Van belofte naar praktijk: de implementatie van een informatie-infrastructuur voor de verbetering van risicosignalering en samenwerking in de jeugdketen
Wordt de jeugdzorgketen beter van nieuwe digitale technieken? Nieuwe informatietechnieken in de jeugdzorgketen worden vaak voorgesteld als een ’magic bullet’. Ze beloven dat professionals beter samenwerken en dat risicokinderen eerder gesignaleerd worden. Gezien deze belofte gaat men er van uit dat de toepassing van informatietechnologie in de praktijk niet op veel obstakels zal stuiten: na de ontwikkeling van de techniek, kan ze ‘uitgerold’ worden in de jeugdzorgketen. Ons onderzoek richt zich op deze uitrolmetafoor. Kost toepassen niet veel meer werk dan vaak wordt gedacht? Om die vraag te beantwoorden onderzoeken we de implementatie van het digitale risico signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’ (ZvJ) in de praktijk in Noord Brabant. Op grond van onze bevindingen willen we de vraag beantwoorden wat ‘implementeren’ zoal met zich mee brengt en of de jeugdzorgketen beter is geworden van de nieuwe ICT.
Lees ook het nieuwsbericht n.a.v. het proefschrift van Inge Lecluijze over dit onderzoek naar de Verwijsindex
Producten
Auteur: Inge Lecluijze
Auteur: •Horstman, K., Lecluijze, I., Penders, B., Feron, F.
Magazine: Jeugdbeleid
Auteur: Lecluijze, I., Penders, B., Feron, F. & Horstman, K.
Auteur: Lecluijze, I., Penders, B., Feron, F. & Horstman, K.
Verslagen
Eindverslag
In dit project is onderzocht hoe de implementatie van een ICT instrument in het jeugdveld, de Verwijs Index Risicojongeren, in de praktijk is verlopen. De Verwijs Index was bedoeld als een instrument om risicojongeren vroeg in beeld te brengen (te signaleren) en om verschillende professionals daarbij beter met elkaar te laten samenwerken. Die doelstelling kan alleen maar bereikt worden als het instrument ook goed wordt geimplementeerd, en alle professionals het gebruiken zoals bedoeld. Om dat te stimuleren werden gemeenten bij wet verplicht tot aansluiting op de Verwijsindex.
Om zicht te krijgen op de alledaagse praktijk van het implementatieproces hebben we, als een antropoloog bij een vreemde stam, het proces in een provincie enkele jaren etnografisch gevolgd. We zijn bij vergaderingen geweest van het projectteam, bij trainingen, consultaties etc en hebben vele professionals en managers, en ook ouders en kinderen informeel gesproken en geinterviewd. Gedurende die periode hebben we een aantal keren onze tussentijdse bevindingen gepresenteerd in het veld.
Na analyse van deze observaties en interviews, hebben we geconcludeerd dat het implementatieproces niet optimaal is verlopen. Hoewel er veel modellen en kennis uit implementatiestudies zijn gebuikt, zijn belangrijke lessen uit dat veld niet ter harte genomen. Er is sterk top down gestuurd, weinig met een specifiek context afgestemd, kritische geluiden niet geaddresseerd en de stem van ouders en kinderen is niet gehoord, want die zijn meer als 'probleem' gezien dan als bondgenoot. Het implementatie proces is niet georganiseerd als een leerproces, en daardoor werd niet duidelijk dat beide doelstellingen van de Verwijs Index, die op papier mooi samen lijken te gaan, elkaar in de praktijk in de weg zitten. De facto is de implementatie van de Verwijs Index zoals bedoeld redelijk verzand, maar er is geen politieke ruimte om dit publiek te erkennen. Dat betekent dat een ICT systeem in stand wordt gehouden waarvan zeer twijfelachtig is of ze bijdraagt aan de kwaliteit van zorg in het jeugdveld.
De laatste tien jaar is er veel aandacht voor 'jeugd'. Mede onder invloed van de dramatische dood van Savannah en 'het Maasmeisje' is besloten tot implementatie van een ICT systemen, die vroege opsporing van risico kinderen en samenwerking tussen professionals moeten bevorderen,. Wij onderzoeken de implementatie van zo'n systeen - Zorg voor Jeugd (ZVJ)- in de provincie Brabant. Nasst studie van documenten en websites, hebben we in diverse gemeentes interviews gedaan met professionals en beleidsmakers, we hebben jongeren gesproken en we zijn hebben kern en regie groepvergaderingen, trainingen, implementatiebijeenkomsten etc. bijgewoond, om 'de praktijk van implementatie' goed in beeld te krijgen. Uit de bevindingen tot nu toe blijkt dat implementatie een taai proces is, zeker als de techniek (ZVJ) op de tekentafel is ontworpen en top down wordt geimplementeerd, het draagvlak twijfelachtig is, en het veld op nog vele andere manieren in beweging is. Het komend jaar zullen we deze bevindingen anaoyseren en interpreteren, en communiceren met het veld.