Reducing vincristine-induced peripheral neuropathy in children with acute lymphoblastic leukemia by one-hour infusions instead of bolus injections
Samenvatting na afronding
Vincristine is een veel gebruikte vorm van chemotherapie tijdens de behandeling van kinderen met kanker. Een veelvoorkomende bijwerking van vincristine is neuropathie, wat kan leiden tot spierzwakte, pijn en sensorische uitval.
De VINCA studie had tot doel te onderzoeken of de toediening van vincristine bij kinderen met kanker door middel van één-uurs-infusen leidt tot minder neuropathie dan toediening door middel van zogeheten bolus-injecties.
Resultaten
Uit de resultaten blijkt dat er in het algemeen geen grote verschillen in de mate van neuropathie zijn tussen deze twee manieren van toedienen. Als een kind echter naast vincristine in dezelfde periode ook nog specifieke medicijnen (azolen) krijgt tegen schimmelinfecties, dan is de kans groot dat hij of zij minder neuropathie krijgt als de vincristine wordt toegediend via één-uurs-infusen dan via bolusinjecties. Verder heeft het onderzoek veel nieuwe kennis opgeleverd over hoe vincristine in het lichaam wordt opgenomen, verwerkt en weer wordt uitgescheiden.
Samenvatting bij start
Vincristine is een veel gebruikte vorm van chemotherapie tijdens de behandeling van kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL). Een veelvoorkomende bijwerking van vincristine is neuropathie, wat kan leiden tot spierzwakte, pijn, en sensorische uitval. Hierdoor is de kwaliteit van leven van kinderen met neuropathie sterk verminderd.
Doel
Deze studie heeft tot doel te onderzoeken of de toediening van vincristine bij kinderen met ALL door middel van één-uurs-infusen leidt tot minder neuropathie dan toediening door middel van zogeheten bolus-injecties.
Werkwijze
Naast neuropathie zullen kwaliteit van leven, de medische kosten en de therapeutische effectiviteit van beide toedieningsvormen vergeleken worden. Bovendien zal worden onderzocht of naast de toedieningsvorm ook andere factoren, zoals bijvoorbeeld de wijze waarop de vincristine in het lichaam wordt opgenomen (farmacokinetiek) en de genetische aanleg voor bijwerkingen van medicijnen, van invloed zijn op het ontstaan van neuropathie.
Producten
Auteur: ME van de Velde
Auteur: ME van de Velde
Auteur: SM Schouten
Auteur: ME van de Velde, MH van den Berg
Auteur: ME van de Velde
Auteur: ME van de Velde
Auteur: ME van de Velde, MH van den Berg
Link: https://www.castoredc.com
Auteur: ME van de Velde (Amsterdam UMC, Amsterdam), WE Evans (St. Jude Children's Research Hospital, Memphis)
Auteur: ME van de Velde, MH van den Berg
Auteur: MH van den Berg
Auteur: ME van de Velde, MH van den Berg
Auteur: Van de Velde ME, Kaspers GL, Abbink FCH, Wilhelm AJ, Ket JCF, van den Berg MH
Magazine: Critical Reviews in Oncology/Hematology
Link: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1040842817301981
Verslagen
Eindverslag
Vincristine is een veel gebruikte vorm van chemotherapie tijdens de behandeling van kinderen met kanker. Een veelvoorkomende bijwerking van vincristine is perifere neuropathie. Dit kan leiden tot spierzwakte, pijn, en sensorische uitval. Tot op heden is er nog niet veel kennis beschikbaar over wat de meest optimale dosering en toedieningsmethode is van vincristine voor kinderen met kanker.
De VINCA studie had tot doel te onderzoeken of de toediening van vincristine bij kinderen met kanker door middel van één-uurs-infusen leidt tot minder perifere neuropathie dan toediening door middel van zogeheten push-injecties. Uit de resultaten blijkt dat er in het algemeen tussen deze twee manieren van toedienen geen grote verschillen zijn ten aanzien van het wel of niet ontwikkelen van neuropathie en de ernst van neuropathie. Als een kind echter naast vincristine in dezelfde periode ook nog specifieke medicijnen (azolen) krijgt tegen schimmelinfecties, dan is de kans groot dat hij of zij minder neuropathie krijgt als de vincristine wordt toegediend via één-uurs-infusen dan via push-injecties. Verder heeft het onderzoek veel nieuwe kennis opgeleverd over hoe vincristine in het lichaam wordt opgenomen, verwerkt en weer wordt uitgescheiden.
De studieresultaten zijn belangrijk voor het optimaliseren van zogeheten gepersonaliseerde zorg: het bepalen van de juiste vincristine dosering en toedieningsmethode voor elk individueel kind met kanker dat behandeld wordt met vincristine.
De VINCA-studie, die als doel heeft te onderzoeken hoe neuropathie door vincristine bij kinderen met kanker verminderd kan worden, is in volle gang. Kinderen uit VU medische centrum Amsterdam, het Academisch Medisch Centrum uit Amsterdam en het ErasmusMC in Rotterdam kunnen deelnemen aan de studie. En vanaf oktober 2016 zullen er ook kinderen uit het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie in Utrecht geïncludeerd worden. Daarnaast vindt de studie vanaf september 2016 plaats in 7 Belgische ziekenhuizen.
Alle deelnemers aan de studie krijgen hun vincristine giften, een chemotherapie nodig is voor de behandeling van hun kanker, toegediend via ofwel een infuus dat gedurende 1 uur inloopt ofwel via een injectie in enkele minuten. Beide methodes worden met elkaar vergeleken voor wat betreft de hoeveelheid neuropathie. Bovendien worden er farmacokinetische metingen verricht en onderzoeken we of het genetisch profiel van de deelnemers van invloed is op de ontstane neuropathie.
Het doel is om 88 patiënten te includeren. Momenteel zitten er 14 patiënten in de studie. In de komende periode zal, door de uitbreiding van de studie in nog meer ziekenhuizen, het aantal deelnemers aan de studie sterk toenemen. De planning is om de resultaten van het onderzoek halverwege 2019 klaar te hebben.