Mobiele menu

Pluis of niet-pluis in de huisartspraktijk.

Huisartsen gebruiken de uitdrukking 'niet-pluis'. Dit geeft het gevoel aan dat er iets niet goed is met een patiënt, terwijl concrete aanwijzingen ontbreken.

Doel

2 aspecten werden onderzocht in dit project:

  1. Welke betekenissen geven huisartsen aan het begrip pluis/niet-pluis (PNP)? Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van PNP?
  2. Is consensus mogelijk over een bruikbare definitie van PNP waarmee PNP kan worden onderzocht?

Resultaat

  • Alle deelnemende huisartsen erkennen het bestaan van het PNP-fenomeen. Voor de meesten fungeert het als een belangrijk diagnostisch instrument. PNP heeft bij sommige huisartsopleiders een plek in het onderwijsproces. Sommige huisartsen oordelen negatief over de validiteit van het begrip.
  • Er is een theoretisch concept opgesteld met de determinanten van PNP. Tevens zijn 7 statements over PNP geformuleerd. Deze zijn bruikbaar als meetinstrument in een vervolgonderzoek naar de diagnostische winst van PNP. Verder onderzoek in de dagelijkse praktijk naar de diagnostische waarde van PNP lijkt de moeite waard.

Producten

Titel: Consensus on gut feelings in general practice
Magazine: BMC Family Practice
Titel: Gut feelings play a substantial role in General Practice
Magazine: British Journal of General Practice

Verslagen


Eindverslag

Pluis en niet-pluis in de huisartsenpraktijk Een samenvatting Inleiding Het diagnostisch denken van huisartsen kent een analytische, hypothetisch-deductieve aanpak en een niet-analytisch spoor. Een exponent hiervan is de uitdrukking “pluis of niet-pluis” (PNP). Huisartsen lijken “niet-pluis” te gebruiken om het gevoel te verwoorden dat er iets niet goed is met een patiënt hoewel concrete aanwijzingen nog ontbreken. In de literatuur is niets bekend over betekenis en diagnostische waarde van PNP. Onderzoeksvraag 1) Welke betekenissen geven huisartsen aan het begrip PNP en welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van PNP? 2) Is consensus mogelijk over een bruikbare definitie van PNP waarmee PNP kan worden onderzocht? Methode Kwalitatief onderzoek 1) Vier focusgroepen (28 huisartsen). Tekstanalyse met behulp van de Grounded Theory door drie onafhankelijke onderzoekers. 2) Delphi consensusprocedure (27 onderzoek- en onderwijsexperts binnen de huisartsgeneeskunde, verbonden aan universiteiten in Nederland en België). Resultaten 1) Het bestaan van het fenomeen PNP wordt door alle deelnemende huisartsen erkend. Voor de meesten fungeert het als een belangrijk diagnostisch instrument. PNP heeft bij sommige huisartsopleiders een plek in het onderwijsproces. Sommige huisartsen oordelen negatief over de validiteit van het begrip. 2) Er is een theoretisch concept gemaakt met de determinanten van PNP zoals “fitting, alerting and interfering factors, sensation, contextual knowledge, medical education, experience and personality”. Gender bleek in ons onderzoek geen determinant te zijn. De beide aspecten van PNP, “the sense of alarm and the sense of reassurance” zijn in een verslag van het onderzoek als volgt beschreven:”a sense of alarm means that a GP has the feeling that something is wrong even though objective arguments are lacking. He distrusts the situation and he is unsure about prognosis and therapy. He feels some kind of intervention is needed to prevent serious health problems. A sense of reassurance means that a GP is sure about prognosis and therapy, although he may not always have a clear diagnosis in mind”. 3) Er zijn 7 statements over PNP geformuleerd waarover consensus is bereikt. Die statements beschrijven de inhoud van het begrip PNP, het proces en de uitkomst en bevestigen de resultaten van het focus groepen onderzoek maar zijn meer “to the point” en completer geformuleerd Ze zijn ook goed bruikbaar om als meetinstrument te dienen in een vervolgonderzoek naar de diagnostische winst van PNP. Beschouwing PNP fungeert als een diagnostisch kompas in de complexe en soms onzekere situatie waarin huisartsen beslissingen moeten nemen. Onderzoek in de dagelijkse praktijk naar de diagnostische waarde van PNP lijkt de moeite waard. De consensus over een definitie van PNP maakt verder onderzoek ook mogelijk. Het concept PNP is redelijk goed ingevuld. Validering van de determinanten en onderzoek naar de mogelijkheden om PNP te integreren in het onderwijs staan hoog op de onderzoeksagenda van de projectgroep. Maastricht, 26 september 2007
De voortgang van het project Pluis en Niet Pluis (PNP) in de huisartsenpraktijk verloopt volgens protocol. Datasaturatie werd bereikt na vier focusgroepen met in totaal 28 deelnemers. De data zijn geanalyseerd met behulp van het softwareprogramma Atlas.ti. De resultaten werden voorgelegd aan de deelnemers en hun reacties zijn verwerkt. We zijn er in geslaagd PNP te definiëren en determinanten te benoemen. Er is voldoende materiaal voor het schrijven van artikelen. Het eerste doel van het project is binnen de gestelde termijn bereikt. Het lijkt zinvol en haalbaar het project zoals in het protocol omschreven, verder uit te voeren.

Kenmerken

Projectnummer:
42000022
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2005
2007
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. C.F. Stolper
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc
Afbeelding

Alledaagse Ziekten

Zo’n 80% van de klachten waarmee patiënten naar de huisartsen-praktijk komen, zijn alledaagse klachten zoals buikpijn, een neerslachtige periode, wratten of slapeloosheid. Vanuit ons programma Alledaagse Ziekten financierden we onderzoek om adviezen en behandelingen wetenschappelijk te onderbouwen. Dit project is daar één van. Bekijk de andere projecten.