Spatial distribution of the exposure to C. burnetii in the Netherlands: measuring and modelling airborne transmission and combining transmission data with a dose response model using local data on the incidence of Q-fever
de verspreiding van de Q-koortsbacterie te beperken door maatregelen op bedrijfsniveau.
Het stof wordt geanalyseerd met moleculaire detectiemethoden. De gemeten niveaus in de lucht worden vervolgens in verband gebracht met activiteiten op het boerenbedrijf en het type bedrijf. Daarnaast wordt aan de hand van gemelde Q-koortsgevallen het risico op Q-koorts in de omgeving van geitenbedrijven gemodelleerd. Hiervoor wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van gemelde gegevens en informatie uit bloedmonsters. Het risico op Q-koorts in de omgeving van bedrijven wordt met zogenaamde risicokaarten beschreven.
De uitkomsten zijn nuttig voor beleidsmakers, deskundigen, de GGD en onderzoekers.
Producten
Auteur: Russell John Brooke, Mirjam EE Kretzschmar, Nico T Mutters and Peter F Teunis
Magazine: BMC Infectious Diseases
Auteur: Jeroen P. G. van Leuken, Arie H. Havelaar, Wim van der Hoek, Georgia A. F. Ladbury, Volker H. Hackert4, Arno N. Swart
Magazine: PlosOne
Auteur: P. F. M. TEUNIS, B. SCHIMMER, D.W. NOTERMANS, A. C. A. P. LEENDERS, P. C. WEVER, M. E. E. KRETZSCHMAR AND P.M. SCHNEEBERGER
Magazine: Epidemiology and Infection
Auteur: R. J. BROOKE, A. VAN LIER, G.A. DONKER, W. VAN DER HOEK AND M. E. E. KRETZSCHMAR
Magazine: Epidemiology and Infection
Auteur: Jeroen P. G. van Leuken, Arie H. Havelaar, Wim van der Hoek, Georgia A. F. Ladbury, Volker H. Hackert, and Arno N. Swart
Verslagen
Eindverslag
Het project bestaat uit een aantal onderdelen. Allereerst zijn metingen van Coxiella burnetii in de omgeving uitgevoerd. Daarnaast worden diverse benaderingen geexploreerd om de verspreiding van Coxiella burnetii en de als gevolg daarvan optredende uitbraak van Q-koort in de tijd te modelleren. In de eerste fase van het project zijn omvangrijke meetreeksen verzameld en zijn de eerste gegevens verzameld om verspreidings en uitbraakmodellen op te bouwen. In de volgfase zullen de verzamelde gegevens nader worden uitgewerkt en worden modelvoorspellingen gegenereerd en tussen de modellen vergeleken. Dan blijkt ook in hoeverre metingen of de modellen bruikbaar zijn voor het beleid rond de publieke gezondheid, bijvoorbeeld voor de onderbouwing van preventieve activiteiten, in geval van uitbraken zoals die van Q-koorts.