral gericht zijn op uitkomstmaten zoals ‘verkorting van de uitkeringsduur’ en ‘uitstroom naar een (reguliere) baan’ en slechts beperkt inzicht geven in zaken als de inzetbaarheid en de duurzaamheid van de uitstroom. In het huidige onderzoek waarin TNO samenwerkte met DWI Amsterdam -tegenwoordig Werk Participatie en Inkomen (WPI) geheten- verzamelden we in de periode van september 2012 tot maart 2015 informatie over bijstandscliënten gedurende (en kort na) hun plaatsing via een werkgeversarrangement. Aangevuld met informatie van de werkgever trekken we conclusies over de mate waarin werkgeversgedrag kan bijdragen aan een verbeterde inzetbaarheid van de werknemers. Hierbij keken we niet alleen naar uitkomstmaten (‘uitstroom naar werk / uit de uitkering’ maar ook naar veranderingen in werknemerskenmerken die samenhangen met duurzame inzetbaarheid. De reikwijdte van onze conclusies wordt echter beperkt door de lage respons en ontbrekende data in de gegevens zoals door DWI geregistreerd.