Secondary stroke prevention.
Genetische opmaak en anticonceptie vergroten kans op herhaling beroerte
Sommige patiënten hebben een grote kans op een herhaling van een beroerte na een eerder herseninfarct. Uit een analyse van veelvoorkomende genetische varianten blijkt daarvan geen verband met een hogere kans op een nieuwe hart- en vaatziekte. Wel zijn er verbanden tussen variaties in stollingsfactoren en ziekten van de hersenvaten. Ook blijken gezonde vrouwen met een bepaalde variant in stollingsfactor XIII een negen keer grotere kans op een herseninfarct te hebben. Bovendien verhoogt het gebruik van orale anticonceptie die grotere kans zelfs tot twintig. Sommige stollingsfactoren worden geassocieerd met een kleinere kans op een hersenbloeding, andere juist met een grotere kans. Leeftijd (60+), bloeddruk, suikerspiegel en het gebruik van bloeddrukverlagende middelen verhogen het risico op een hersenbloeding na een eerder herseninfarct. En het effect van aspirine bij een herseninfarct werd niet aangetoond.
Producten
Auteur: Ariesen MJ
Auteur: Pruissen DMO
Auteur: Pruissen DMO, Kappelle LJ, Rosendaal FR, Algra A
Magazine: Cerebrovascular Diseases
Auteur: Pruissen DMO, Kappelle LJ, Rosendaal FR, Algra A, on behalf of the SMART study group.
Magazine: Atherosclerosis
Auteur: Pruissen DMO, Slooter AJC, Rosendaal FR, van der Graaf Y, Algra A.
Magazine: Blood
Auteur: Ariesen MJ, Tangelder MJD, Lawson JA, Eikelboom BC, Grobbee DE, Algra A on behalf of the Dutch Bypass Oral Anticoagulants or Aspirin (BOA) Study Group
Magazine: European Journal of Vascular and Endovascular Surgery
Auteur: Ariesen MJ, Algra A, Warlow CP, Rothwell PM, on behalf of the Cerebrovascular Cohort Studies Collaboration (CCSC)
Magazine: Journal of neurology, neurosurgery and psychiatry
Auteur: Pruissen DMO, Kappelle LJ, Rosendaal FR, Algra A, on behalf of the SMART study group.
Magazine: Neuroepidemiology
Auteur: Achterberg S, Kappelle LJ, Algra A.
Magazine: European Neurology
Auteur: Pruissen DMO, Rosendaal FR, Gorter JW, Garcia AA, Kappelle LJ, Algra A, for the SPIRIT Study Group
Magazine: Journal of Neurology
Auteur: Pruissen DMO, Kappelle LJ, Algra A
Magazine: European journal of neurology
Auteur: Ariesen MJ, Claus SP, Rinkel GJE, Algra A
Magazine: Stroke
Auteur: Ariesen MJ, Algra A, Kappelle LJ
Magazine: Stroke
Auteur: Ariesen MJ, Algra A, Koudstaal PJ, Rothwell PM, van Walraven C, for the AFASAK, DTT, EAFT, PATAF, SPAF, SPIRIT and UK-TIA Investigators
Magazine: Stroke
Auteur: Pruissen DMO, Gerritsen SAM, Prinsen TJ, Dijk JM, Kappelle LJ, Algra A on behalf of the SMART Study Group
Magazine: Stroke
Auteur: Pruissen DMO, Rosendaal FR, Frijns CJM, Kappelle LJ, Vos HL, Algra A, on behalf of the SMART study group.
Magazine: Journal of Thrombosis and Haemostasis
Auteur: Pendlebury ST, Rothwell PM, Algra A, Ariesen MJ, Czlonkowska A, Dachenhausen A, Korv J, Krolikowski K, Kulesh S, Michel P, Thomassen L, Bogousslavsky J, Brainin M
Magazine: Stroke
Auteur: Ariesen MJ, Algra A, van der Worp HB, Rinkel GJE
Magazine: Journal of neurology, neurosurgery and psychiatry
Verslagen
Eindverslag
Deze NWO programmasubsidie heeft geresulteerd in twee proefschriften en 16 wetenschappelijke artikelen.
Beroerte is een wereldwijd probleem. Het is de tweede doodsoorzaak en een van de frequentste oorzaken van blijvende invaliditeit. Ischemie is in 80% de oorzaak. Het identificeren van patiënten met een hoog risico voor het krijgen van nieuwe hart- en vaatziekten, zowel op basis van ischemie als van bloeding, na het doormaken van een TIA of herseninfarct kan leiden tot betere secundaire preventie.
Hoofdonderwerp van het eerste promotieonderzoek was de relatie tussen (1) genetische varianten die leiden tot een verhoogde tromboseneiging en (2) het risico op herseninfarct of op toekomstige hart- en vaatziekten na herseninfarct.
In het POLARIS onderzoek hebben wij 23 veelvoorkomende genetische varianten onderzocht bij 887 patiënten die een TIA of herseninfarct hebben doorgemaakt. Geen enkele variant bleek een duidelijke invloed te hebben op het ontstaan van nieuwe hart- en vaatziekten na het doormaken van een herseninfarct, alhoewel twee varianten (van subunit B van stollingsfactor XIII en van plasminogen activator inhibitor-1 (PAI-1) wel een verhoogd risico op algehele sterfte op de lange termijn gaven. Ernstige vernauwing van de halsslagader (symptomatische carotisstenose) kwam vaker voor bij dragerschap van een variant in stollingsfactor V. Een variant in stollingsfactor XIII komt vaker voor bij patiënten met ziekte van de grote hersenvaten (vergeleken met de kleine vaten), terwijl bij de overige 22 varianten geen duidelijk verschil was tussen schade aan grote of kleine vaten.
Ook een dikkere vaatwand van de halsslagader was gerelateerd aan ziekte van de grote hersenvaten bij 532 patiënten na herseninfarct.
In een deelonderzoek van het RATIO onderzoek werd het voorkomen van varianten in stollingsfactor XIII bij 190 jonge vrouwen met herseninfarct vergeleken met 767 gezonde jonge vrouwen. Een specifieke variant van subunit A1 (Tyr204Phe) bleek een 9-maal verhoogd risico op herseninfarct te geven. In combinatie met gebruik van orale anticonceptie was dit risico zelfs 20-maal verhoogd.
In een deelonderzoek van het SPIRIT onderzoek werden twee varianten gevonden die gerelateerd zijn aan het risico op bloedingcomplicatie bij patiënten met TIA of herseninfarct die agressieve bloedverdunners (orale antistolling) gebruiken. De Thr312Ala variant van het alfa-fibrinogeen gen was geassocieerd met een lager bloedingsrisico, terwijl factor V Leiden onverwacht was geassocieerd met een hoger bloedingsrisico.
Het tweede proefschrift richtte zich op bloedingsrisico’s bij secundaire preventie na cerebrale ischemie. Allereerst schreven we een review over de risicofactoren voor hersenbloedingen in de algemene bevolking. Leeftijd, mannelijk geslacht, hoge bloeddruk en gebruik van veel alcohol bleken risicofactoren te zijn, terwijl hoge cholesterolspiegels met een lager risico waren geassocieerd. De prognose direct na een hersenbloeding kan zeer slecht zijn, daarom zijn meerdere voorspelregels ontwikkeld voor het schatten van het beloop. We deden een systematisch onderzoek naar deze regels, maar vonden dat geen ervan in staat is met voldoende zekerheid een infauste prognose te voorspellen.
In eerder onderzoek hadden we gevonden dat patiënten met een arteriële oorsprong van hersenischemie veel vaker een hersenbloeding kregen bij gebruik van orale antistolling dan patiënten met hersenischemie van cardiale oorsprong. Daarom onderzochten we of dat verschil ook aanwezig was bij het gebruik van aspirine. Dat bleek niet het geval te zijn. Blijkbaar is de combinatie van hersenischemie van arteriële oorsprong met gebruik van orale antistolling een gevaarlijke.
Door de gegevens van acht cohorten te combineren (12.648 patiënten) konden we nagaan welke factoren het risico op een hersenbloeding verhogen na cerebrale ischemie. Leeftijd (60+), glucosespiegel (<7 mmol/l), systolische bloeddruk (>=140 mm Hg) en gebruik van antihypertensiva bleken h