Mobiele menu

Professionaliseren op spelbegeleiding door dialogische gesprekken

Projectomschrijving

Vraagstuk

Jonge kinderen ontwikkelen zich in spel. Voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang is de begeleiding van spel complex. Uit onderzoek weten we dat dialogische gesprekken, waarin open vragen worden gesteld en kinderen veel ruimte krijgen om zelf ideeën te verwoorden, een grote bijdrage leveren aan de taal- en denkontwikkeling van kinderen. We onderzoeken de effectiviteit van professionaliseringstrajecten gericht op het voeren van dialogische gesprekken tijdens spelbegeleiding van 2- tot 4-jarigen.

Onderzoek

We hebben professionaliseringstrajecten ontwikkeld en uitgetest. Voor de trajecten, na afloop en een half jaar later onderzochten we met observaties en vragenlijsten de interactiekwaliteit van
pm’ers en het welbevinden en de taal- en spelontwikkeling van kinderen

Uitkomst

In het onderzoek is geen effect van de trajecten gevonden op de de interactiekwaliteit van pedagogisch medewerkers. Wel zien we dat pedagogisch medewerkers die de trajecten gevolgd hebben goed in staat zijn om kinderen uit te dagen in spel en taalgebruik. Dit doen ze onder andere door door te vragen en problemen in te brengen in het spel. Er is een website gemaakt met daarop webinars, een trainingshandleiding en informatie over het project.

Lees ook het interviewartikel over dit project: In het spel van kinderen meegaan, niet als juf maar als speelmaatje

Producten

Titel: Professionalization of dialogue in play guidance within preschool.
Auteur: Van Rossum, E., Dobber, M., van der Veen, C., de Schipper, C., & Raijmakers, M.
Link: https://earli.org/sites/default/files/2019-08/EARLI2019-AUG2019_1.pdf
Titel: The correlation between preschool teacher’s play-guidance with toddler well-being
Auteur: Eline van Rossum, Marjolein Dobber, Chiel van der Veen, J. Clasien de Schipper, Maartje Raijmakers
Titel: Professionalization aimed at dialogue in play guidance within preschool
Auteur: Eline van Rossum, Marjolein Dobber, Chiel van der Veen, J. Clasien de Schipper, Maartje Raijmakers
Titel: Een lerend netwerk werkt
Auteur: Eline van Rossum, Marjolein Dobber, Chiel van der Veen
Magazine: HJK
Link: https://www.hjk-online.nl/beleid/een-lerend-netwerk-werkt/

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Jonge kinderen kunnen zich ontwikkelen door te spelen. In spel leren ze nieuwe woorden en ontwikkelen ze onder meer communicatieve en sociale vaardigheden. Voor pedagogisch medewerkers (pm’ers) in de kinderopvang is de begeleiding van spel een complexe aangelegenheid. Goede, evenwichtige spelbegeleiding begint bij de interactie tussen pm’er en kind. Uit onderzoek weten we dat dialogische gesprekken, waarin open vragen worden gesteld en kinderen veel ruimte krijgen om zelf ideeën te verwoorden, een grote bijdrage leveren aan de taal- en denkontwikkeling van jonge kinderen. Er is dan ook veel behoefte bij pm’ers en leidinggevenden binnen de kinderopvang aan professionalisering gericht op het voeren van dialogische gesprekekn binnen spelbegeleiding. In dit project willen we daarom de effectiviteit onderzoeken van verschillende professionaliseringstrajecten gericht op het professionaliseren van pm’ers in het voeren van dialogische gesprekken tijdens spelbegeleiding van 2-4 jarigen. We onderzoeken twee vormen van professionalisering: een trainingsvariant en een netwerkvariant. Henrichs, Slot en Leseman (2016) rapporteren op basis van een meta-analyse gericht op professionalisering in de kinderopvang dat een koppeling van ‘on the job coaching’ met het werken aan theoretische kennis de kans op effectiviteit van professionaliseringstrajecten lijkt te vergroten. Tegelijkertijd geven ze aan dat lerende netwerken (ook wel: professionele leergemeenschappen) in het wetenschappelijke debat als veelbelovend gezien worden, hoewel ze rapporteren dat er nog zeer weinig onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van zulke netwerken binnen het domein van de kinderopvang. Wij verwachten dan ook dat beide varianten effectief zullen bijdragen aan de ontwikkeling van de pm'ers en van de kinderen en beogen met dit onderzoek werkzame elementen te destilleren vanuit beide varianten van professionalisering. Beide interventievarianten zetten in op de verbetering van spelbegeleiding door het inzetten van dialogische gespreksvoering met kinderen. In beide varianten wordt ingezet op een combinatie van 5 groepsbijeenkomsten en coaching op de vloer: bij de trainingsvariant zal de wordt coaching op de vloer en de nabesprekingen hiervan uitgevoerd door de trainer; bij de netwerkvariant gaan pm’ers van verschillende locaties bij elkaar in de groep observeren en geven ze elkaar feedback. We gebruiken voor het onderzoek een cluster-randomized design met twee interventiecondities (training en netwerk) en een vergelijkingsconditie. Aan elke conditie worden 20 kinderopvanggroepen at random toegewezen. Gezien de geneste structuur van de data (kinderen in groepen, groepen in kinderopvangorganisaties) wordt er in de analyses gebruik gemaakt van multilevel modelling. Door pm’ers te professionaliseren in het voeren van dialogische gesprekken tijdens spel, verwachten we zowel de kwaliteit van het spel te verbeteren alsmede de taal- en sociale ontwikkeling van kinderen. We meten het effect van de interventies op gespreksvaardigheden van pm’ers (met behulp van het CLASS pre-K observatie-instrument, Pianta, La Paro, & Hamre, 2008; en de automatische woordenteller van de Linguistic Inquiry and Word Count, Pennebaker, Booth, Boyd & Francis, 2015). Bij de kinderen meten we het effect van de interventie op het welbevinden (met behulp van de Leiden Inventory for the Child's Well-Being in Day Care, De Schipper, Tavecchio, van IJzendoorn, & van Zeijl, 2004), de taalontwikkeling (met behulp van een observatie-instrument gebaseerd op onderzoek van Naerland, 2011) en de sociale status (met behulp van het coderingsschema van Naerland, 2011, en een sociometrische methode om de sociale status van het kind binnen de groep in kaart te brengen welke is ontwikkeld door Gifford-Smith & Brownell, 2003). De metingen worden gedaan voorafgaand aan de interventie (pretest), direct na afloop van de interventie (posttest) en een half jaar na de interventie (delayed posttest). Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen we de effectiviteit bepalen van twee vormen van professionalisering binnen de kinderopvang en uit beide professionaliseringtrajecten werkzame elementen destilleren voor beleid en toekomstig onderzoek. Om zorg te dragen voor duurzaamheid en permanentie van de opbrengsten van het onderzoeksproject, zullen de deelnemende kinderopvangorganisaties de uitkomsten van het onderzoek borgen in het beleid van de gehele organisatie. Daarnaast zetten alle samenwerkingspartners binnen het project hun netwerken in voor verspreiding van de resultaten onder pm’ers, trainers, onderzoekers, en beleidsmakers.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
544001006
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2018
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. M. Dobber
Verantwoordelijke organisatie:
Vrije Universiteit Amsterdam