Tissue engineering en reconstructieve chirurgie voor ernstige congenitale afwijkingen
Patiënten met een spina bifida (open ruggetje) hebben na de geboorte veel comorbiditeit, bijvoorbeeld een hydrocephalus (waterhoofd), blaasfunctie- en/of beenfunctie problemen. In studies is aangetoond dat de ernst van deze aandoeningen verminderd kan worden door het openliggende ruggenmerg reeds voor de geboorte, in de baarmoeder, af te dekken. Bedekking met een biomatrix zou deze moeilijke ingreep danig kunnen vereenvoudigen.
Producten
Auteur: Geutjes PJ*, Roelofs LAJ*, Hoogenkamp HH, Walraven M, Kortmann BBM, de Gier RPE, Farag FF, Tiemessen DM, Sloff M, Oosterwijk E, van Kuppevelt TH, Daamen WF, Feitz WFJ. (*equally contributed)
Magazine: Journal of Urology
Auteur: Roelofs LA, Eggink AJ, Hulsbergen-van de Kaa CA, Wijnen RM, van Kuppevelt TH, van Moerkerk HT, Crevels AJ, Hanssen A, Lotgering FK, van den Berg PP, Feitz WF.
Magazine: Fetal Diagnosis and Therapy
Link: http://www.kennislink.nl/publicaties/matje-herstelt-opengespleten-blaas-of-buikwand
Auteur: Roelofs LA, Eggink AJ, Hulsbergen-van de Kaa CA, van den Berg PP, van Kuppevelt TH, van Moerkerk HT, Crevels AJ, Lotgering FK, Feitz WF, Wijnen RM.
Magazine: Tissue Engineering
Auteur: Luc A Roelofs, Paul J Geutjes, Christina A Hulsbergen-van de Kaa, Alex J Eggink, Toin H van Kuppevelt, Willeke F Daamen, Jane A Crevels; Paul P van den Berg, Wout F Feitz.
Magazine: Journal of pediatric surgery
Auteur: Hosper NA, Eggink AJ, Roelofs LA, Wijnen RM, van Luyn MJ, Bank RA, Harmsen MC, Geutjes PJ, Daamen WF, van Kuppevelt TH, Tiemessen DM, Oosterwijk E, Crevels JJ, Blokx WA, Lotgering FK, van den Berg PP, Feitz WF.
Magazine: Biomaterials
Auteur: Luc A.J. Roelofs, Barbara B.M. Kortmann, Egbert Oosterwijk, Alex J. Eggink, Dorien M. Tiemessen, A. Jane Crevels, Rene M.H. Wijnen, Willeke F. Daamen, Toin H. van Kuppevelt, Paul J. Geutjes, Wout F.J. Feitz
Magazine: British Journal of Urology International
Auteur: Promovendus: L.A.J. Roelofs Promotores : W.F.J. Feitz, R.H.M. Wijnen Co-promotores : P.J. Geutjes, A.H.M.S.M. van Kuppevelt, W.F. Daamen
Auteur: Daamen WF, Faraj KA, Koens MJW, Lammers G, Brouwer KM, Uijtdewilligen PJE, Nillesen STM, Roelofs LA, Nuininga JE, Geutjes PJ, Feitz WF, Kuppevelt TH.
Verslagen
Eindverslag
Introductie: Ernstige aangeboren afwijkingen hebben een grote impact op het leven van patienten. Met behulp van 'Tissue engineering' kunnen beschadigde of ontbrekende weefsels worden hersteld. In dit project zijn behandelingsopties bestudeerd voor aangeboren afwijkingen van de blaas, waarbij een blaasvergroting nodig is, en voor spina bifida.
Methode: De aangeboren afwijking blaasextrofie werd chirurgisch nagebootst in een foetaal schapenmodel, wat grote overeenkomst vertoont met de afwijking bij mensen. In dit model voor een zieke blaas werd na de geboorte de blaas hersteld met een 'biomatrix' bestaande uit collageen. Deze groep werd vergeleken met een groep lammeren met een normale blaas waarin een biomatrix werd gehecht en een groep waarbij de blaas zonder biomatrix werd gesloten. Tevens werd een groep hersteld met een verbeterde biomatrix waaraan de groeifactoren VEGF, FGF2 en EGF zijn gekoppeld.
In een foetaal schapenmodel voor huiddefecten werd wondgenezing met de collageen biomatrix vergeleken met een biomatrix met de groeifactoren VEGF en FGF2, of een onbedekte wond. Vervolgens werd de biomatrix met groeifactoren getest in een foetaal schapenmodel voor spina bifida waarbij de myelomeningocele werd bedekt met de biomatrix, en vergeleken met een commercieel verkrijgbare acellulaire dermale matrix. Evaluatie vond plaats middels histologisch onderzoek en functionele testen.
Resultaten: Met de collageen biomatrix werd in het blaasextrofie model nieuw blaasweefsel gevormd vergelijkbaar met regeneratie bij een gezonde blaas, bestaande uit urotheel, bloedvaten, spiercellen en zenuwvezels. De toevoeging van groeifactoren verbeterde de groei van urotheel, spiercellen en bloedvaten. De blaascapaciteit nam niet significant toe.
De toevoeging van groeifactoren heeft een positief effect op de foetale wondgenezing, het bevordert de ingroei van vascularisatie en vermindert de ingroei van myofibroblasten waardoor contractie vermindert. Het herstel van een foetus met spina bifida met een biomatrix is mogelijk en lijkt bij langdurige follow up na geboorte de comorbiditeit te verminderen.
Conclusie: De collageen biomatrix met groeifactoren zorgt voor verbeterde regeneratie van blaasweefsel. Grote biomatrices zullen getest moeten worden om ook een significante blaasvergroting te bewerkstelligen.
Het sluiten van de wond bij een foetus met een collageen biomatrix vermindert de comorbiditeit na geboorte. De techniek zal getest moeten worden met gebruik van minimaal invasieve technieken om de kans op vroeggeboorte te verminderen.