Richtlijnontwikkeling Jeugdgezondheidszorg: voedselallergie
Met behulp van systematisch literatuuronderzoek wordt een bewezen effectieve richtlijn Voedselallergie voor de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ontwikkeld. Uitgangspunten voor de richtlijn zijn de levensloop en ontwikkelingsfasen van het kind. En de vijf aandachtsgebieden van de Jeugdgezondheidszorg: voorlichting, vroege opsporing, ondersteuning/ en/of behandeling, verwijzing en nazorg.
De meest frequent voorkomende voedselallergie bij jonge kinderen is koemelkallergie (2-3%). Minder vaak komt kippenei, pinda (noten), appel, soja, sesamzaad, vis, schaal- en schelpdieren allergie voor. Voedselallergieën worden door een immunologische reactie veroorzaakt. Klachten van voedselallergie variëren van netelroos tot een levensbedreigende allergische reactie. Daarnaast kan er sprake zijn van intolerantie voor bepaalde voedingsbestanddelen, zoals voor gluten, coeliakie. Coeliakie kan onder andere buikklachten of groeiproblemen geven.
Het doel van de richtlijn is het voorkomen, signaleren en zo nodig verwijzen van kinderen met voedselallergie in de JGZ. De richtlijn wordt in samenspraak met belanghebbende beroepsgroepen (huisartsen, kinderartsen, diëtisten) opgesteld.
Producten
Verslagen
Eindverslag
Voedselovergevoeligheid kan berusten op voedselallergie (zoals koemelkallergie) of niet-allergische voedselintoleranties zoals coeliakie en lactose intolerantie. De jeugdgezondheidszorg is een unieke setting voor preventie, signaleren en diagnostiek van voedselovergevoeligheid bij kinderen.
De belangrijkste nieuwe adviezen in de richtlijn zijn:
- Er is geen indicatie (meer) voor gehydrolyseerde kunstvoeding ter preventie van koemelkallergie.
- Ter preventie van voedselallergie vanaf de leeftijd van 4 maanden starten met kleine hoeveelheden bijvoeding te beginnen met groente en fruit en daarna uitbreiden met ei,vis, pinda etc..
- Ter preventie van coeliakie vanaf de leeftijd van 4 maanden starten met kleine hoeveelheden gluten (bv. kleine stukjes beschuit in een fruithapje) bij voorkeur tijdens periode van borstvoeden.
- Diagnostiek van koemelkallergie bij kinderen met een laag risico op anafylaxie of andere ernstige klachten kan met een dubbelblinde voedselprovocatie test onder voorwaarden in de jeugdgezondheidszorg plaatsvinden.