Preventie, signalering, diagnostiek en behandeling van baby's die excessief huilen
Excessief huilen is een ernstig en omvangrijk probleem. 10 tot 15% van de baby’s huilt overmatig. Hiervan wordt 22% gezien door de consultatiebureauarts, die onderdeel uitmaakt van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). 5% wordt gezien door de huisarts, 2% door de kinderarts en 6% door andere hulpverleners.
Overmatig huilen is onaangenaam voor ouders en kind. En er zijn risico’s en hoge kosten aan verbonden. Maar het is goed mogelijk om overmatig huilen tegen te gaan. Onder andere door het aanbrengen van regelmaat en voorspelbaarheid, en door prikkelreductie. In sommige gevallen kan ook inbakeren helpen.
Werkwijze
Deze aanpak is binnen de JGZ vertaald in een richtlijn, die daar algemeen gebruikt wordt. Maar veel ‘huilbaby’s’ worden gediagnosticeerd en behandeld in de eerste en tweede lijn en in de academische medische centra. Binnen dit project wordt de JGZ-richtlijn zodanig aangepast, dat ook de curatieve zorg hem kan gebruiken. Dat gebeurt in nauw overleg met ouders en zorgverzekeraars.