Mobiele menu

Risico-inschatting door de jeugdgezondheidszorg bij geautomatiseerde triage op grond van vragenlijsten in het voortgezet onderwijs.

De lokale politiek heeft de jeugdgezondheidszorg van de GGD Brabant Zuidoost gevraagd in te zetten op risicokinderen met bestaande middelen. In de tweede klas van het voortgezet onderwijs van havo/vwo-scholen wordt hier met taakherschikking invulling aan gegeven.

De assistente voert het gezondheidsonderzoek (PGO) van niet-risicokinderen uit, de verpleegkundige dat van risicokinderen. Voorafgaand aan het PGO maakt de verpleegkundige de indeling wel of geen risicokind (triage). Een geheel geautomatiseerde triage levert een kostenbesparing op in de vorm van tijdwinst. Die besparing kan vervolgens ingezet worden voor zorg aan risicokinderen en deelname aan Zorgadviesteams (ZAT’s; samenwerking van zorgverleners in en rondom school).

Dit onderzoeksproject moet uitsluitsel geven of met een geautomatiseerde triage een goede risico-inschatting te maken is. Hiervoor wordt bij 300 leerlingen van de tweede klas van het voortgezet onderwijs van willekeurig gekozen havo/vwo-scholen de risicoinschatting door de verpleegkundige vergeleken met de risicoinschatting op basis van geautomatiseerde triage.

Verslagen


Eindverslag

De lokale politiek heeft de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Brabant-Zuidoost gevraagd in te zetten op risicokinderen met bestaande middelen. Met taakherschikking waarbij de assistente het onderzoek (PGO)van niet-risicokinderen uitvoert en de verpleegkundige het PGO uitvoert van de jongeren die extra zorg nodig hebben (risicokinderen) wordt hier in de tweede klas van het voortgezet onderwijs op de HAVO/VWO scholen invulling aan gegeven. De indeling wel of geen risicokind (triage) werd voorafgaand aan het PGO gemaakt. Hiervoor bekeek een verpleegkundige alle tevoren digitaal ingevulde vragenlijsten en raadpleegde zo nodig het kinddossier. Een geheel geautomatiseerde triage levert een kostenbesparing in de vorm van tijdwinst op, die ingezet kan worden voor zorg aan risicokinderen en deelname aan zorgadvies teams. Dit onderzoeksproject geeft antwoord op de vraag of het mogelijk is om met een geautomatiseerde triage een adequate risico-inschatting te maken. Hiervoor is bij 322 leerlingen van de tweede klas van het voortgezet onderwijs (HAVO/VWO) triage uitgevoerd volgens een geautomatiseerd proces en werd de uitkomst vergeleken met de risico-inschatting na afloop van een PGO door een verpleegkundige. We zijn nagegaan welke informatie in de vragenlijsten ontbrak of niet meegenomen werd bij de risico-inschatting om de triage op grond van alleen de scores op de vragenlijsten te verbeteren.

De lokale politiek heeft de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Brabant Zuidoost gevraagd in te zetten op risicokinderen met bestaande middelen. Met taakherschikking waarbij de assistente het onderzoek (PGO) van niet-risicokinderen uitvoert en de verpleegkundige het PGO uitvoert van de jongeren die extra zorg behoeven (risicokinderen) wordt hier in de tweede klas van het voortgezet onderwijs op de HAVO/VWO scholen invulling aan gegeven. De indeling wel of geen risicokind (triage) wordt voorafgaand aan het PGO gemaakt. Hiervoor bekijkt een verpleegkundige alle tevoren digitaal ingevulde vragenlijsten en raadpleegt zo nodig het jgz-dossier. Een geheel geautomatiseerde triage levert een kostenbesparing in de vorm van tijdwinst op, die ingezet kan worden voor zorg aan risicokinderen en deelname aan zorgadviesteams. Dit onderzoeksproject moet uitsluitsel geven of het mogelijk is om met een geautomatiseerde triage een adequate risico-inschatting te maken. Hiervoor wordt bij 300 leerlingen van de tweede klas van het voortgezet onderwijs triage uitgevoerd volgens een geautomatiseerd proces en wordt de uitkomst vergeleken met de risico-inschatting na afloop van een PGO door een verpleegkundige. Nagegaan wordt welke informatie in de vragenlijsten ontbreekt om de triage op grond van alleen de scores op de vragenlijsten te verbeteren. De aangepaste vragenlijsten worden bij 100 HAVO/VWO leerlingen van de tweede klas geëvalueerd.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
156511005
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2014
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. J.A.M. Theunissen-Lamers
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit van Tilburg