Mobiele menu

Treatment of ELectroencephalographic STatus epilepticus After cardiopulmonary Resuscitation-2: a multicenter randomised clinical trial and health economic evaluation of treatment with anti-seizure medication in comatose cardiac arrest patients with elect

TELSTAR-2 studie

Na een hartstilstand en reanimatie zijn patiënten vaak in coma door zuurstoftekort in de hersenen. Jaarlijks worden in Nederland en België 7500 patiënten hiervoor opgenomen op de intensive care (IC). Dit aantal neemt jaarlijks toe.

Er zijn geen behandelingen om het hersenherstel te verbeteren en daarom is het simpelweg afwachten of een patiënt weer wakker wordt. 
Een deel van deze comateuze patiënten (tot circa 1/3 deel) toont epilepsie-achtige hersenactiviteit op het hersenfilmpje. Het is onbekend of medicijnen tegen epilepsie het herstel verbeteren. Vanwege die onzekerheid wordt deze behandeling in sommige ziekenhuizen wel en in andere niet toegepast. Uit de eerdere TELSTAR trial bleek dat er aanwijzingen zijn dat bij een geselecteerde groep patiënten een behandeling met anti-epileptica een positief effect zou kunnen hebben.

Studie en verwachte uitkomsten

De ziekenhuizen die in deze multicenter randomised studie samenwerken gaan op 21 IC-afdelingen bij 150 patiënten onderzoeken of behandeling met anti-epileptica het herstel verbetert. De ene helft patiënten krijgt medicijnen tegen epilepsie, de andere helft de reguliere behandeling zonder medicatie. De primaire uitkomst is gericht op functioneel herstel een half jaar na hartstilstand.

Als deze uitkomsten inderdaad verbetering opleveren voor de patiënt, dan is de eerste effectieve behandeling voor hersenherstel en neurologische uitkomst na een reanimatie vastgesteld. Als de behandeling niet blijkt te werken, dan kan gestopt worden met deze IC-behandeling en kunnen daarmee kosten worden bespaard.

Kenmerken

Projectnummer:
10390082210002
Looptijd: 7%
Looptijd: 7 %
2024
2030
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. J. Hofmeijer
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit Twente