Stimuleren van duurzame actieve leefstijl van VMBO leerlingen met op maat evidence based interventies.
Resultaten
De SALVO-aanpak verbetert bij VMBO-leerlingen resultaten op de shuttlerun en tijdelijk op de minishuttle en sneltikken. Ook verhoogt het activiteit in pauzes, de eigen effectiviteit en intentie tot actieve leefstijl maar heeft geen invloed op BMI, huidplooi, sportparticipatie en deelname aan gymlessen. De data worden nog verder geanalyseerd om de effecten van SALVO specifieker te bepalen en te onderzoeken.Verslagen
Eindverslag
Opzet en aanpak
Het project Stimuleren Actieve Leefstijl VMBO-Onderwijs (SALVO) heeft de afgelopen vier jaar getracht VMBO-leerlingen te verleiden tot een actieve leefstijl en daarmee uitval uit georganiseerde sport en lessen LO te verminderen. Het project uitgevoerd op 10 VMBO-scholen in Nijmegen en 12 in Amsterdam, verdeeld over 11 controle en 11 interventie scholen onder meer dan 2500 leerlingen. De SALVO-aanpak gaat uit van activiteiten aansluitend op de belevingswereld van en met een actieve rol van leerlingen. Dit is gedaan door ten eerste is via de nieuw ontwikkelde Triple-I methode met VMBO-leerlingen in gesprek te gaan om inzicht te krijgen op hun belevingswereld. Bij deze zogenaamde ‘assetmap’ is een beeld verkregen van enerzijds hun passies/interesses en anderzijds hun sociale en fysieke omgeving. Ten tweede is een literatuurstudie gedaan naar factoren die belangrijk zijn in en om school om VMBO-leerlingen te activeren. Ten derde is de database ‘Effectief Actief’ (tegenwoordig www.sportenbeweeginterventies.nl) geanalyseerd naar effectieve elementen binnen bestaande programma’s en interventies. Vervolgens is er op interventie-scholen op basis van deze drie gegevensbronnen (triangulatie) op maat met de leerlingen bepaald welke activiteiten er bij hun zouden passen zodat ze deze activiteiten konden opzetten en uitvoeren op hun school. Docenten en directie werden gestimuleerd dit proces te begeleiden. Gedurende 3 jaar zijn leerlingen van een hele jaargang gemonitord met enerzijds een jaarlijks afgenomen Eurofittest en anderzijds een gevalideerde gedragsvragenlijst op attitude, eigen effectiviteit, intentie ten opzichte van een actieve leefstijl en de mate waarin ze een actieve leefstijl hebben.
Successen en leerpunten
Het SALVO-project heeft inmiddels geresulteerd in en aantal successen maar ook zeker een aantal leerpunten. Uit de analyse van de fysieke data blijkt dat VMBO-leerlingen op interventie-scholen beter presteren op de shuttlerun test. Ook presteerden ze beter op de testen minishuttle en sneltikken maar dit verschil was in de eindmeting niet meer aanwezig. Uit de analyse van de gedragsvragenlijsten bleek dat leerlingen van interventie-scholen een hogere eigen effectiviteit en intentie tot actieve leefstijl hadden dan leerlingen van controle-scholen. Zij gaven aan zich beter in staat te voelen om actief te zijn en het voornemen om meer gaan bewegen. Ook bleken leerlingen op interventie-scholen actiever in de pauzes. De SALVO-aanpak blijkt echter geen invloed te hebben op BMI, huidplooimeting, mate van sportparticipatie en actieve deelname aan de gymlessen. De data verkregen met de diverse metingen worden nog verder geanalyseerd om de effecten van SALVO-aanpak op de diverse factoren en hun samenhang nog gedetailleerder te onderzoeken. Naast deze data heeft het SALVO-project een aantal producten opgeleverd die buiten het project en ook na de projectperiode van waarde blijven. Zo is er nationaal en het afgelopen jaar ook internationaal interesse voor De Triple-I methode en wordt deze ook in andere settings inmiddels toegepast. Verder is op basis van de handreiking voor de SALVO-aanpak een minor Gezonde Schakel tussen School en Wijk ontwikkeld en wordt het geautomatiseerde noteren van de resultaten van fysieke metingen en transporteren voor analyses (MAMBO) toegepast in een nieuw project.
De grootste leerpunten van SALVO bij het werken met scholen zijn het krijgen en houden van draagvlak bij directie en docenten van de scholen voor de borging en ownership. Hierbij is regelmatig contact met de scholen vanuit vaste contactpersonen onontbeerlijk gebleken. Zeker omdat het zowel voor leerlingen als docenten een nieuwe manier van werken is en daarmee bij beide doelgroepen een schift in mindset vereist. Daarnaast is de betrokkenheid van een buurtsportcoach belangrijk bij de borging en vertaling naar buitenschoolse activiteiten. Ook is het essentieel om voldoende tijd in te ruimen voor valorisatie en processturing. Zeke